VTH TH – H14 Wonden met drains
Een wond met te veel vocht tussen de weefsels kan moeilijk genezen. Door middel
van drains wordt de wondgenezing ondersteunt door het teveel aan vocht af te laten
lopen. Er is een onderscheid tussen actieve en passieve drainage.
§14.2 Soorten drains
Een drain is een kunststofbuis of slang, die tot doel heeft bloed of weefselvocht uit
het wondgebied af te laten lopen. Dit kan via hevelwerking of met een
vacuümsysteem. Door de afvoer van dit vocht wordt de kans op wondontsteking
kleiner en verloopt de wondgenezing beter.
Met een thoraxdrain (drain in de borstkas) zal het bewegen moeilijk en pijnlijk zijn.
Afhankelijk van de functie en de plek, kan de chirurg verschillende soorten drains
aanleggen. De drains kunnen dik of dun zijn en hebben meestal gaatjes aan de
zijkant waardoor het wondvocht afgevoerd kan worden. Soms heeft een drain een
bijzondere vorm zoals de T-drain, die soms gebruikt wordt na een operatie in het
gebied van de galwegen. De keuze voor actieve of passieve drainage is onder
andere afhankelijk van de soort operatie en de locatie.
§14.2.1 Passieve drainage
Er is sprake van een passieve drainage als er een drain die door de chirurg in het
wondbed achtergelaten wordt, uitmondt in het absorberende verband waarmee de
wond is afgedekt. Dit zie je veel als een abces is geopend en er een handschoen- of
penrosedrain in het wondgebied wordt achtergelaten om de wond open te houden.
Een passieve drain kan ook aangesloten worden op een hevelend opvangsysteem
(speciale opvangzak of fles). Hevelwerking ontstaat als het opvangsysteem lager is
geplaatst dan het wondbed.
§14.2.2 Actieve drainage
Bij actieve drainage wordt het vocht uit het wondgebied afgezogen door een geringe,
gelijkmatige afzuigkracht in de vorm van een vacuümsysteem of door elektrische
afzuigapparatuur. De hoeveelheid vocht die opgevangen wordt, moet je als
verpleegkundige bij beide vormen van drainage dagelijks meten en noteren. Volgens
afspraak worden deze hoeveelheden meegenomen in de vochtbalans. Een
voorbeeld van een vacuümdrain is de Redondrain, een kant-en-klaar aangeleverde
disposable opvangfles. Bij deze drain kan het vacuüm niet opnieuw ingesteld worden
en wordt de disposable fles vervangen. Het opnieuw op vacuüm brengen is wel
mogelijk bij een ander type, de harmonicadrain. Het drainagesysteem bestaat uit een
disposable kunststof zuigflesje met een onderdruk. Het zuigflesje heeft een
afvoerslang die aangesloten wordt op de drain die in het wondbed ligt en met een
enkele hechting vastgezet is aan de huid op de plaats waar de drain het lichaam
verlaat. Het wondvocht (wondsecreet) wordt vanuit het wondgebied door het vacuüm
in de fles gezogen.
§14.2.3 Tijdstip van verwijderen van drain
Een wond met te veel vocht tussen de weefsels kan moeilijk genezen. Door middel
van drains wordt de wondgenezing ondersteunt door het teveel aan vocht af te laten
lopen. Er is een onderscheid tussen actieve en passieve drainage.
§14.2 Soorten drains
Een drain is een kunststofbuis of slang, die tot doel heeft bloed of weefselvocht uit
het wondgebied af te laten lopen. Dit kan via hevelwerking of met een
vacuümsysteem. Door de afvoer van dit vocht wordt de kans op wondontsteking
kleiner en verloopt de wondgenezing beter.
Met een thoraxdrain (drain in de borstkas) zal het bewegen moeilijk en pijnlijk zijn.
Afhankelijk van de functie en de plek, kan de chirurg verschillende soorten drains
aanleggen. De drains kunnen dik of dun zijn en hebben meestal gaatjes aan de
zijkant waardoor het wondvocht afgevoerd kan worden. Soms heeft een drain een
bijzondere vorm zoals de T-drain, die soms gebruikt wordt na een operatie in het
gebied van de galwegen. De keuze voor actieve of passieve drainage is onder
andere afhankelijk van de soort operatie en de locatie.
§14.2.1 Passieve drainage
Er is sprake van een passieve drainage als er een drain die door de chirurg in het
wondbed achtergelaten wordt, uitmondt in het absorberende verband waarmee de
wond is afgedekt. Dit zie je veel als een abces is geopend en er een handschoen- of
penrosedrain in het wondgebied wordt achtergelaten om de wond open te houden.
Een passieve drain kan ook aangesloten worden op een hevelend opvangsysteem
(speciale opvangzak of fles). Hevelwerking ontstaat als het opvangsysteem lager is
geplaatst dan het wondbed.
§14.2.2 Actieve drainage
Bij actieve drainage wordt het vocht uit het wondgebied afgezogen door een geringe,
gelijkmatige afzuigkracht in de vorm van een vacuümsysteem of door elektrische
afzuigapparatuur. De hoeveelheid vocht die opgevangen wordt, moet je als
verpleegkundige bij beide vormen van drainage dagelijks meten en noteren. Volgens
afspraak worden deze hoeveelheden meegenomen in de vochtbalans. Een
voorbeeld van een vacuümdrain is de Redondrain, een kant-en-klaar aangeleverde
disposable opvangfles. Bij deze drain kan het vacuüm niet opnieuw ingesteld worden
en wordt de disposable fles vervangen. Het opnieuw op vacuüm brengen is wel
mogelijk bij een ander type, de harmonicadrain. Het drainagesysteem bestaat uit een
disposable kunststof zuigflesje met een onderdruk. Het zuigflesje heeft een
afvoerslang die aangesloten wordt op de drain die in het wondbed ligt en met een
enkele hechting vastgezet is aan de huid op de plaats waar de drain het lichaam
verlaat. Het wondvocht (wondsecreet) wordt vanuit het wondgebied door het vacuüm
in de fles gezogen.
§14.2.3 Tijdstip van verwijderen van drain
