Samenvatting sociale zekerheid

Oefeningen



Notities les 1
Gezin: kinderbijslag/-geld
Geld: belastingen, bedrijfsvoorheffing, geld geven + geld krijgen
Vakantie: vakantiegeld, AV-dagen (verdiende vrije dagen)
Grafiek: bedrijfswagen, sociale zekerheid verandert zaken, maar het personeel is hier niet altijd blij mee.
RSZ en sociale inspectie: controleren van de bedrijven, controle van zwart werk
koppelen aan loonbrief.

Examen:
- Rekenmachine meebrengen
- Punten verdien je vooral met het resultaat, niet met berekeningen
- Tabellen worden jouw bezorgd
- Geen meerkeuzevragen
- Voorbeeldvragen laatste les
Bv: Woord invullen, verbindingen leggen, open vragen, afkortingen voluit perfect schrijven
- Theorie + oefeningen: belangrijk!




1

,1 Algemeenheden
1.1 Doel sociale zekerheid
Carrefour maakte bekend dat er in ons land meer dan 1000 banen zullen verdwijnen. Een drama voor
elke medewerker die zijn job ziet verdwijnen. Feit is dat de winkelketen te laat heeft ingezet op de
digitaliseren en de veranderende consument.

Sociaal recht= verzamelterm van
 Arbeidsrecht: in geval voor Carrefour  zoveel mogelijk mensen hun jobs laten behouden. LOON
 Sociale zekerheid: in geval voor Carrefour  werkloosheidsuitkering UITKERING
- Verzekeren van sociale risico’s, zoals de werkloosheid
- Verschaffen van uitkeringen

Begrijpen vanuit ideologische achtergrond  systeem sociale zekerheid

1.1.1 Grondleggers

 Bismarck (19de eeuw)
Vertrekt vanuit het feit dat de werknemer  recht op  een uitkering.
Vanaf dat je werkt en je krijgt een loon, dan moet er een solidariteit ontstaan tussen de werkenden.

 Lord Beveridge (20ste eeuw)
Iedereen = elke burger  recht op  bestaanszekerheid.
Via belastingen een forfaitaire uitkering voor iedereen.

In België hebben we een gemengd systeem, zowel van de ene als van de andere grondlegger.
Bijvoorbeeld: Pensioenrechten is gebaseerd op ‘Bismarck’: als je als werknemer veel loopbaanjaren hebt
gewerkt, ga je een hoger pensioen krijgen.
Bijvoorbeeld: Gezondheidszorgen is gebaseerd op ‘Beveridge’: bij de apotheker, dokter,… moeten wij niet
alles betalen.

 beide modellen steeds aftoetsen aan de theorie die we gaan bekijken.

1.1.2 Sociale zekerheid en HR



Loonberekening/
Aanwerving & ontslag administratie

Sociale zekerheid en HR
Vakantiegeld &
Aangiftes sociale risico’s langdurig zieke



1

,1.2 Takken
Welke sociale risico’s worden gedekt?
- Ziekte- en invaliditeitsverzekering
- Werkloosheidsverzekering
- Gezinsbijslag
- Rust- en overlevingspensioen
- Jaarlijkse vakantie Niet vermeld:
- Beroepsziektenverzekering -zelfstandigen
- Arbeidsongevallenverzekering -ambtenaren

= 7 takken waarvoor je verzekerd bent  voor algemeen stelsel voor werknemers
arbeider & bediende
1.3 Residuaire stelsels
Residuair
=De sociale zekerheid in ruime zin.
=waarborgt bestaansmiddelen op ogenblikken waarop de bestaanszekerheid van de burger bedreigd wordt.

Geen recht op klassieke sociale zekerheid?  sociale bijstand. Bv: leefloon, inkomensgarantie voor
ouderen…

!! Examen !! Leg uit:
-Verschil sociale bijstand  Sociale zekerheid
-Sociale bijstand & als voorbeeld ‘leefloon’
Bv: Actualiteit jan 2015: verschillende jonge schoolverlaters geen recht meer op een
inschakelingsuitkering als werkloze => kloppen aan bij OCMW voor aanvraag leefloon, stijging cijfers
OCMW. Voor jongeren die afstuderen heeft men het systeem verstrengd. Ze kunnen niet meer tot hun 30
‘werkloos’ zijn.
Men is werkloos en wil nog iets bijstuderen  dan kan je een leefloon krijgen.

1.4 Stelsels
- Werknemers
• Gebonden aan WG door een arbeidsovereenkomst
• Op de meerderheid: algemeen stelsel
Mijnwerkers en koopvaardijzeelieden: bijzondere stelsels

- Zelfstandigen
• GEEN contractuele band met een WG

- Ambtenaren
= tewerkgesteld bij overheidsdienst (federaal, deelstaat, provincie, gemeente…)
• Contractueel= vallen onder het algemeen stelsel van sociale zekerheid
• Statutair= vastbenoemd  vallen onder één van de vele stelsels van sociale zekerheid




2

, 1.5 Kenmerken Ex.: kennen + toepassen

1. Verplicht
Openbare orde  GEEN afwijking mogelijk

2. Financiering
- door bijdragen werknemers (13,07%) en werkgevers (22,65%) + subsidies staat
- Ook alternatieve inkomstenbronnen bv: btw-inkomsten, accijnzen…

3. Beheer bij 1 instelling: RSZ = Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
Beheerscomité heeft alle bevoegdheden inzake het beheer van deze instelling.
 paritair samengesteld: gelijk aantal leden representatieve WG & WNorganisaties

4. Solidariteitsprincipe
De sterkere steunen de zwakkere in de samenleving – werkende steunen niet-werkenden

5. Voldaan aan voorwaarden?  Rechthebbende op sociale vergoedingen
Met het inkomen wordt hier geen rekening gehouden. Behoeftig zijn ≠ vereiste

1.6 Bevoegdheid Ex.: wat zijn de taken? + 6de staatshervorming

Regel: sociale zekerheid  federale bevoegdheid

Door de 6de staatshervorming zijn verschillende bevoegdheden overgedragen naar de regio’s.
Dus geldt niet meer voor alle Belgen.
Welke?
 RSZ- doelgroepverminderingen werkgever
 Kindergeld
 Onderdelen werkloosheidsverzekering


2 Kruispuntbank van de sociale zekerheid (KSZ)
2.1 Begrip
• Elektronisch netwerk: e-government in de sociale sector
• Gegevensuitwisseling tussen instellingen sociale zekerheid: snel & efficiënt
• Zo weinig mogelijk administratieve formaliteiten

2.2 Werking
• ≠ databank waar al jou gegevens worden opgeslagen
‘Gegevensregelaar’ gegevensstromen
- Welke gegevens van wie zijn waar?
- Gegevens opgeslagen bij verschillende instellingen
- Doorverwijzing instellingen naar elkaar – onderlinge uitwisseling



3