DE WEEFSELS: DE BOUW EN
FUNCTIE VAN PRIMAIRE
WEEFSELTYPES
INLEIDING HISTOLOGIE (WEEFSELLEER)
De bouw & functie van de primaire
weefseltypes
EPITHEELWEEFSELS
= dekweefsels
LOKALISATIE
Afgrenzing vn lichaam(sholten) met buitenwereld:
- Opperhuid = epidermis
- Binnenbekleding maag, darmen & galwegen
- Binnenbekleding luchtwegen & longblaasjes Slijmvliezen (mucosa) +
- Binnenbekleding urine- & voortplantingswegen onderliggend weefsel
- Oogbindvlies
- Nierbuisjes
Afgrenzing vn holle structuren nt in contact met buitenwereld:
- Binnenbekleding bloedvaten & hart = endotheel
- Begrenzing vd lichaamsholten = weivliezen = mesotheel
hartzakje (pericard)
pleuraholte; longvlies (pleura)
buikholte (peritoneum); buikvlies (peritoneaal membraan)
,FUNCTIES
Fysieke bescherming: mechanische, microbiologische & chemische
Selectieve barrière: doorlaatbaarheid regelen
Zintuigfunctie: veranderingen id omgeving waarnemen & info doorgeven door gespecialiseerde zintuigcellen
Bv. reukepitheel
Productie & afgifte vn secreten: gespecialiseerde klier(cell)en
Soms bijkomende functies: Trilhaarepitheel: slijmtransport over het oppervlak
Darmepitheel: absorptie vn voedselbestanddelen (transcellulair transport)
Opperhuid: : synthese vn Vit D & melanine (= kleur)
BOUW & KENMERKEN
1 dominant celtype geschikt in 1 of meerdere lagen:
- Basale laag bevat kiemcellen vr herstel & vernieuwing
- Apicaal (= lumineel) oppervlak kan verschillen vd celbasis & kan glad of bezet zijn met microvilli
- vn andere weefsels gescheiden door basale membraan
Onderling stevig aan mekaar & basale membraan verankerd via tight & gap junctions + (hemi)desmosomen
weinig tt geen intercellulaire ruimte
Kunnen hypertrofiëren of vn type veranderen (= metaplasie) bij irritatie
= overmatige groei; bv. eelt = reversibele verandering vn ene celtype nr andere op plaats
Waar dat normaal nt voorkomt
reactie op chronisch, nt-fysiologische prikkel
Bevat gn bloedvaten (avasculair): moeten voedingsstoffen uit diepere weefsels of uitwendig oppervlak halen
BASALE LAAG MET KIEMCELLEN
Kiemcellen = primitieve cellen met levenslang deelvermogen
Kunnen steeds regenereren door deling: een dochtercel vervangt moedercel,
de ander wordt gewone epitheelcel
Ter vernieuwing: continue vervanging vd versleten toplaag
Vr herstel: dichting vn defecten bij beschadiging = re-epithelialisatie
HET APICAAL/LUMINEEL OPPERVLAK
Glad; bv. endotheel in bloedvaten, opperhuid
Bezet met microvilli = kleine vingervormige uitlopertjes ter vergroting vh oppervlak;
bv. thv de darm
Bezet met cillia = beweeglijke trilharen om vloeistofstromen te creëren vr transport;
bv. thv luchtwegen
, CELVERBINDINGEN
Tight junction = verbinding tss 2 celmembranen & microfilamenten vh cytoskelet
gn diffusie tss cellen mogelijk
Gap junction = verbindin met membraankanalen die beide membranen overspannen
diffusie vn kleine moleculen tss cellen
Desmosoom = verbinding tss cellen onderling of met basale membraan & intermediaire filamenten vh
cytoskelet via adhesie-eiwitten
TYPES OBV CELVORM & GELAAGHEID
Vorm: zeer verscheiden ngl epitheelsoort & lokalisatie ih epitheel zelf
cilindervormig (cilindrisch) = zuilvormig
cuboïdaal (kubisch) = even hoog als breed
plaatvormig (plaveisel) = afgevlakt
Gelaagdheid: éénlagig
(pseudo)meerlagig
overgangsepitheel
Urotheel in urinewegen = overgangsepitheel volgens mate vn stretching
KLIERWEEFSEL
Kliercellen zijn gespecialiseerde epitheelcellen die stoffen afscheiden om op afstand vd cel in te werken
bv. slijmbekercellen zijn ééncellige klieren die geïsoleerd voorkomen ih dekepitheel vd slijmvliezen
Klieren zijn groeperingen vn kliercellen
bv. maagliertjes, borstklier
Klierafscheiding wordt gereguleerd door het autonome zenuwstelsel & hormonen
INDELING OBV BESTEMMING
Exocriene klieren: afscheiding vn waterige secreten nr
buitenwereld
Endocriene klieren: afscheiding vn hormonen nr
bloedbaan
Gemengde klieren: klieren die zowel endocriene als
exocriene kliercellen bevatten
bv. pancreas, testes
Belangrijke exocriene klieren:
- slijmklieren: slijm heeft glijfunctie & vangt
stofdeeltjes weg
- zweetklieren: zweet wordt afgescheiden aan
huidoppervlak vr verdamping
- talgkliertjes - melkklieren
- traanklieren
- prostaat & zaadblaasjes
- spijsverteringsklieren: scheiden sappen af id darmholte vr vertering
FUNCTIE VAN PRIMAIRE
WEEFSELTYPES
INLEIDING HISTOLOGIE (WEEFSELLEER)
De bouw & functie van de primaire
weefseltypes
EPITHEELWEEFSELS
= dekweefsels
LOKALISATIE
Afgrenzing vn lichaam(sholten) met buitenwereld:
- Opperhuid = epidermis
- Binnenbekleding maag, darmen & galwegen
- Binnenbekleding luchtwegen & longblaasjes Slijmvliezen (mucosa) +
- Binnenbekleding urine- & voortplantingswegen onderliggend weefsel
- Oogbindvlies
- Nierbuisjes
Afgrenzing vn holle structuren nt in contact met buitenwereld:
- Binnenbekleding bloedvaten & hart = endotheel
- Begrenzing vd lichaamsholten = weivliezen = mesotheel
hartzakje (pericard)
pleuraholte; longvlies (pleura)
buikholte (peritoneum); buikvlies (peritoneaal membraan)
,FUNCTIES
Fysieke bescherming: mechanische, microbiologische & chemische
Selectieve barrière: doorlaatbaarheid regelen
Zintuigfunctie: veranderingen id omgeving waarnemen & info doorgeven door gespecialiseerde zintuigcellen
Bv. reukepitheel
Productie & afgifte vn secreten: gespecialiseerde klier(cell)en
Soms bijkomende functies: Trilhaarepitheel: slijmtransport over het oppervlak
Darmepitheel: absorptie vn voedselbestanddelen (transcellulair transport)
Opperhuid: : synthese vn Vit D & melanine (= kleur)
BOUW & KENMERKEN
1 dominant celtype geschikt in 1 of meerdere lagen:
- Basale laag bevat kiemcellen vr herstel & vernieuwing
- Apicaal (= lumineel) oppervlak kan verschillen vd celbasis & kan glad of bezet zijn met microvilli
- vn andere weefsels gescheiden door basale membraan
Onderling stevig aan mekaar & basale membraan verankerd via tight & gap junctions + (hemi)desmosomen
weinig tt geen intercellulaire ruimte
Kunnen hypertrofiëren of vn type veranderen (= metaplasie) bij irritatie
= overmatige groei; bv. eelt = reversibele verandering vn ene celtype nr andere op plaats
Waar dat normaal nt voorkomt
reactie op chronisch, nt-fysiologische prikkel
Bevat gn bloedvaten (avasculair): moeten voedingsstoffen uit diepere weefsels of uitwendig oppervlak halen
BASALE LAAG MET KIEMCELLEN
Kiemcellen = primitieve cellen met levenslang deelvermogen
Kunnen steeds regenereren door deling: een dochtercel vervangt moedercel,
de ander wordt gewone epitheelcel
Ter vernieuwing: continue vervanging vd versleten toplaag
Vr herstel: dichting vn defecten bij beschadiging = re-epithelialisatie
HET APICAAL/LUMINEEL OPPERVLAK
Glad; bv. endotheel in bloedvaten, opperhuid
Bezet met microvilli = kleine vingervormige uitlopertjes ter vergroting vh oppervlak;
bv. thv de darm
Bezet met cillia = beweeglijke trilharen om vloeistofstromen te creëren vr transport;
bv. thv luchtwegen
, CELVERBINDINGEN
Tight junction = verbinding tss 2 celmembranen & microfilamenten vh cytoskelet
gn diffusie tss cellen mogelijk
Gap junction = verbindin met membraankanalen die beide membranen overspannen
diffusie vn kleine moleculen tss cellen
Desmosoom = verbinding tss cellen onderling of met basale membraan & intermediaire filamenten vh
cytoskelet via adhesie-eiwitten
TYPES OBV CELVORM & GELAAGHEID
Vorm: zeer verscheiden ngl epitheelsoort & lokalisatie ih epitheel zelf
cilindervormig (cilindrisch) = zuilvormig
cuboïdaal (kubisch) = even hoog als breed
plaatvormig (plaveisel) = afgevlakt
Gelaagdheid: éénlagig
(pseudo)meerlagig
overgangsepitheel
Urotheel in urinewegen = overgangsepitheel volgens mate vn stretching
KLIERWEEFSEL
Kliercellen zijn gespecialiseerde epitheelcellen die stoffen afscheiden om op afstand vd cel in te werken
bv. slijmbekercellen zijn ééncellige klieren die geïsoleerd voorkomen ih dekepitheel vd slijmvliezen
Klieren zijn groeperingen vn kliercellen
bv. maagliertjes, borstklier
Klierafscheiding wordt gereguleerd door het autonome zenuwstelsel & hormonen
INDELING OBV BESTEMMING
Exocriene klieren: afscheiding vn waterige secreten nr
buitenwereld
Endocriene klieren: afscheiding vn hormonen nr
bloedbaan
Gemengde klieren: klieren die zowel endocriene als
exocriene kliercellen bevatten
bv. pancreas, testes
Belangrijke exocriene klieren:
- slijmklieren: slijm heeft glijfunctie & vangt
stofdeeltjes weg
- zweetklieren: zweet wordt afgescheiden aan
huidoppervlak vr verdamping
- talgkliertjes - melkklieren
- traanklieren
- prostaat & zaadblaasjes
- spijsverteringsklieren: scheiden sappen af id darmholte vr vertering