Sportmarketing
Lesweek 1 ppt
Het marketingproces:
- Inventariseren (behoeften afnemers)
- Inspelen
- Marketinginstrumenten (4 p’s + personeel en proces)
4 P’s = product, plaats, promotie & prijs
Sportmarketing:
- Sport specifieke kenmerken in zetten
- Creëren van toegevoegde waarde
- Inspelen wensen en behoeften
- Aangaan langdurige relatie
Sport specifieke kenmerken:
- Niet voorspelbaar
- Niet beheersbaar
- Uitslag bepaalt de kwaliteit van beleving
- Gedeeltelijk ontastbaar
- Interactie tussen afnemers en aanbieders
- Geen voorraadvorming mogelijk
- Kan niet gestandaardiseerd worden
Sport als marketingmiddel:
- Activiteiten waarbij sport wordt ingezet om andere doelstellingen te realiseren.
(Shirtsponsor)
Marketing van sport:
- Alle organisaties die sport gerelateerde producten of diensten in de markt zetten.
(Nike, Adidas)
Abell-model (1980):
- Het is een marktafbakening
- Afnemersbehoeften: (gezelligheid, gezondheid, afvallen, gespierd zijn)
- Afnemersgroepen: (krachtsporters, fietsers, groepssporters)
- Wijzen van behoeftebevrediging (technologieën): (groepslessen, losse halters, cardio
apparatuur, pt)
,Breedtesportmarkt:
- Georganiseerde sport (vereniging)
- Ongeorganiseerde sport (fitness, hardlopen, wielrennen)
- Anders georganiseerde sport (skaten)
Publieke aanbieders breedtesport:
- VWS
- Sportkoepels
- Sportbonden
- Sportvereniging
Primaire relaties:
- Organisaties die het fysieke sporten voor een breedtesportbeoefenaar faciliteren.
(Zowel profit als non-profit)
Secundaire relaties:
- Organisaties die goederen en diensten leveren aan de breedtesporter, zodat die zijn
sport kan beoefenen.
Directe relatie:
- De organisatie heeft direct contact met de eindafnemer, de consument.
Indirecte relatie:
- Richt de organisatie zich daarentegen op andere organisaties, de business-to-
businessmarkt.
Business-to-businessmarkt kenmerken:
- Besluitvormingsproces is langdurig
- Besluitvorming is rationeler
- Meerdere personen binnen de organisatie betrokken
- De relatie heeft een formeel karakter
- De relatie kan geautomatiseerd zijn
Omniverenigingen: sportverenigingen voor verschillende sporten.
Commerciële aanbieders breedtesport:
- Organisaties die producten op de breedtesportmarkt aanbieden.
- Zij beogen via de breedtesportbeoefenaar winst te maken.
Sporthardware = functionele goederen die door breedtesporters gebruikt worden bij het
beoefenen van hun sport.
Topsport:
- De sport beoefend door ‘professionals’ staat centraal.
- Passieve consumenten willen er direct of indirect voor betalen om de sport te
beleven.
, - De grootte van de vraag naar een bepaalde topsportvorm wordt bepaald door de
mate van attractiviteit voor een consument.
Attractiviteit is afhankelijk van verschillende factoren:
- Persoonlijke emotionele betrokkenheid bij de sport
- Persoonlijke identificatie met de sporters of club
- Kennis van sport
- Bestaan van helden
- Culturele factoren
- Fysieke omgeving rondom een sport
- Spanning van de activiteit en/of competitie
- Zelf de sport beoefenen als amateur.
Bij sportmarketing speel je in op de wensen, behoeften en motieven van de consument om
op basis daarvan waarde te creëren.
- Hiervoor is inzicht in het gedrag noodzakelijk.
Consumentengedrag = het gedrag dat een consument vertoont ten opzichte van een
waardepropositie die een organisatie richting die consument formuleert.
Het koopbeslissingsproces = geeft aan wat er in het hoofd van de consument omgaat bij het
doen van een bepaalde aankoop.
- Het begint met een behoefte en motivatie en eindigt met beoordeling bij gebruik.
Behoefte = een tekortgevoel
- Koopgedrag ontstaat wanneer een behoefte op een bepaald moment dermate sterk
is, dat er een motief ontstaat om dit gedrag te vertonen.
Betrokkenheid = de mate waarin een potentiële koper verwacht dat de keuze en aanschaf
van een product belangrijke consequenties en risico’s voor hem in houden.
Lesweek 1 ppt
Het marketingproces:
- Inventariseren (behoeften afnemers)
- Inspelen
- Marketinginstrumenten (4 p’s + personeel en proces)
4 P’s = product, plaats, promotie & prijs
Sportmarketing:
- Sport specifieke kenmerken in zetten
- Creëren van toegevoegde waarde
- Inspelen wensen en behoeften
- Aangaan langdurige relatie
Sport specifieke kenmerken:
- Niet voorspelbaar
- Niet beheersbaar
- Uitslag bepaalt de kwaliteit van beleving
- Gedeeltelijk ontastbaar
- Interactie tussen afnemers en aanbieders
- Geen voorraadvorming mogelijk
- Kan niet gestandaardiseerd worden
Sport als marketingmiddel:
- Activiteiten waarbij sport wordt ingezet om andere doelstellingen te realiseren.
(Shirtsponsor)
Marketing van sport:
- Alle organisaties die sport gerelateerde producten of diensten in de markt zetten.
(Nike, Adidas)
Abell-model (1980):
- Het is een marktafbakening
- Afnemersbehoeften: (gezelligheid, gezondheid, afvallen, gespierd zijn)
- Afnemersgroepen: (krachtsporters, fietsers, groepssporters)
- Wijzen van behoeftebevrediging (technologieën): (groepslessen, losse halters, cardio
apparatuur, pt)
,Breedtesportmarkt:
- Georganiseerde sport (vereniging)
- Ongeorganiseerde sport (fitness, hardlopen, wielrennen)
- Anders georganiseerde sport (skaten)
Publieke aanbieders breedtesport:
- VWS
- Sportkoepels
- Sportbonden
- Sportvereniging
Primaire relaties:
- Organisaties die het fysieke sporten voor een breedtesportbeoefenaar faciliteren.
(Zowel profit als non-profit)
Secundaire relaties:
- Organisaties die goederen en diensten leveren aan de breedtesporter, zodat die zijn
sport kan beoefenen.
Directe relatie:
- De organisatie heeft direct contact met de eindafnemer, de consument.
Indirecte relatie:
- Richt de organisatie zich daarentegen op andere organisaties, de business-to-
businessmarkt.
Business-to-businessmarkt kenmerken:
- Besluitvormingsproces is langdurig
- Besluitvorming is rationeler
- Meerdere personen binnen de organisatie betrokken
- De relatie heeft een formeel karakter
- De relatie kan geautomatiseerd zijn
Omniverenigingen: sportverenigingen voor verschillende sporten.
Commerciële aanbieders breedtesport:
- Organisaties die producten op de breedtesportmarkt aanbieden.
- Zij beogen via de breedtesportbeoefenaar winst te maken.
Sporthardware = functionele goederen die door breedtesporters gebruikt worden bij het
beoefenen van hun sport.
Topsport:
- De sport beoefend door ‘professionals’ staat centraal.
- Passieve consumenten willen er direct of indirect voor betalen om de sport te
beleven.
, - De grootte van de vraag naar een bepaalde topsportvorm wordt bepaald door de
mate van attractiviteit voor een consument.
Attractiviteit is afhankelijk van verschillende factoren:
- Persoonlijke emotionele betrokkenheid bij de sport
- Persoonlijke identificatie met de sporters of club
- Kennis van sport
- Bestaan van helden
- Culturele factoren
- Fysieke omgeving rondom een sport
- Spanning van de activiteit en/of competitie
- Zelf de sport beoefenen als amateur.
Bij sportmarketing speel je in op de wensen, behoeften en motieven van de consument om
op basis daarvan waarde te creëren.
- Hiervoor is inzicht in het gedrag noodzakelijk.
Consumentengedrag = het gedrag dat een consument vertoont ten opzichte van een
waardepropositie die een organisatie richting die consument formuleert.
Het koopbeslissingsproces = geeft aan wat er in het hoofd van de consument omgaat bij het
doen van een bepaalde aankoop.
- Het begint met een behoefte en motivatie en eindigt met beoordeling bij gebruik.
Behoefte = een tekortgevoel
- Koopgedrag ontstaat wanneer een behoefte op een bepaald moment dermate sterk
is, dat er een motief ontstaat om dit gedrag te vertonen.
Betrokkenheid = de mate waarin een potentiële koper verwacht dat de keuze en aanschaf
van een product belangrijke consequenties en risico’s voor hem in houden.