100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting hoofstuk 10 biologie havo 5

Rating
-
Sold
-
Pages
6
Uploaded on
17-01-2024
Written in
2023/2024

In dit document vind u een goede samenvatting. Deze samenvatting zorgt ervoor dat u helemaal klaar bent voor u toets en een voldoende gaat halen. Het is overzichtelijk. Elke paragraaf is netjes uitgeschreven met de juiste informatie. Dit document bevat bronnen

Show more Read less
Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
5

Document information

Uploaded on
January 17, 2024
Number of pages
6
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Biologie samenvatting hoofdstuk 10

 Als een organisme dood gaat, breken schimmen en bacteriën de resten af
 Een dood organisme kan in een droge omgeving goed bewaard blijven.
 Ook in een koude omgeving blijven de resten van dode organismen goed bewaard.
 Goed bewaarde resten en sporen van organismen uit een ver verleden zijn fossielen.
 De meeste fossielen zijn geen mummies, maar afdrukken van organismen in een gesteente.
 De vorming van een fossiel , de fossilisatie, begint vaak wanneer bodemlagen een dood
organisme luchtdicht afdekken.
 Meestal zijn de zachte delen van het organisme dan al verteerd.
 Mineralen uit de bodem komen inde plaats van organische stoffen in de botresten in
een langdurig proces van honderdduizenden tot miljoenen: de boten of schepen
verstenen tot fossielen.
 Door erosie van de aardlagen kunnen de fossielen weer aan het oppervlak komen.
 Bevroren fossielen leveren paleontologen veel informatie op
 Via darminhoud kunnen ze zien wat het dier gegeten heeft en waar die leefde
 Versteende fossielen bevatten ook veel informatie, aan de dikte van de botten en de afdruk
van de plaatsen waar spieren aan de botten vastzitten, leiden paleontologen het
bewegingspatroon van het dier af.
 Tegenwoordig kunnen ze ook kleur bepalen, afhankelijk van het type pigment, het aantal en
de ordening van de melanosomen ontstaan verschillende kleuren
 Zonder melanosomen is de veer wit, via de structuur van de melanosomen in de
afdrukken van fossielen kunnen onderzoekers de kleuren van de veren de fossielen
vogels afleiden
 Trilobieten zijn geleedpotigen verwant aan spinnen, pissebedden en insecten.
 Door hun grote verspreiding en relatief korte levensduur zijn trilobieten geschikt als
gidsfossielen, fossielen waarmee de ouderdom van een aardlaag ten opzichten van een of
meer andere aardlagen vast te stellen is.
 Fossielen van het geslacht Ceraurus zijn bruikbaar als gidsfossiel
 Het met gidsfossielen bepalen van de ouderdom van een aardlaag en andere fossielen heet
relatieve ouderdomsbepaling.
 Meganueura, leefden 345 tot 280 miljoen jaar geleden
 Bij een relatieve ouderdomsbepaling vergelijk je de ouderdom van fossielen en aardlagen ten
opzcihte van een of meer gidsfossielen.
 Voor een absolute ouderdomsbepaling gebruiken onderzoekers de natuurkundige
eigenschappen van radioactieve elementen.
 De hoeveelheid radioactieve atomen in een steen of fossiel is de maat voor de
ouderdom.
 van veel elementen zijn meerder isotopen bekend.
 Isotopen zijn verschillende vormen van een element, elk met een andere
atoommassa
 Zo kent het element koolstof de standaardvorm 12C en de zwaardere isotoop 14C
 14C isotopen zijn radioactief, ze vallen uit elkaar, waarbij ze straling afgeven en
overgaan in 14N dat niet meer radioactief is.
 Dit radioactief verval meten natuurkundigen als halveringstijd, de tijd waarin de helft
van de hoeveelheid radioactieve isotopen uit elkaar valt

,  Iedere organisme neemt met zijn voeding constant zeer kleine hoeveelheden radioactieve C-
atomen op.
 Blijft een organisme na zijn dood al fossiel bewaard, dan neemt het aantal radioactieve
atomen in het fossiel steeds verder af .
 Uit de verhouding 14C:12C kunnen onderzoekers bepalen hoelang geleden een
organisme gestorven is.
 Bij deze berekening gaat de onderzoeker ervan uit dat de concentratie 14C in het
voedsel van het dier gelijk is aan de concentratie radioactief C in het hedendaagse
voedsel.
 14C vervalt relatief snel
 Fossielen ouder dan 60 000 jaar bevatten daardoor onvoldoende radioactief C om de
ouderdom te kunnen dateren.
 Bevatten oude bodemlagen ook isotopen van bv kalium of uranium dan kan een onderzoeker
die elementen gebruiken om de erin voorkomende fossielen te dateren.
 Isotopen van kalium en uranium vervallen veel langzamer dan koolstof. Met deze isotopen
zijn dateringen van miljoenen tot miljarden jaren mogelijk
$7.85
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
demi10

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
demi10
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
2 year
Number of followers
1
Documents
18
Last sold
2 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions