Deze toets is gebaseerd op de leerstof voor de toets gegeven door de Hogeschool van Amsterdam.
Het is bedoeld als hulptoets en kan dus ook niet direct worden vergeleken met de echte toets. Met
15 fout is het cijfer een 5.5. De antwoorden zijn te vinden onderaan dit bestand.
1. ‘’Lisette is het zusje van Lex. Lex heeft een dikkere trui ........ .’’ Kies uit:
o Als haar
o Dan zij
o Dan haar
2. ‘’Ouders, wilt u de ........ niet in de gang parkeren?’’ Kies uit:
o Buggy’s
o Buggies
o Buggys
3. ‘’Wij hebben in de vakantie vaak ........ .’’ Kies uit:
o Gescrabbelt
o Gescrabbled
o Gescrabbeld
4. ‘’De Pianist …… graag klassieke zangstemmen.’’ Kies uit:
o Begeleidt
o Beleid
o Begelijdt
5. Wat is het meervoud van elf (sprookjesfiguur)?
o Elven
o Elfen
o Elffen
6. ‘’Wij vertrouwen erop dat u zijn excuses ….. .’’ Kies uit:
o Aanvaart
o Aanvaard
o Aanvaardt
7. ‘’Wij moesten heel lang ….. bij de garderobe.’’ Kies uit
o Wachten
o Wachtten
8. ‘’ ‘……. Je toch niet zo op’ zei Jan tegen zijn broer. ‘’ Kies uit?
o Wint
o Wind
o Windt