Soorten organismen
● Basiskennis natuur
ZOOGDIEREN DIEREN IN DE TUIN BOMEN
edelhert klein koolwitje linde
ree dagpauwoog hazelaar
vos atalanta tamme kastanje
wild zwijn meikever beuk
das gewone wesp zomereik
eekhoorn lieveheersbeestje esdoorn
hermelijn gewone aardhommel populier
huismuis honingbij berk
spitsmuis pendelzweefvlieg zwarte els
bosmuis miljoenpoot wilg
haas duizendpoot vlier
wild konijn oorworm den
egel zwarte wegmier spar
bruine rat pissebed
mol regenworm
tuinslak
watersnuffel
gewone pad
bruine kikker
groene kikker
kleine watersalamander
stekelbaars
snoek
BERMPLANTEN PADDENSTOELEN VOGELS
grote grote parasolzwam zanglijster
brandnetel vliegenzwam kraai
klaproos (rode/witte) weidechampion spreeuw
klaver geschubde inktzwam merel
boterbloem eekhoorntjesbrood buizerd
paardenbloem grote stinkzwam groene specht
margriet gewoon elfenbankje grote bonte specht
witte dovenetel roodborst
bosaardbei pimpelmees
koekoeksbloem koolmees
wilde peen winterkoning
vink
ekster
blauwe reiger
wilde eend
torenvalk
SPORENPLANTEN
adelaarsvaren
wijfjesvaren
,haarmos
parapluutjesmos
blaasjeswier
zeesla
Zenuwstelsel
● Handboek p. 398 - 404
Bouwstenen van ons zenuwstelsel:
* zenuwcellen of neuronen
↳ deze geven elektrische impulsen door.
Het menselijk zenuwstelsel bestaat uit:
* Centrale zenuwstelsel: hersenen en …..
…………………………………………………………………ruggenmerg
* Perifere zenuwstelsel: dit vormt de . . .
... verbinding tussen het centrale
………………………………………………………………..zenuwstelsel en de organen en weefsels.
………………………………………………………………..Het gedeelte van het zenuwstelsel dat
………………………………………………………………..buiten het ruggenmerg en de hersenen
………………………………………………………………..ligt.
De gewilde beweging
Reflex: onwillekeurige reactie van de spieren op een prikkel.
↳ Bv. een bal vangen
Je ogen nemen de naderende bal waar. De
informatie gaat via de oogzenuwen naar de
hersenen. Dat gebeurt dus via het afferente deel
van het perifere zenuwstelsel. De hersenen
verwerken deze informatie en ‘berekenen’ waar de
bal zal uitkomen. De kleine hersenen geven het
bewegingspatroon door voor het vangen van een
bal. De motorische schors in de grote hersenen
stuurt via de ruggenmergzenuwen een signaal naar
de motorische zenuwcel van de arm, zodat de
spieren in actie treden. De motorische zenuwcel behoort tot het efferente deel
van het perifere zenuwstelsel. Zoals je merkt, gaat er best wel wat informatie
heen en weer. Ook dit gaat op zich al bliksemsnel. Zo’n elektrische ontlading
verplaatst zich soms met een snelheid van zo’n 300 km/uur.
Reflexboog
Bij het aanraken van een hete pan geven de vrije zenuwuiteinden in de huid een
signaal via de sensorische zenuwcel door aan het ruggenmerg. Daar wordt
onmiddellijk via een schakelneuron informatie doorgegeven aan de motorische
, zenuwcel. Die geeft het bevel aan de spieren om de hand terug te trekken. Het
signaal moet dus niet meer van de hersenen komen om de hand terug te
trekken, en zo win je tijd. Er gaat ook nog wel een signaal naar de hersenen.
Daardoor roep je ‘auw’ nadat je je hand al had weggetrokken en kijk je hoe erg
je je verbrand hebt.
Het skelet en beweging bij gewervelden
● Handboek p. 408 - 422
Functies van het skelet
Het skelet heeft een vijftal belangrijke functies: ondersteuning van het lichaam,
bescherming van inwendige organen, aanhechting voor spieren (waardoor we
kunnen bewegen), aanmaak van bloedcellen en opslag van calcium
● Ondersteuning
Zeer belangrijke functie, het ondersteunen van het lichaam. Zonder je skelet zou
je bezwijken onder je eigen gewicht. Het volwassen menselijk skelet bestaat
meestal uit 206 botten. Baby’s hebben een honderdtal botten meer dan
volwassenen. Veel beenderen, vooral de schedelbeenderen, moeten nog
vergroeien bij baby’s.
● Bescherming
Het beschermen van de vitale organen. Zo beschermt de ribbenkast, die bestaat
uit de twaalf borstwervels, het borstbeen en de twaalf paar ribben, het hart en
de longen. De schedel die bestaat uit verschillende met elkaar vergroeide
beenderen, beschermt dan weer de hersenen en de belangrijkste zintuigen.
● Aanhechting
De spieren die vastgehecht zijn aan het skelet, noemen we de skeletspieren.
Natuurlijk zijn er ook spieren die niet vastgehecht zijn aan het skelet, zoals
bijvoorbeeld het hart. De skeletspieren zijn de willekeurige spieren: je kunt ze
● Basiskennis natuur
ZOOGDIEREN DIEREN IN DE TUIN BOMEN
edelhert klein koolwitje linde
ree dagpauwoog hazelaar
vos atalanta tamme kastanje
wild zwijn meikever beuk
das gewone wesp zomereik
eekhoorn lieveheersbeestje esdoorn
hermelijn gewone aardhommel populier
huismuis honingbij berk
spitsmuis pendelzweefvlieg zwarte els
bosmuis miljoenpoot wilg
haas duizendpoot vlier
wild konijn oorworm den
egel zwarte wegmier spar
bruine rat pissebed
mol regenworm
tuinslak
watersnuffel
gewone pad
bruine kikker
groene kikker
kleine watersalamander
stekelbaars
snoek
BERMPLANTEN PADDENSTOELEN VOGELS
grote grote parasolzwam zanglijster
brandnetel vliegenzwam kraai
klaproos (rode/witte) weidechampion spreeuw
klaver geschubde inktzwam merel
boterbloem eekhoorntjesbrood buizerd
paardenbloem grote stinkzwam groene specht
margriet gewoon elfenbankje grote bonte specht
witte dovenetel roodborst
bosaardbei pimpelmees
koekoeksbloem koolmees
wilde peen winterkoning
vink
ekster
blauwe reiger
wilde eend
torenvalk
SPORENPLANTEN
adelaarsvaren
wijfjesvaren
,haarmos
parapluutjesmos
blaasjeswier
zeesla
Zenuwstelsel
● Handboek p. 398 - 404
Bouwstenen van ons zenuwstelsel:
* zenuwcellen of neuronen
↳ deze geven elektrische impulsen door.
Het menselijk zenuwstelsel bestaat uit:
* Centrale zenuwstelsel: hersenen en …..
…………………………………………………………………ruggenmerg
* Perifere zenuwstelsel: dit vormt de . . .
... verbinding tussen het centrale
………………………………………………………………..zenuwstelsel en de organen en weefsels.
………………………………………………………………..Het gedeelte van het zenuwstelsel dat
………………………………………………………………..buiten het ruggenmerg en de hersenen
………………………………………………………………..ligt.
De gewilde beweging
Reflex: onwillekeurige reactie van de spieren op een prikkel.
↳ Bv. een bal vangen
Je ogen nemen de naderende bal waar. De
informatie gaat via de oogzenuwen naar de
hersenen. Dat gebeurt dus via het afferente deel
van het perifere zenuwstelsel. De hersenen
verwerken deze informatie en ‘berekenen’ waar de
bal zal uitkomen. De kleine hersenen geven het
bewegingspatroon door voor het vangen van een
bal. De motorische schors in de grote hersenen
stuurt via de ruggenmergzenuwen een signaal naar
de motorische zenuwcel van de arm, zodat de
spieren in actie treden. De motorische zenuwcel behoort tot het efferente deel
van het perifere zenuwstelsel. Zoals je merkt, gaat er best wel wat informatie
heen en weer. Ook dit gaat op zich al bliksemsnel. Zo’n elektrische ontlading
verplaatst zich soms met een snelheid van zo’n 300 km/uur.
Reflexboog
Bij het aanraken van een hete pan geven de vrije zenuwuiteinden in de huid een
signaal via de sensorische zenuwcel door aan het ruggenmerg. Daar wordt
onmiddellijk via een schakelneuron informatie doorgegeven aan de motorische
, zenuwcel. Die geeft het bevel aan de spieren om de hand terug te trekken. Het
signaal moet dus niet meer van de hersenen komen om de hand terug te
trekken, en zo win je tijd. Er gaat ook nog wel een signaal naar de hersenen.
Daardoor roep je ‘auw’ nadat je je hand al had weggetrokken en kijk je hoe erg
je je verbrand hebt.
Het skelet en beweging bij gewervelden
● Handboek p. 408 - 422
Functies van het skelet
Het skelet heeft een vijftal belangrijke functies: ondersteuning van het lichaam,
bescherming van inwendige organen, aanhechting voor spieren (waardoor we
kunnen bewegen), aanmaak van bloedcellen en opslag van calcium
● Ondersteuning
Zeer belangrijke functie, het ondersteunen van het lichaam. Zonder je skelet zou
je bezwijken onder je eigen gewicht. Het volwassen menselijk skelet bestaat
meestal uit 206 botten. Baby’s hebben een honderdtal botten meer dan
volwassenen. Veel beenderen, vooral de schedelbeenderen, moeten nog
vergroeien bij baby’s.
● Bescherming
Het beschermen van de vitale organen. Zo beschermt de ribbenkast, die bestaat
uit de twaalf borstwervels, het borstbeen en de twaalf paar ribben, het hart en
de longen. De schedel die bestaat uit verschillende met elkaar vergroeide
beenderen, beschermt dan weer de hersenen en de belangrijkste zintuigen.
● Aanhechting
De spieren die vastgehecht zijn aan het skelet, noemen we de skeletspieren.
Natuurlijk zijn er ook spieren die niet vastgehecht zijn aan het skelet, zoals
bijvoorbeeld het hart. De skeletspieren zijn de willekeurige spieren: je kunt ze