100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Oncologische zorg (keuzecursus)

Rating
-
Sold
-
Pages
47
Uploaded on
20-01-2024
Written in
2023/2024

Een uitgebreide samenvatting voor de kennistoets over de keuzecursus Oncologische zorg. Er is gebruik gemaakt van de literatuur uit het boek leerboek oncologieverpleegkunde en van informatie uit de lessen.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Unknown
Uploaded on
January 20, 2024
Number of pages
47
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Oncologische zorg
Kanker ontstaat als gevolg van genetische veranderingen in
lichaamscellen, die daardoor veranderen in tumorcellen. Het is een
ongecontroleerde deling van lichaamscellen. De cellen kunnen niet meer
stoppen met delen en groeien in omliggende weefsels (infiltratie) en
verspreiden door het lichaam (metastasering).

Een goedaardige (benigne) tumor is geen kanker, het kan wel tegen
omliggende weefsels of organen drukken. Heel soms kan benigne maligne
worden. Een benigne tumor groeit over het algemeen niet snel, is goed
ingekapseld en is goed gedifferentieerd (structuur van het weefsel van
herkomst is duidelijk te herkennen).

Bij groei van een kwaadaardige (maligne) tumor is de regulatie van de
celvermeerding (proliferatie) en de celdifferentiatie verstoord. Wanneer de
tumor groter wordt, groeit deze infiltratief door weefsels en omgeving. De
cellen zijn veranderd van structuur en er is veelvormigheid (polymorfie)
van de celkernen.
Infiltratieve groei kan ertoe leiden dat tumorcellen worden meegevoerd
met lymfe- en bloedvaten en elders in het lichaam terechtkomen, hier
kunnen ze weer gaan delen en kan een nieuwe tumor ontstaan,
metastase.

Primaire preventie: gericht op het voorkomen van het ontstaan van kanker.
Secundaire preventie: gericht op het zo vroeg mogelijk ontdekken van
kanker en het geven van een adequate behandeling.
Tertiaire preventie: gericht op het beperken van de gevolgen van de
aandoening en eventuele tweede tumor te voorkomen.

Exogene factoren: roken, voeding, bewegen, alcohol, zonlicht,
overgewicht, ioniserende straling, beroepsrisico, geneesmiddelen,
infecties, milieu.
Endogene factoren: hormonale invloeden, genetische factoren, gevolg van
andere ziekten (ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, hepatitis of
levercirrose).

Bij kanker gaat het om verstoring in de evenwichtssituatie tussen celgroei
en celdood. Voordat een kwaadaardige tumor een omvang heeft bereikt
dat hij voelbaar of detecteerbaar is, treden er ongeveer veertig
tumorcelpopulatieverdubbelingen op. Een tumor heeft exponentiële groei,
heeft net zo lang nodig om van 0,5cm naar 1,0cm te gaan als van 1 naar 2
en 2 naar 4 cm.

Tumorsuppressorgenen coderen voor eiwitten die een remmende invloed
hebben op de celgroei. Door een mutatie kan het geïnactiveerd worden of
zelfs geheel vernietigd. Inactiviteit resulteert in verwijderen van een eiwit
dat de celgroei remt.

,Carcinoom is een tumor die ontstaat uit epitheelcellen.
Sarcoom ontstaat uit het steun- en bindweefsel van het lichaam.
Hematologische maligniteiten zijn de maligniteiten van de bloed
bereidende organen en de lymfeklieren.

Verspreiding door het lichaam kan optreden door ingroei in omliggende
weefselstructuren, lymfogene metastasering naar regionale lymfeklieren
en door hematogene metastasering.
T: grootte van de tumor
N: mate van aantasting van regionale lymfeklieren
M: metastase via de bloedbaan
Longtumoren
Risicofactoren voor longkanker is roken en meeroken, luchtvervuiling,
ioniserende straling, schadelijke stoffen, genetische factoren en andere
longziekten.
De prognose van longkanker is afhankelijk van stadium van de ziekte, type
van de kanker, leeftijd, co-morbiditeit, gewicht en de aan- of afwezigheid
van hersenmetastasen.

Algemene lichamelijke symptomen zijn vermoeidheid, algehele malaise en
vermagering.
Bij centraal gelegen longtumor, uitgaande van grotere luchtwegen, kan
prikkelhoest, hemaptoë, pijn in de thorax of benauwdheid optreden als
vroege klacht.
Perifeer gelegen longtumoren geven pas laat klachten, bijkomende
uitzaaiingen geven eerder klachten dan de tumor zelf.
Bij lokale doorgroei kan heesheid ontstaan of gelaatszwelling. Ingroei of
compressie kan ook pijn, passageklachten of de hik geven.

De behandeling van longcarcinoom hangt af van de weefseldiagnose en
stadiëring van de tumor. Bij alle patiënten dient laboratoriumonderzoek te
worden gedaan met ten minste bloedbeeld, elektrolyten, nierfunctie en
leverpunctieproeven. Aanvullend onderzoek is ecg, cardiale beoordeling
en longfunctieonderzoek.
Endoscopisch onderzoek wordt verricht om eventuele tumorlokalisatie in
luchtwegen te beoordelen en materiaal te verkrijgen voor cytologisch en
histologisch onderzoek.
Bij liquid biopsie wordt het van een tumor afkomstig materiaal in een
lichaamsvloeistof geïsoleerd en geanalyseerd.

Patiënten met longcarcinoom kunnen door lokalisatie van de tumor of door
tumorprogressie obstructie van de luchtwegen ervaren.


Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC)
De meest voorkomende vorm van longkanker (85%).
 Plaveiselcelcarcinoom (25-30%): langzame groei, centraal
gelokaliseerd
 Adenocarcinoom (35%): klierweefsel van de long

, o Minimaal invasief adenocarcinoom (MIA), kleine tumor <3cm,
geen invasie in lymfevaten, bloedvaten of pleura, goede
overleving
o Invasief adenocarcinoom (infiltratie >5mm), meestal perifeer
gelegen en kunnen snel metastaseren met pleuravocht
aanwezig.
 Grootcellig ongedifferentieerd (5-10%): grote perifere tumoren die
ingroeien in sub segmentale bronchi of grotere luchtwegen.

Behandeling niet-kleincellig longcarcinoom:
Stadium I en II: resectie is oncologisch gezien de beste optie voor curatie,
dit kan met lobectomie, bilobectomie of met pneumectomie. Het doel van
thoraxdrainage is vocht, bloed en lucht draineren uit de pleuraholte.
Complicaties zijn risico’s algehele narcose, wondinfectie, nabloeding,
pneumonie, trombose/ longembolie en verslechtering hartconditie.
Stadium III: conventioneel gefractioneerde radiotherapie, bestralingsdosis
wordt in lagere dosis per keer toegediend, waardoor de kans op ernstige
bijwerkingen kleiner wordt.
Stadium IV: palliatieve radiotherapie, chemotherapie. Niet-
plaveiselcelcarcinomen: immuuntherapie, immuun-chemotherapie,
doelgerichte therapie bij genmutatie.



Kleincellig longcarcinoom (SCLC)
Sterke relatie met roken, kenmerkt zich door hoge respons op
chemotherapie en radiotherapie maar ook snelle ontwikkeling van
resistentie bij patiënten met gemetastaseerde ziekte. Agressieve vorm van
kanker, meestal centraal gelegen en metastaseert snel.

Behandeling kleincellig longcarcinoom:
Stadium I, II en III: beperkte bijdrage van chirurgie, chemotherapie is
eerste keuze. Niet gemetastaseerd, zal gelijktijdig chemo- en radiotherapie
gegeven worden.
Stadium IV: curatie is niet meer mogelijk, chemotherapie wordt gegeven
ter palliatie. Slechte prognose.



Zowel NSCLC als SCLC kent hematogene en lymfogene metastasering
- Bijniermetastase: geven meestal geen klachten, bloeding of
bijnierinsufficiëntie kan wel optreden (meer bij SCLC)
- Botmetastasen: pijn meest voorkomend signaal (NSCLC 20%, SCLC
30-40%)
- Hersenmetastasen: adenocarcinomen metastaseren sneller naar de
hersenen dan plaveiselcelcarcinomen (NSCLC 30%, SCLC 60%)
- Levermetastasen: zeldzaam, geen lokale therapie maar systemische
therapie

, Chirurgie bestaat uit lobectomie: het verwijderen van de longkwab. En
pneumectomie: het verwijderen van de gehele long. Bijwerkingen en
complicaties van chirurgie zijn bloeding, infectie, langdurig luchtlekkage
en frozen shoulder.

Chemoradiatie heeft als bijwerkingen en complicaties vermoeidheid,
radiatie-oesophagitis en radiatiepneumotitis.

Het doel van immuuntherapie is het activeren van één of enkele van de
zeven stappen van de kankerimmuniteitscyclus, zonder de gezonde cellen
te schaden.
De kankerimmuniteitscyclus:
1. Vrijkomen van tumorantigenen (celdood van tumorcellen)
2. Presentatie van tumorantigenen (APCs zoals DCs)
3. Priming en activatie (APCs en T-cellen)
4. T-cellen migreren naar de tumoren (CTLs)
5. T-cellen infiltreren de tumoren (CTLs, endotheelcellen)
6. T-cellen herkennen tumorcellen (CTLs, tumorcellen)
7. Tumorcellen worden gedood

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
juliavanderschoot5 Hogeschool Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
17
Member since
3 year
Number of followers
13
Documents
17
Last sold
6 months ago

3.0

3 reviews

5
0
4
1
3
1
2
1
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions