Rekenen
Visies en Onderwijsconcepten Rekenbeleid - VEO
Studiejaar 2017-2018
Datum: 04-07-2018
,Inhoudsopgave
....................................................................................................................... 1
10................................................................................................................... 1
Inleiding...................................................................................................................... 2
Visie op rekenen......................................................................................................... 2
Rekenaanbod.............................................................................................................. 3
Rekenopbrengst......................................................................................................... 6
Rijke leeromgeving..................................................................................................... 7
Literatuur.................................................................................................................... 8
Bijlage I - Realistisch rekenen..................................................................................... 9
Bijlage II - Rekentuin................................................................................................. 10
1
, Inleiding
In het derde jaar van de pabo wordt het de opdracht om jouw visie op rekenonderwijs te
beschrijven. Deze visie is gebaseerd literatuur over rekenonderwijs op de basisschool, op
ervaringen uit stages en colleges van het vak rekenen.
Er komen vier domeinen in het verslag voor die nader worden besproken; Visie op rekenen,
Rekenaanbod, Rekenopbrengst en een Rijke leeromgeving.
Visie op rekenen
Rekenplezier
Het is van belang dat kinderen (en leerkrachten) plezier hebben in rekenen. Reken moet
een uitdaging zijn, dat wordt aangeboden door afwisselende en uitdagende werkvormen.
De opdrachten van rekenen moeten aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen.
Kinderen leren van elkaar. Door coöperatieve werkvormen in te zetten zijn kinderen actief
betrokken en profiteren ze optimaal (Lit, Buter, Oonk en Keijzer, 2013). Spelenderwijs
komen de kinderen dagelijks in aanraking met rekensituaties uit hun omgeving. Door te
experimenteren met rekenmaterialen wordt kennis met plezier gecombineerd. Het digibord
is hierbij een handig hulpmiddel. Zwakke rekenaars zijn vaak minder gemotiveerd. Door hen
succeservaringen te laten opdoen, kan de motivatie gestimuleerd worden. Ik ben van
mening dat het rekenbeleid breed gedragen moet worden, niet alleen door een
rekencoördinator maar álle leerkrachten.
Doorgaande leerlijn
Ook is het van belang dat er een doorgaande leerlijn wordt gehanteerd voor de groepen
1 t/m 8. De leerlijnen moeten een logische opbouw hebben. De doelen moet haalbaar zijn
en regelmatig herhaald worden. Er wordt gebruik gemaakt van de doelen uit TULE SLO
(2011). In de lessen moeten alle rekenonderdelen, beschreven in de referentie niveaus, aan
bod komen in de daarvoor beschikbare tijd. Het doel van het rekenonderwijs is te komen tot
functioneel rekenen (rekenen ten behoeve van alledaagse situaties). Aan het einde van de
basisschool periode moet het niveau 1F behaald zijn.
Methode
Tijdens de rekenlessen wordt de methode Wizwijs gehanteerd en oefenen de leerlingen elke
week minimaal 1x aanvullend op de methode met het programma Rekentuin. Voor
rekentuin is gekozen omdat het een adaptief programma is, waarbij leerlingen spelenderwijs
rekenen op eigen niveau. Wizwijs is een realistische rekenmethode, een rekenmethode die
uitgaat van situaties uit het dagelijks leven en niet met alleen maar rijtjes sommen
(Zwijsen, 2018). Hierin worden de 5 leer- en onderwijsprincipes van realistisch rekenen
gebruikt (Treffers, 1987, zie Bijlage I). Door middel van probleemsituaties die voor
leerlingen herkenbaar zijn, worden leer- en denkprocessen op gang gebracht en
vaardigheden toegepast om de leerling zover te brengen dat het zelfstandig eenvoudige
rekenproblemen, die in het dagelijkse leven voorkomen, kan oplossen. Er wordt
methodegebonden getoetst, en daarbij wordt als eindtoets ‘Route 8’ gebruikt.
Differentiatie
Tijdens de rekenlessen wordt er instructie gegeven op drie niveaus, hierbij wordt er gebruik
gemaakt van het directe instructiemodel (Veenman, 1992). Alle leerlingen krijgen eerst een
korte gezamenlijke instructie, waarna een aantal leerlingen zelfstandig aan de slag gaan. De
meeste leerlingen volgen daarna een basisinstructie en gaan dan aan het werk. De zwakke
rekenaars krijgen extra ondersteuning door een verlengde instructie en begeleide
inoefening. In de les worden er coöperatieve werkvormen ingezet, deze zorgen voor
2
Visies en Onderwijsconcepten Rekenbeleid - VEO
Studiejaar 2017-2018
Datum: 04-07-2018
,Inhoudsopgave
....................................................................................................................... 1
10................................................................................................................... 1
Inleiding...................................................................................................................... 2
Visie op rekenen......................................................................................................... 2
Rekenaanbod.............................................................................................................. 3
Rekenopbrengst......................................................................................................... 6
Rijke leeromgeving..................................................................................................... 7
Literatuur.................................................................................................................... 8
Bijlage I - Realistisch rekenen..................................................................................... 9
Bijlage II - Rekentuin................................................................................................. 10
1
, Inleiding
In het derde jaar van de pabo wordt het de opdracht om jouw visie op rekenonderwijs te
beschrijven. Deze visie is gebaseerd literatuur over rekenonderwijs op de basisschool, op
ervaringen uit stages en colleges van het vak rekenen.
Er komen vier domeinen in het verslag voor die nader worden besproken; Visie op rekenen,
Rekenaanbod, Rekenopbrengst en een Rijke leeromgeving.
Visie op rekenen
Rekenplezier
Het is van belang dat kinderen (en leerkrachten) plezier hebben in rekenen. Reken moet
een uitdaging zijn, dat wordt aangeboden door afwisselende en uitdagende werkvormen.
De opdrachten van rekenen moeten aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen.
Kinderen leren van elkaar. Door coöperatieve werkvormen in te zetten zijn kinderen actief
betrokken en profiteren ze optimaal (Lit, Buter, Oonk en Keijzer, 2013). Spelenderwijs
komen de kinderen dagelijks in aanraking met rekensituaties uit hun omgeving. Door te
experimenteren met rekenmaterialen wordt kennis met plezier gecombineerd. Het digibord
is hierbij een handig hulpmiddel. Zwakke rekenaars zijn vaak minder gemotiveerd. Door hen
succeservaringen te laten opdoen, kan de motivatie gestimuleerd worden. Ik ben van
mening dat het rekenbeleid breed gedragen moet worden, niet alleen door een
rekencoördinator maar álle leerkrachten.
Doorgaande leerlijn
Ook is het van belang dat er een doorgaande leerlijn wordt gehanteerd voor de groepen
1 t/m 8. De leerlijnen moeten een logische opbouw hebben. De doelen moet haalbaar zijn
en regelmatig herhaald worden. Er wordt gebruik gemaakt van de doelen uit TULE SLO
(2011). In de lessen moeten alle rekenonderdelen, beschreven in de referentie niveaus, aan
bod komen in de daarvoor beschikbare tijd. Het doel van het rekenonderwijs is te komen tot
functioneel rekenen (rekenen ten behoeve van alledaagse situaties). Aan het einde van de
basisschool periode moet het niveau 1F behaald zijn.
Methode
Tijdens de rekenlessen wordt de methode Wizwijs gehanteerd en oefenen de leerlingen elke
week minimaal 1x aanvullend op de methode met het programma Rekentuin. Voor
rekentuin is gekozen omdat het een adaptief programma is, waarbij leerlingen spelenderwijs
rekenen op eigen niveau. Wizwijs is een realistische rekenmethode, een rekenmethode die
uitgaat van situaties uit het dagelijks leven en niet met alleen maar rijtjes sommen
(Zwijsen, 2018). Hierin worden de 5 leer- en onderwijsprincipes van realistisch rekenen
gebruikt (Treffers, 1987, zie Bijlage I). Door middel van probleemsituaties die voor
leerlingen herkenbaar zijn, worden leer- en denkprocessen op gang gebracht en
vaardigheden toegepast om de leerling zover te brengen dat het zelfstandig eenvoudige
rekenproblemen, die in het dagelijkse leven voorkomen, kan oplossen. Er wordt
methodegebonden getoetst, en daarbij wordt als eindtoets ‘Route 8’ gebruikt.
Differentiatie
Tijdens de rekenlessen wordt er instructie gegeven op drie niveaus, hierbij wordt er gebruik
gemaakt van het directe instructiemodel (Veenman, 1992). Alle leerlingen krijgen eerst een
korte gezamenlijke instructie, waarna een aantal leerlingen zelfstandig aan de slag gaan. De
meeste leerlingen volgen daarna een basisinstructie en gaan dan aan het werk. De zwakke
rekenaars krijgen extra ondersteuning door een verlengde instructie en begeleide
inoefening. In de les worden er coöperatieve werkvormen ingezet, deze zorgen voor
2
