THEMA 1 ELEKTRISCHE KRACHT
1. Elektriciteit
Elektriciteit = algemene benaming voor de elektrische verschijnselen die we waarnemen en de
toepassingen van elektrische aard.
Behalve de zwaartekracht zijn alle krachten die we waarnemen van elektrische oorsprong.
2. Elektrische kracht
Door wrijving worden voorwerpen elektrisch geladen. (Elektrische lading)
De elektrische kracht werkt tussen ladingen en kan aantrekkend of afstotend zijn.
Voorwerpen met een tegengestelde lading trekken elkaar aan.
Voorwerpen met een gelijksoortge lading stoten elkaar af.
Experiment: met een neutraal geladen doek wrijven over een neutraal geladen staaf.
Na wrijving trekken de twee voorwerpen elkaar aan. (Doek = positef)
(staaf = negatef)
Normaal is een atoom neutraal geladen.
Door wrijving ontstaat warmte-energie, hierdoor kunnen de elektronen verplaatsen van de
ene stof naar de andere.
3. Elektrische lading.
3.1. Lading van een voorwerp
Elektroscoop Door een geladen voorwerp in contact te brengen met de geleidende plaat
bovenaan de elektroscoop, breng je een lading aan op de elektroscoop.
Hoe groter de uitwijking van de metalen naald, hoe groter de lading.
Coulombmeter Ook hier kan je door contact een lading aanbrengen op de coulombmeter.
De lading kan je digitaal afezen, samen met het teken van de lading.
Grootheid Symbool Eenheid Symbool Verband tussen de
eenheden
(Hoeveelheid Q 1 Coulomb 1C
) lading 1 millicoulomb 1 mC 1 mC = 10.-3 C
1 microcoulomb 1 C 1 C = 10-6 C
1 nanocoulomb 1nC 1 nC = 10-9C
3.2. Elementaire ladingen
|e| = 1,60 . 10−19 C
Een elektron heef als lading Q = - e -1,60 . 10−19 C
Een proton heef als lading Q = e 1,60 . 10−19 C
Een neutron heef geen lading 0C
1. Elektriciteit
Elektriciteit = algemene benaming voor de elektrische verschijnselen die we waarnemen en de
toepassingen van elektrische aard.
Behalve de zwaartekracht zijn alle krachten die we waarnemen van elektrische oorsprong.
2. Elektrische kracht
Door wrijving worden voorwerpen elektrisch geladen. (Elektrische lading)
De elektrische kracht werkt tussen ladingen en kan aantrekkend of afstotend zijn.
Voorwerpen met een tegengestelde lading trekken elkaar aan.
Voorwerpen met een gelijksoortge lading stoten elkaar af.
Experiment: met een neutraal geladen doek wrijven over een neutraal geladen staaf.
Na wrijving trekken de twee voorwerpen elkaar aan. (Doek = positef)
(staaf = negatef)
Normaal is een atoom neutraal geladen.
Door wrijving ontstaat warmte-energie, hierdoor kunnen de elektronen verplaatsen van de
ene stof naar de andere.
3. Elektrische lading.
3.1. Lading van een voorwerp
Elektroscoop Door een geladen voorwerp in contact te brengen met de geleidende plaat
bovenaan de elektroscoop, breng je een lading aan op de elektroscoop.
Hoe groter de uitwijking van de metalen naald, hoe groter de lading.
Coulombmeter Ook hier kan je door contact een lading aanbrengen op de coulombmeter.
De lading kan je digitaal afezen, samen met het teken van de lading.
Grootheid Symbool Eenheid Symbool Verband tussen de
eenheden
(Hoeveelheid Q 1 Coulomb 1C
) lading 1 millicoulomb 1 mC 1 mC = 10.-3 C
1 microcoulomb 1 C 1 C = 10-6 C
1 nanocoulomb 1nC 1 nC = 10-9C
3.2. Elementaire ladingen
|e| = 1,60 . 10−19 C
Een elektron heef als lading Q = - e -1,60 . 10−19 C
Een proton heef als lading Q = e 1,60 . 10−19 C
Een neutron heef geen lading 0C