Hoofdstuk 6: Praktssch-attrriët -ttcodt
Praktssc -attrriët strtss:
- Ontstaat als er behoefe is om ontstane knelpunten op te lossen, maar deze in de
realiteit nog niet zijn opgelost.
- Gewenste toestand vs. feitelijke situate.
- Geld, huisvestng, eten of drinken.
- Een neerwaartse spiraal.
Praktssch-attrriët -ttcodt:
- Richt zich op het verminderen van spanningen door de praktsche zaken te regelen
waarmee de cliënt zit.
1. Het inventariseren van de praktsche problemen en de mogelijke oplossingen.
2. Het stapsgewijs terugdringen van de materiële knelpunten.
Soorttn sscuëdtn:
1. Overlevingsschulden
- Ontstaan door een structureel te laag inkomen.
2. Compensateschulden
- Ontstaan doordat een huishouden een tekortkoming compenseert.
3. Aanpassingsschulden
- Ontstaan doordat een huishouden zich niet adequaat aanpast aan een plotselinge
terugval in het inkomen.
4. Overcrediteringsschulden
- Ontstaan doordat een huishouden meer geld uitgeven dan het inkomen toelaat.
Sscuëdtn opëosstn:
1. Stabiliseren
2. Eigen betalingsregeling (schulden bemiddelen)
3. Minnelijk traject (saneringskrediet)
4. Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)
Probët-soëvrngsctskërst:
1. Aanleiding
2. Probleemdefnite
3. Doelen stellen
4. Brainstormen
5. Besluitvorming
6. Uitvoering
7. Evaluate
, Drrt vor-tn sscuëdcuëpvtrëtnrng:
1. Schuldbemiddeling
- Op basis van de fnanciële mogelijkheden van de schuldenaar wordt een voorstel
voor afossing aan de schuldeisers voorgelegd.
2. Schuldsanering
- Hetzelfde als nummer één, alleen wordt het geld meteen beschikbaar gesteld.
3. Budgetbegeleiding
Ttscnrtktn:
1. Inventarisatetechniee
- De agoog gaat door heel praktsche vragen te stellen in eerste instante direct in op
de praktsch-materiële zaken.
2. Informatetechniee
- De agoog raadt cliënten aan om zoekgedrag te ontwikkelen om zelf informate te
verzamelen over hun praktsche problemen.
3. Adviestechniee
- Gericht op oplossingen en beslissingen, wel eerst de cyclus doorlopen.
4. Belangenbehartgingstechniee
- De agoog pleit voor zijn individuele cliënten bij instantes, organisates en andere
relevante personen.
5. Budgetbegeleidingstechniee
- De agoog stelt voor de fnanciële situate op een rijtje te zeten.
6. Arbeidshulpverleningstechniee
- De agoog start bij werkeloosheid met het inventariseren van de actes van de cliënt
tot dan toe.
7. Verwijzingstechniee
- De agoog probeert de vraag van de cliënt bij de juiste hulpaanbieder te brengen.
Praktssc -attrriët strtss:
- Ontstaat als er behoefe is om ontstane knelpunten op te lossen, maar deze in de
realiteit nog niet zijn opgelost.
- Gewenste toestand vs. feitelijke situate.
- Geld, huisvestng, eten of drinken.
- Een neerwaartse spiraal.
Praktssch-attrriët -ttcodt:
- Richt zich op het verminderen van spanningen door de praktsche zaken te regelen
waarmee de cliënt zit.
1. Het inventariseren van de praktsche problemen en de mogelijke oplossingen.
2. Het stapsgewijs terugdringen van de materiële knelpunten.
Soorttn sscuëdtn:
1. Overlevingsschulden
- Ontstaan door een structureel te laag inkomen.
2. Compensateschulden
- Ontstaan doordat een huishouden een tekortkoming compenseert.
3. Aanpassingsschulden
- Ontstaan doordat een huishouden zich niet adequaat aanpast aan een plotselinge
terugval in het inkomen.
4. Overcrediteringsschulden
- Ontstaan doordat een huishouden meer geld uitgeven dan het inkomen toelaat.
Sscuëdtn opëosstn:
1. Stabiliseren
2. Eigen betalingsregeling (schulden bemiddelen)
3. Minnelijk traject (saneringskrediet)
4. Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)
Probët-soëvrngsctskërst:
1. Aanleiding
2. Probleemdefnite
3. Doelen stellen
4. Brainstormen
5. Besluitvorming
6. Uitvoering
7. Evaluate
, Drrt vor-tn sscuëdcuëpvtrëtnrng:
1. Schuldbemiddeling
- Op basis van de fnanciële mogelijkheden van de schuldenaar wordt een voorstel
voor afossing aan de schuldeisers voorgelegd.
2. Schuldsanering
- Hetzelfde als nummer één, alleen wordt het geld meteen beschikbaar gesteld.
3. Budgetbegeleiding
Ttscnrtktn:
1. Inventarisatetechniee
- De agoog gaat door heel praktsche vragen te stellen in eerste instante direct in op
de praktsch-materiële zaken.
2. Informatetechniee
- De agoog raadt cliënten aan om zoekgedrag te ontwikkelen om zelf informate te
verzamelen over hun praktsche problemen.
3. Adviestechniee
- Gericht op oplossingen en beslissingen, wel eerst de cyclus doorlopen.
4. Belangenbehartgingstechniee
- De agoog pleit voor zijn individuele cliënten bij instantes, organisates en andere
relevante personen.
5. Budgetbegeleidingstechniee
- De agoog stelt voor de fnanciële situate op een rijtje te zeten.
6. Arbeidshulpverleningstechniee
- De agoog start bij werkeloosheid met het inventariseren van de actes van de cliënt
tot dan toe.
7. Verwijzingstechniee
- De agoog probeert de vraag van de cliënt bij de juiste hulpaanbieder te brengen.
