Financiele Administratie - tentamen blok 2

Financiële administratie
Hoofstuk 1
Stadionmodel maakt onderscheid tussen het bedrijf en alles wat daarbuiten gebeurt. In het bedrijf
(intern) weten wat de aanpak is van het bedrijf, mensen daarbuiten (extern) zien dat niet.

Proces het achter elkaar plaatsen van opeenvolgende activiteiten. Een proces beting met input,
daarna wordt het verwerkt en komt er output. Bij herhaling wordt een proces routine

Als een proces afhankelijk is van een ander proces is de output van proces 1 de input van proces 2

Procesbeschrijving wie, wat, wanneer en hoe wordt een proces vervuld

Stroomschema procesbeschrijving. Meestal is dit in de vorm van een flowchart. Hierbij worden
symbolen gebruikt om een proces schematisch weer te geven.

Symbolen van de flowchart zie laatste blad

Plan beschrijving om een doel te bereiken door middel van verschillende processen

Voor het beheersten van een plan is het volgende nodig:
 Soll-situatie De geplande uitvoering en uitkomsten van de plannen.
 Ist-situatie De werkelijke uitvoering en uitkomsten van de plannen. De werkelijke
uitvoering wordt tijdens het uitvoeren van de plannen gecontroleerd. Er wordt gekeken of er
ook echt aan de plannen wordt voldaan

Interne controle De soll-situatie (het plan) en de ist-situatie (de uitkomst) worden met elkaar
vergeleken. Door de afwijkingen die worden geconstateerd komt er informatie vrij. Deze informatie
wordt gebruikt om maatregelen op te stellen zodat het huidige plan nog steeds behaald kan worden.

De gegevens die worden verzameld voor de interne controle moeten ook weer gecontroleerd
worden omdat de gegevens wel moeten kloppen. Anders kunnen verkeerde beslissingen worden
genomen.

Externe controle controle door de accountant en de belastingdienst

Administreren vastleggen van gegevens. Deze resultaten heten de administratie en geven de
informatiebehoeften voor werknemers en werkgevers

Proces van administreren (4 v’s):
 Verzamelen van gegevens
 Vastleggen van gegevens
 Verwerken van gegevens
 Verstrekken van gegevens

, Waarom moet er geadministreerd worden:
 Afleggen van verantwoording
 Besturen van de organisatie
 Controleren van de verantwoordelijkheid

De informatiebehoeften wordt weergegeven in de informatiepiramide. Deze geeft aan op welk
niveau van de onderneming welke soort informatie nodig is. De piramide bestaat uit (blz. 22):
 Strategische niveau informatie is extern en toekomstgericht
 Tactische niveau informatie die nodig is zodat de doelstellingen van het strategische
niveau worden gerealiseerd
 Operationele niveau dagelijkse gang van zaken in de onderneming en de informatie die
daarbij hoort (prijs van een product ect.)

Betrouwbare informatie is juist, tijdig en volledig

De Administratieve Organisatie (OA) bestaat uit maatregelen die er voor zorgen dat de informatie
betrouwbaar is. De maatregelen zijn:
 Controle technische functiescheiding bestaat uit 5 processen:
- Uitvoeren producten worden geproduceerd
- bewarenmagazijnmedewerker bewaart de goederen
- beschikkenverkoper beschikt over de goederen voor de verkoop
- registrerenadministratie registreert de verkoopfactuur
- controlerenadministratie controleert of de verkochte goederen overeenkomen
met de afgeleverde goederen
Deze 5 soorten activiteiten moeten door verschillende mensen gedaan worden om er voor te zorgen
dat de processen goed uitgevoerd worden en betrouwbare informatie geven
 Procedures gedetailleerde procesbeschrijving: wie mag wat doen. Waarom wordt dit
gedaan. Wanneer wordt dit gedaan. Waarmee wordt dit gedaan en waar gaan de gegevens
naartoe
 Richtlijnen instructies van de directie die gedetailleerd vast zijn gelegd

De administratieve organisatie is nodig:
 Intern om de onderneming te kunnen beheersen
 Extern voor een goedkeurende accountantsverklaring

AO/IB het geheel van de administratieve organisatie, de interne beheersing en de
informatievoorziening. De onderneming streeft er op deze manier naar om risico’s uit te bannen
zoals fraude en wanbetaling

Administratieve organisatie zorgt voor betrouwbare informatie (AO/IB) zorgt voor interne
beheersing van de processen

Financiële administratie administatie van de handelingen die de wijzigingen van de financiële
positie tot gevolg hebben. Het zijn dus alle transacties waarbij geld een rol speelt.