HC1: Filosofie van pedagogisch werkveld
Normatieve professionalisering
Filosofie gaat over verwonderen van de alledaagse, vanzelfsprekende dingen.
Je bevraagt fundamentele opvattingen en wisselt hierbij van gedachten.
Hierin bestaan twee typen professionaliteit:
1. Instrumentele professionaliteit (technische vragen); wat werkt feitelijk het beste qua
tools en methodes.
2. Normatieve professionaliteit (normatieve vragen); welke opvoeding is wenselijk? Wat
streef ik met handelen na? Wat vind ik van waarde?
Dit type gaat vooraf aan de instrumentele professionaliteit.
HC2: Schipperende ouder, streng zijn of luisteren – Kant en Locke
Locke: pedagogische prerspectief (1632-1704)
Hield zich bezig met staatsinrichting en was Verlichtingdenker.
Mensbeeld: mensen zijn in staat tot medemenselijkheid en redelijkheid
Tabula rasa: kind van nature niet goed of slecht, maar nieuwsgierig. Ouder moet kind ruimte
geven. Streven: gebalanceerde ontwikkeling, aandacht lijf. Geen harde straffen. Leren en
opvoeden kan leuk zijn. Moeten niet te veel regels zijn.
Positieve en negatieve vrijheden;
negatieve vrijheid: afwezigheid belemmeringen
positieve vrijheid: aanwezigheid van mogelijkheden
- beheersen van taal
Begrenzing geeft ontplooiingsmogelijkheden.
Kant: Pedagogische perspectief (1727-1804)
Opvoeden is schipperen → twijfelen kan waardevol zijn.
1. Streng zijn of luisteren naar je kind: strenger zijn
Disciplineren van de wil, opvoeden niet altijd leuk.
Geen lijfstraffen, vrijheid blijft belangrijk
2. Streven naar persoonlijk geluk of goed burgerschap
Belang van dilemma’s: keuzemogelijkheid en onderbouwen & erkenning complexiteit
Kant: vier stadia in de opvoeding:
1. Disciplineren (leren om b.v. ook rustig te reageren als je boos bent)
2. Cultivering (in contact komen met cultuur)
3. Civilisering (Je goed kunnen gedragen)
4. Moralisering (zelf beredenerende afweging maken, autonomie, moreel besef)
Mensenbeelden: in de pedagogiek worden kinderen opgevoed tot mensbeeld:
Descriptief: wie of wat is de mens? (beschrijf verschijnselen)
Prescriptief: wie/wat zou mens moeten zijn? (voorschrijven)