1
SAMENVATTING WONDZORG (SUZAN CECAT)
1. Inleidende begrippen
1.1. Besmetten of contamineren
= overbrengen van levende micro organismen van de ene plaats naar de andere
➥ in staat om zich te vermenigvuldigen
Bij besmetting is nog geen vermenigvuldiging van MO, maar slecht tijdelijke (transiënte)
aanwezigheid geen pathologisch effect
Besmettingswegen:
- Direct of rechtstreeks: via aerogene besmetting of door besmet lichaamsdeel (vb. bij
spreken, niezen, hoesten)
- Indirect of onrechtstreeks: via levende materie (mens, dier) of dode materie (voedsel,
instrument) = tussengastheren (vb. via toiletgerief, linnen, handen van vpl)
1.2. Kolonisatie
= kiemen vermenigvuldigen of zijn in grote aantallen aanwezig zonder ziekteverschijnselen
te veroorzaken
1.3. Kritische kolonisatie
= bacteriën aanwezig in al dan niet levende weefsels veroorzaken vrij discrete
ontstekingsreactie die zich verder uitbreidt evolueert mogelijks naar infectie
1.4. Infectie
= binnendringen van MO in levend wezen/weefsel die op basis van hun virulentie schade
aanrichten
➥ MO bij infectie = pathogeen / ziekteverwekker
= klinische herkenbare ontstekingsreactie als gevolg van besmetting
Verschillende mogelijkheden van infectie
- Kruisinfectie
- Auto-infectie
1.5. Ontsmetten (of desinfectie)
= verlagen van besmettingsniveau
= verminderen van het aantal MO op/in het materiaal of weefsel
1.6. Asepsis of aseptie
= methoden met als doel microbiële besmetting van materiaal en weefsels te voorkomen
door uitsluiting, verwijdering of vernietiging van MO
1.7. Sterilisatie
= materiaal behandelen zodat na behandeling geen levende MO op/in materiaal meer
, 2
SAMENVATTING WONDZORG (SUZAN CECAT)
2. Algemene beschouwingen
2.1. Wat is een wondzorg?
= totaal van handelingen, gesteund op wetenschappelijke inzichten, die op deskundige wijze
worden uitgevoerd om de wondheling zo vlot mogelijk te laten verlopen
➥ Indien totale wondheling niet mogelijk negatieve gevolgen voor patiënt en omgeving
beperken
2.2. Wat is een wonde?
= verbreking van huid en onderliggend weefsel door exogene beschadiging (mechanische,
chemische, fysische beschadigingen) of door aanwezigheid van onderliggende stoornis
2 types wonden:
- Acute wonde: wonde die normale helingsproces doorloopt binnen normale tijdsduur
- Chronische wonde: wonde die normaal helingsproces niet doorloopt binnen normale
tijdsduur
2.3. Wat is een wondgebied?
= bestaat uit 1 of meerdere wonden,die het gevolg zijn van eenzelfde ingreep, trauma of
verwonding
➥ Hoeven niet noodzakelijk onder hetzelfde verband te zitten, maar wonden met
verschillende oorzaak die onder 1 verband zitten, vormen 1 wondgebied
2.4. Het helingsproces
= continu proces dat ingedeeld kan worden in 4 overlappende fasen met als doel het defect
(wonde) te sluiten
2.4.1. Eerste fase: de coagulatiefase (eerste uur)
Stolling + fibrinenetwerk
Doel: hemostase bereiken door stollingscascade
- Vasoconstrictie bloedtoevoer naar plaats van wonde verlaagt
- Bloedplaatjes aggregeren en vormen bloedklonter
- Activatie fibrinogeen fibrinenetwerk van bloedklonter wordt opgebouwd
- Bloedplaatjes scheiden groeifactoren en cytokines af
2.4.2. Tweede fase: de reinigingsfase of inflammatiefase (eerste dagen)
Ontstekingsreactie + opruiming van dood weefsel en bacteriën
Vasodilatatie: grotere bloedtoevoer naar wondgebied
- Cellen worden aangevoerd stoffen geproduceerd die wonde zuiveren (fagocytose)
- Zuiveren van de wonde via:
• Elimineren en/of verminderen van eventuele bacteriële contaminatie
• Starten met verwijderen van debris
Klinische tekens: RDCT (rubor, dolor, calor, tumor)
, 3
SAMENVATTING WONDZORG (SUZAN CECAT)
2.4.3. Derde fase: de proliferatiefase (eerste maand)
Vorming van nieuw bindweefsel en nieuwe bloedvaten (= granulatieweefsel)
- Fibroblasten groeien vanuit wondranden: produceren bouwstoffen voor collageen
netwerk
➥ Collageenproductie: afhankelijk van aanwezigheid van vit C, Fe, proteïnen en
zuurstof
- Neoangiogenese zuurstof en voedingsstoffen worden zo in wonde gebracht
Klinische tekens:
- Rood korrelig aspect door epithelisatie
➥ Epitheelcellen sluiten de wonde waterdicht af en beschermen tegen MO
- Roze broze huid door wondcontractie
2.4.4. Vierde fase: maturatiefase (tot 6 à 12 maanden na verwonding)
Bindweefselreorganisatie
- Collageenvezels worden geremodelleerd en verhogen weefselsterkte
- Littekenweefsel: (genezen huid is nooit meer zo sterk als ongeschonden weefsel)
• Eerste weken: zacht, zwak
• Na een maand: harder, roder, dikker en sterker
• Daarna: wit, zacht en soepel
Klinisch teken: litteken verkleint
Afwijkingen in de uitgroei van het litteken
- Hypertrofisch littekenweefsel (wild vlees)
- Keloïdvorming
(Bij een chronische wonde verloopt dit niet volgens deze opeenvolgende fasen, maar
helemaal gestoord)
2.5. Doelstellingen wondzorg
- Wondheling in optimale omstandigheden laten verlopen
➥ Afhankelijk van toestand van de wonde:
• Hemostase bevorderen
• Zuivere wonde bekomen (reinigen en ontsmetten, correcte verbandkeuze)
• Beschermen van wonde en wondomgeving tegen iedere schadelijke
invloed
- Comfort van patiënt en zijn omgeving bevorderen in functie van levenskwaliteit en
levensverwachting van de patiënt
SAMENVATTING WONDZORG (SUZAN CECAT)
1. Inleidende begrippen
1.1. Besmetten of contamineren
= overbrengen van levende micro organismen van de ene plaats naar de andere
➥ in staat om zich te vermenigvuldigen
Bij besmetting is nog geen vermenigvuldiging van MO, maar slecht tijdelijke (transiënte)
aanwezigheid geen pathologisch effect
Besmettingswegen:
- Direct of rechtstreeks: via aerogene besmetting of door besmet lichaamsdeel (vb. bij
spreken, niezen, hoesten)
- Indirect of onrechtstreeks: via levende materie (mens, dier) of dode materie (voedsel,
instrument) = tussengastheren (vb. via toiletgerief, linnen, handen van vpl)
1.2. Kolonisatie
= kiemen vermenigvuldigen of zijn in grote aantallen aanwezig zonder ziekteverschijnselen
te veroorzaken
1.3. Kritische kolonisatie
= bacteriën aanwezig in al dan niet levende weefsels veroorzaken vrij discrete
ontstekingsreactie die zich verder uitbreidt evolueert mogelijks naar infectie
1.4. Infectie
= binnendringen van MO in levend wezen/weefsel die op basis van hun virulentie schade
aanrichten
➥ MO bij infectie = pathogeen / ziekteverwekker
= klinische herkenbare ontstekingsreactie als gevolg van besmetting
Verschillende mogelijkheden van infectie
- Kruisinfectie
- Auto-infectie
1.5. Ontsmetten (of desinfectie)
= verlagen van besmettingsniveau
= verminderen van het aantal MO op/in het materiaal of weefsel
1.6. Asepsis of aseptie
= methoden met als doel microbiële besmetting van materiaal en weefsels te voorkomen
door uitsluiting, verwijdering of vernietiging van MO
1.7. Sterilisatie
= materiaal behandelen zodat na behandeling geen levende MO op/in materiaal meer
, 2
SAMENVATTING WONDZORG (SUZAN CECAT)
2. Algemene beschouwingen
2.1. Wat is een wondzorg?
= totaal van handelingen, gesteund op wetenschappelijke inzichten, die op deskundige wijze
worden uitgevoerd om de wondheling zo vlot mogelijk te laten verlopen
➥ Indien totale wondheling niet mogelijk negatieve gevolgen voor patiënt en omgeving
beperken
2.2. Wat is een wonde?
= verbreking van huid en onderliggend weefsel door exogene beschadiging (mechanische,
chemische, fysische beschadigingen) of door aanwezigheid van onderliggende stoornis
2 types wonden:
- Acute wonde: wonde die normale helingsproces doorloopt binnen normale tijdsduur
- Chronische wonde: wonde die normaal helingsproces niet doorloopt binnen normale
tijdsduur
2.3. Wat is een wondgebied?
= bestaat uit 1 of meerdere wonden,die het gevolg zijn van eenzelfde ingreep, trauma of
verwonding
➥ Hoeven niet noodzakelijk onder hetzelfde verband te zitten, maar wonden met
verschillende oorzaak die onder 1 verband zitten, vormen 1 wondgebied
2.4. Het helingsproces
= continu proces dat ingedeeld kan worden in 4 overlappende fasen met als doel het defect
(wonde) te sluiten
2.4.1. Eerste fase: de coagulatiefase (eerste uur)
Stolling + fibrinenetwerk
Doel: hemostase bereiken door stollingscascade
- Vasoconstrictie bloedtoevoer naar plaats van wonde verlaagt
- Bloedplaatjes aggregeren en vormen bloedklonter
- Activatie fibrinogeen fibrinenetwerk van bloedklonter wordt opgebouwd
- Bloedplaatjes scheiden groeifactoren en cytokines af
2.4.2. Tweede fase: de reinigingsfase of inflammatiefase (eerste dagen)
Ontstekingsreactie + opruiming van dood weefsel en bacteriën
Vasodilatatie: grotere bloedtoevoer naar wondgebied
- Cellen worden aangevoerd stoffen geproduceerd die wonde zuiveren (fagocytose)
- Zuiveren van de wonde via:
• Elimineren en/of verminderen van eventuele bacteriële contaminatie
• Starten met verwijderen van debris
Klinische tekens: RDCT (rubor, dolor, calor, tumor)
, 3
SAMENVATTING WONDZORG (SUZAN CECAT)
2.4.3. Derde fase: de proliferatiefase (eerste maand)
Vorming van nieuw bindweefsel en nieuwe bloedvaten (= granulatieweefsel)
- Fibroblasten groeien vanuit wondranden: produceren bouwstoffen voor collageen
netwerk
➥ Collageenproductie: afhankelijk van aanwezigheid van vit C, Fe, proteïnen en
zuurstof
- Neoangiogenese zuurstof en voedingsstoffen worden zo in wonde gebracht
Klinische tekens:
- Rood korrelig aspect door epithelisatie
➥ Epitheelcellen sluiten de wonde waterdicht af en beschermen tegen MO
- Roze broze huid door wondcontractie
2.4.4. Vierde fase: maturatiefase (tot 6 à 12 maanden na verwonding)
Bindweefselreorganisatie
- Collageenvezels worden geremodelleerd en verhogen weefselsterkte
- Littekenweefsel: (genezen huid is nooit meer zo sterk als ongeschonden weefsel)
• Eerste weken: zacht, zwak
• Na een maand: harder, roder, dikker en sterker
• Daarna: wit, zacht en soepel
Klinisch teken: litteken verkleint
Afwijkingen in de uitgroei van het litteken
- Hypertrofisch littekenweefsel (wild vlees)
- Keloïdvorming
(Bij een chronische wonde verloopt dit niet volgens deze opeenvolgende fasen, maar
helemaal gestoord)
2.5. Doelstellingen wondzorg
- Wondheling in optimale omstandigheden laten verlopen
➥ Afhankelijk van toestand van de wonde:
• Hemostase bevorderen
• Zuivere wonde bekomen (reinigen en ontsmetten, correcte verbandkeuze)
• Beschermen van wonde en wondomgeving tegen iedere schadelijke
invloed
- Comfort van patiënt en zijn omgeving bevorderen in functie van levenskwaliteit en
levensverwachting van de patiënt