Oefenvragen Sociale Psychologie
*Opmerking: alle begrippen/theorieën die hierin staan, zijn uitgelegd in een ander bestand die
geüpload is op Stuvia. Wanneer er dus dingen onduidelijk zijn, zie dit bestand voor de volledige
uitleg. Link: htps://www.stuvia.nl/doc/289996/socialeppsychologiepleerdoelensamenvattng
In dit bestand staan tevens alle leerdoelen/begrippen/belangrijke theorieën die bij dit vak horen
uitgelegd.
Vraag 1
Bob moet een presentate geven en is erg zenuwachtg. Als hij voor de klas staat merkt hij dat er een
gat in zijn mouw van zijn shirt heef en hij heef het idee dat iedereen ziet dat er een gat in zit. Hoe
wordt dit verschijnsel in de sociale psychologie genoemd?
A. (Subjecteff) zelfewustzijn
B. Zelfverhefngsmotef
C. Spotlight efect
D. Need to belong
Vraag 8
In grote groepen zijn mensen vaak minder gemotveerd om hun best te doen, omdat de gedachten
hebben als ‘ze zien toch niet wat ik doe’. Ik het idee dat jouw individuele bijdrage in een grote groep
niet opgemerkt wordt, maakt het ook mogelijk om rustg achterover te leunen en anderen het werk
te laten opknappen. Mensen kunnen het idee krijgen dat ze grats kunnen meelifen op de
inspanningen van anderen. Hoe heet dit efect?
A. Het sucker efect
B. Het free rider efect
C. Sociale Facilitate efect
D. Expecataton states efect
Vraag 3
Tim is van mening dat zwarte auto’s veel mooier zijn dan wite auto’s. Hij kan zich moeilijk
voorstellen dat anderen menen auto’s met een andere kleur leuker vinden. Welk van de
onderstaande antwoord past er niet bij?
A. Falsep consensus efect
B. Sociale projecte
C. Zelfverhefng
D. Egocentrisme
Vraag 2
Jan en zijn vrienden ziten in de kroeg. Jan is een gierige jongen, maar die dat niet wil weten van
zichzelf. Jan houdt telkens in de gaten wie een rondje geef. Op een gegeven moment merkt Jan op
dat een van zijn vrienden een rondje heef overgeslagen. Meteen maakt hij de opmerking dat zijn