Voorkennis............................................................................................................................. 2
Balans:............................................................................................................................... 2
Resultatenrekening of winst/verliesrekening:.....................................................................3
Les 1...................................................................................................................................... 4
Regelgeving voor opstellen jaarverslaglegging..................................................................4
Overige regels jaarverslaglegging......................................................................................5
Boek 2 Burgerlijk Wetboek Titel 9......................................................................................6
Richtlijnen jaarverslaglegging............................................................................................6
Belangrijke begrippen........................................................................................................7
Les 2...................................................................................................................................... 8
RJ 212 Materiële vaste activa............................................................................................8
RJ 121 Bijzondere waardeverminderingen........................................................................8
Les 3...................................................................................................................................... 9
RJ213 Vastgoedbeleggingen.............................................................................................9
RJ292 Leasing...................................................................................................................9
Les 4.................................................................................................................................... 10
RJ 645 Woningcorporaties...............................................................................................10
,Voorkennis
Een jaarverslag bevat de volgende onderdelen:
- Directieverslag
- Jaarrekening:
- Balans
- Bij een balans heb je aan de linkerkant de activa en aan de rechterlant
de passiva.
- Er is een vaste volgorde van activa en passiva.
- Resultatenrekening of winst/verlies rekening
Balans:
- Een balans is altijd in evenwicht. De som van alle activa en de som van alle passiva
moet gelijk zijn.
- Een balans ziet eruit als volgt
Activa Passiva
Vaste activa Eigen vermogen
Vlottende activa Lang vreemd vermogen
Kort vreemd vermogen
- Vaste activa zijn bezittingen die langer dan een jaar aan je onderneming verbonden
zijn.
- Vlottende activa zijn zaken die binnen een jaar in geld omgezet kunnen worden.
Liquide middelen vallen hier ook onder.
- Een actief zet je op de balans als:
- Het een middel is dat door een rechtspersoon wordt ingezet ten behoeve van
de bedrijfsvoering waarvoor de rechtspersoon de beschikkingsmacht heeft.
- Als er economisch voordeel mee wordt behaald.
- Passiva is een verzamelnaam voor eigen vermogen en lang en kort vreemd
vermogen.
- Eigen vermogen is het bedrag dat je zelf als ondernemer in je onderneming hebt
geïnvesteerd.
- Agio is het bedrag dat de aandeelhouders meer hebben betaald dan de aandelen
waard zijn, of de winst van het op de markt brengen van aandelen.
- Herwaarderingsreserve, is een reserve die net zo groot is als het verschil in
boekwaarde voor en na de herwaardering van een bezit.
- Lang vreemd vermogen bestaat uit leningen die een looptijd hebben van meer dan
een jaar.
- Kort vreemd vermogen bestaat uit middelen die je onderneming slechts voor een
korte tijd beschikbaar heeft, en je in elk geval binnen een jaar terug moet betalen.
, - Niet alle uitgaven komen op de balans, soms gaan uitgeven meteen naar de
winst/verliesrekening
- Instandhoudingsonderhoud zet je niet op de balans.\
- Onderzoekskosten gaan niet op de balans, ontwikkelkosten worden wel op de
balans gezet.
- Goodwill zet je op de balans want je verwacht er economisch voordeel van. (vaste
activa)
- Als je een kantoor verkoopt en voor een lange tijd terug leased dan moet dat op de
balans.
Resultatenrekening of winst/verliesrekening:
- Kosten en uitgaven zijn niet hetzelfde, kosten schrijf je vaak af over een langere
termijn terwijl je de uitgaven in één keer doet.
- Rente en belastingen zijn kosten.
- Opbrengsten en inkomsten zijn niet hetzelfde
- Opbrengsten zijn enkel resultaten uit de bedrijfsvoeringen.
- Inkomsten kunnen ook op andere manieren binnenkomen.
- Waardestijging van objecten is wel een opbrengst maar geen inkomst.
- Kosten moeten directe resultaten hebben op de bedrijfsvoering of nodig zijn voor de
bedrijfsvoering.
- In het algemeen ga je uit van lineaire afschrijving tenzij anders wordt vermeld.