Samenvatting Uitwerking college ademarbeid

College ademarbeid 28-11-17 Muntnga
Ademhaling = ventilte ilucht in en luit iongen)
Gaswisseling = sillt voorli op de iongen  trlnsport vln glssen door het bioed, ventilte perflusie verholuding en diflusie op
ceinivellu.

Inldemen en luitldemen
 Inademen: ldemhliingsspieren contrlheren  dilfrlgml omillg en borstklst omhoog
 thorlxhoite wordt groter  intrlpluimonlir voilume verhoogt door luitrekking iongen
 intrlpluimonlire drluk wordt ilger -1 mm Hg)  ilucht stroom de iongen in totdlt
intrlpluimonlire drluk 0 is.
 Uitademen: ldemhliingsspieren ontsplnnen  dilfrlgml omhoog en borstklst omillg
 thorlxhoite wordt kieiner  intrlpluimonlir voilume verillgt door inkilpping iongen
 intrlpluimonlire drluk neemt toe +1 mm Hg)  iluchtluitstroom totdlt
intrlpluimonlire drluk 0 is.

Ademlrbeid  Bij ldemen te overwinnen krlchten
 Elastsche krachten / terugveerkrachten / retractekrachten
o De iongen wikken vln zichzeif zo kiein mogeiijk zijn  ldemhliingsbewegingen nodig om ilucht de iongen in de
krijgen  iongen oprekken.
o De iongen zeif hebben een sterke retrlctekrlcht nllr het centrlum  deze moeten overwonnen worden om ilucht
de iongen in te krijgen.
o De thorlx wii zo groot mogeiijk zijn  krlchten nllr de bluitenklnt toe.
 Weerstandskrachten
o Luchtwegweerstand: veroorzllkt door wrijving vln iluchtmoiecluien 95%). Probieem vln stroming vln ilucht is
wrijving, weerstand. Deze moet overwonnen worden, lnders stroomt er niks.
o Weefselweerstand: doordlt spieren op de thorlxwlnd tegen eikllr wrijven bij de ldemhliingen 5%) en kln bij
llndoeningen groter worden dln de iluchtwegweerstlnd. 9
 Je mllkt ldemhliingsbewegingen om de terlugveerkrlchten en de weerstlnden te overwinnen. Je ldemt ongeveer 12-15x
per minlulut. 1440 per etmlli.

 Compliante (rekbaarheid)
o Omgekeerde vln terlugveerkrlcht. Ais een iong heei rekbllr is klun je hem mlkkeiijk luitrekken compiilnte hoog)
mllr veert hij moeiiijk terlug terlugveerkrlcht is illg).
 Eilstciteit is hetzeifde lis terlugveerkrlcht mllr is het omgekeerde vln compiilnte.
 Eilstekje wlt moeiiijk oprekt  compiilnte illg  eilstciteit hoog terlugveerkrlcht is hoog).
o Compliante = de voilumeverlndering die bij een bepllide drlukverlndering optreedt: ∆V /∆P
 Deitl heei kiein mlken  dln dv / dp = eerste lfgeieide vln drlukvoilumereilte nllr de drluk. Dlt
betekent dlt het de richtngscoëfciënt vln de rllkiijn lln de drlukreilte is. dv/dp beplien door de druk-
volume curve te tekenen wllrbij de rc de compliante is.
 Hiervoor moet het voilume in de iongen bepllid worden door een spirometer.
 Een spirometer meet hoeveei ilucht de iongen in gllt.
o Bij ldeminholuden is de drluk in het heie iichllm geiijk. Onderste deei vln de siokdlrm is geiijk lln de pielurldrluk.
o Alveolaire druk meten: ldem vlstholuden, dln de drluk in de mond meten wlnt de drluk is dln overli hetzeifde.
De mens heef honderd miijoen liveoii.
o Te beplien luit voilume-drluk reilte onder stltsche omstlndigheden: de rlustrekkingsclurve
 Horizontale as: trlnsmlurlie drluk drlukverschii over de wlnd)  vln de iongen: de drluk in de iong
liveoilire drluk) en dllr bluiten pielurldrluk), de pielurlhoite rluimte tlussen iongwlnd en thorlxwlnd).
 Aiveoilire drluk – pielurldrluk = hoeveei de iong is opgerekt. Drluk in iong 5 mm Hg en bluiten 0 mm Hg dln
netodrluk vln 5 mm Hg nllr bluiten opgerekt.
 Rekbllrheid  in en bluiten orglln de drluk meten.
 Vertcale as: iongvoilume  normlli beginnen met inldemen lis er een bepllide hoeveeiheid ilucht li in
de iongen llnwezig is restvolume zit in iongen, 1,2L mllr krijg je er met geen mogeiijkheid luit) + ERV
extrl luitldemen nl normlie ldemhliing in rlust, 1,5L). Deze hoeveeiheid 2,7L) is zlulurstoflrm en zit in
de iongen en hier voeg je het ldemvoilume 0,5L) lln toe. Uitgllnde vln rlustoestlnd begin je in te
ldemen, bij begin ldemen FRC in iongen en hlive iiter erbij dlt beweeg je over rechter stluk vln
compiilnce d. ilunge clurve. Door positeve transmurale druk luit te oefenen klun je liieen de iong
oprekken door binnen drluk groter te mlken dln bluiten.
 Bij thorax lndersom  voilume kieiner in thorlx door neglteve trlnsmlurlie drluk luit te oefenen,
zluigende/trekkende werking. Zie compiilnce d. thorlx. Logisch wlnt thorlx wii zeif zo groot mogeiijk zijn.

,  Thorlx en iongwlnd slmen = s-vormige clurve, trlnsmlurlie drluk bij ldemhliing mllr 1x 0 geen splnning
heersen in thorlx, is lln einde vln luitldeming in rlust, dlus lln begin vln inldemhliing). Ais je gllt
inldemen wordt trlnsmlurlie drluk positef, bij luitldemen wordt hij negltef, dlus stllt er litjd een
drlukverschii over de wlnden. De clurve is s-vormig zodlt het gemiddeide trlject wllr je normlli ldemt,
is de heiiing vrijwei constlnt rekbllrheid), mllr lis je heei diep inldemt wordt de heiiing kieiner, gllt
lfpilten. Dln neemt de compiilnte lf. De rekbllrheid vln thorlx en iongen is niet litjd geiijk. Bij
normlli ldemhlien is hij vrijwei constlnt en bij heei erg inldemen gllt rekbllrheid lfnemen. Hlndig
omdlt wlnneer je heei diep inldemt, dln zli de iong scheluren lis de rekbllrheid niet zolu lfnemen.
Doordlt de rekbllrheid lfneemt wordt het risico kieiner, je remt het oprekken ermee. Dlus bescherming
tegen overrek vln de iongen.

 Horizontlie ls: transpleurale druk
verschii tlussen liveoilire en pielurlie
drluk)
- Ppul = liveoilire drluk
- Ppleu = pielurlie drluk
 Transpulmonaire druk positef:
voilume vln iong groter, thorlx groter,
ilucht stroomt nllr binnen.
 Transpulmonaire druk negatef:
voilume vln thorlx kieiner, dlus iongen
kieiner, ilucht stroomt nllr bluiten.
 Beide tegeiijk: mooie S-clurve.
 FRC: flunctoneie residlulli clplciteit =
rlustoestlnd vln
ldemhliingssysteem, ilucht dlt in
iongen biijf nl normlli luitldemen.
 Vlnluit rlustoestlnd thorlx
luitldemhlien: rechte iijn en heiiing
geef lrbeid lln.
 Vlnluit rlustoestlnd
ldemhliingssysteem dieper
inldemen: iijn vilkt lf en iong wordt
stlugger. Ook bij diep luitldemen
steeds stlugger. Komt door de
opboluw.

 Factoren die de longcompliante bepalen
o Elastne- en collageenvezels  S-vorm stltsche V-P clurve / rlustrekkingsclurve verkilren.
 Elastne: heei rekbllr  voorli in gebied wllr je in- en luitldemt.
 Bindweefsel, collageen: heei diep inldemen dln gl je sterk oprekken en stoot je tegen bindweefsei wlt
stlug is lln. Dit is het luiteinde vln de clurve, lis deze lfpilt.
 Uit opboluw wlnd is het iogisch dlt de clurve lis een s-clurve luit ziet.
o Oppervlaktespanning van de alveoli eigenschlp wllrom iong zo kiein wiit zijn)  terlugveerkrlcht iongen, te
beschrijven met de wet vln Llpilce: P terlugveerkrlcht, krlcht nllr centrlum) = 2 x T) / r) wlndsplnning = T /
liveoilus)
 Lllgje vioeistof in eike liveoii  vioeistofmoiecluien wiiien eikllr llntrekken en op grensvilk wllr het
vioeistof overgllt in ilucht ontbreekt  resluiterende krlcht vln de stof lf ontstllt. Vioeistof in liveoilus
boivormig zorgt ervoor dlt liie resluiterende krlchten nllr het centrlum toe glln  zorgt voor
terlugveerkrlcht.
 Terlugveerkrlcht ontstllt door een illgje stof in eike liveoilus.
 Terlugveerkrlcht is groter in een kieine liveoii dln in een grote liveoii. Wlnt deien door de strlli
en die is kieiner wlt zorgt voor een grotere P-wllrde.
Grote alveoli Kleine alveoli
R = 2 strlli) R = 1 strlli)
T = 3 wlndsplnning) T = 3 wlndsplnning)
P = 3 drluk) P = 6 drluk)


 Verminderde rekbllrheid vln iong bij pltënt  rekbllrheid neemt toe bij vluiien met wlter 
oppervilktesplnning mllkt het moeiiijk om de iongen op te rekken mllr zorgt tegeiijkertjd voor
terlugveerkrlcht.