Dit, word niet op de toets gevraagd, maar zorg dat je wel snapt, ook voor examens
7.1
Institutionalisering: het proces waarbij een complex van waarden en min of meer
geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaard gedragspatronen die het gedrag van
mensen en hun onderlinge relaties reguleren.
→ Voorbeeld: bruiloft
Nu vinden we het normaal dat mannen en vrouwen gelijke rechten hebben, maar dat was
vroeger niet zo. In 1917 was er een grondwetswijziging het passief kiesrecht voor zowel
mannen en vrouwen ingevoerd. Bij actief kiesrecht was het alleen voor mannen, maar er
werd wel mogelijkheid gecreëerd om het kiesrecht uit te breiden.
In de tijd na WOII was er in Nederland een verzuilde samenleving.
Er waren drie zuilen:
→ katholiek, protestants, socialistisch, (liberaal)
De zuilen hadden eigen scholen, sportverenigingen, televisie, kranten en zelf bakkers en
slagers.
→ Je ziet dus goed dat min of meer geformaliseerde regels binnen de institutie verzuiling
ervoor zorgden dat de gedragspatronen gereguleerd werden.
Mensen gingen met hun eigen zuil om, en je kon niet zomaar met iemand van een andere
zuil trouwen.
Kostwinnersgezin is een ouderwets gezin waar de vader het geld binnenhaalt en de
moeder zorgt voor het gezin. De vader zorgt voor de kost (het eten) en is daarmee dus de
kostwinner.
De macht tussen ouders en kinderen was groot, zo’n gezin noem je ook wel een
bevelshuishouding, → vader veel macht en kinderen mochten niet tegenspreken.
Er zijn voor- en nadelen van institutionalisering.
Nadelen:
We redeneren in de samenleving vanuit regels. We stellen procedures boven de mensen
voor wie de regels bedoeld zijn.
Voordelen:
Het gedrag van mensen is voorspelbaar, ook al kennen we diegene niet. Ook houdt je meer
vrijheid over als we veel handelingen van onszelf of andere niet steeds opnieuw hoeven uit
te vinden. Mensen weten hoe ze zich in bepaalde situaties moeten gedragen en wat er
verwacht wordt van hen.
7.2
Democratisering: het proces van verandering van de machts- en gezagsverhoudingen door
een grotere inspraak en medezeggenschap van degene met minder macht.
, De klassieke vrijheidsrechten, zoals vrijheid van meningsuiting, beschermen burgers
tegen onderdrukking door de overheid.
Politieke grondrechten zijn bijvoorbeeld kiesrecht en het recht om een politieke partij op te
richten.
Sociale grondrechten houden in dat de overheid moet zorgen voor de bestaanszekerheid
van de bevolking door ervoor te zorgen dat iedereen een woning, werk, zorg en onderwijs
heeft.
Onderhandelingshuishouding is wanneer kinderen steeds meer te zeggen krijgen, de
machtsafstand wordt kleiner. Er wordt onderling meer overlegd.
Na de oorlog hadden jongeren meer geld te besteden en meer vrije tijd. De peergroup
(vrienden) werd een sterke socialisator. Je kreeg groepen als de hippies van de
flowerpowercultuur en de provo’s. De laatste groep was een groep die vooral politie
uitdaagde zodat ze hard zouden optreden.
Media begon ook een grotere rol te spelen, hierdoor werden meerdere zuilen op hetzelfde
kanaal uitgezonden waardoor mensen informatie kregen over andere zuilen. Hierdoor kwam
de ontzuiling.
7.3
Individualisering: het proces waarbij individuen in toenemende mate hun zelfstandigheid
op verschillende gebieden kunnen vergroten.
De toename van economische en cognitieve machtsbronnen van het individu zijn te
verklaren door het ontstaan van de verzorgingsstaat in Nederland.
Er is nu een breder aanbod in opleidingen waardoor je meer keuzevrijheid krijgt. Zo ontstond
de meerkeuzemaatschappij. Ook kwam er buiten meer keuze in je schoolcarrière ook meer
keuze in je vrijetijdsbesteding.
Tegenwoordig kan je makkelijk bindingen maken met andere mensen, door digitale
netwerken bijvoorbeeld. Vroeger was dat niet zo en ging je eigenlijk alleen met je familie en
geloofsgenoten om. Dit soort relaties noem je toebedeelde relaties.
Nu heb je relaties waar je zelf bewust gezocht naar hebt of vanwege interesse of
overtuigingen die je deelt. Dit noem je verworven relaties.
De voor- en nadelen van individualisering
Nadelen:
Als mensen heel erg het idee hebben dat ze hun leven zelfstandig moeten inrichten, kunnen
ze bedenken waarom ze belasting zouden moeten betalen voor mensen waar ze geen
zelfgekozen binding mee hebben. Individualisering bedreigt de solidariteit in een
samenleving en solidariteit is de basis van een verzorgingsstaat.
7.1
Institutionalisering: het proces waarbij een complex van waarden en min of meer
geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaard gedragspatronen die het gedrag van
mensen en hun onderlinge relaties reguleren.
→ Voorbeeld: bruiloft
Nu vinden we het normaal dat mannen en vrouwen gelijke rechten hebben, maar dat was
vroeger niet zo. In 1917 was er een grondwetswijziging het passief kiesrecht voor zowel
mannen en vrouwen ingevoerd. Bij actief kiesrecht was het alleen voor mannen, maar er
werd wel mogelijkheid gecreëerd om het kiesrecht uit te breiden.
In de tijd na WOII was er in Nederland een verzuilde samenleving.
Er waren drie zuilen:
→ katholiek, protestants, socialistisch, (liberaal)
De zuilen hadden eigen scholen, sportverenigingen, televisie, kranten en zelf bakkers en
slagers.
→ Je ziet dus goed dat min of meer geformaliseerde regels binnen de institutie verzuiling
ervoor zorgden dat de gedragspatronen gereguleerd werden.
Mensen gingen met hun eigen zuil om, en je kon niet zomaar met iemand van een andere
zuil trouwen.
Kostwinnersgezin is een ouderwets gezin waar de vader het geld binnenhaalt en de
moeder zorgt voor het gezin. De vader zorgt voor de kost (het eten) en is daarmee dus de
kostwinner.
De macht tussen ouders en kinderen was groot, zo’n gezin noem je ook wel een
bevelshuishouding, → vader veel macht en kinderen mochten niet tegenspreken.
Er zijn voor- en nadelen van institutionalisering.
Nadelen:
We redeneren in de samenleving vanuit regels. We stellen procedures boven de mensen
voor wie de regels bedoeld zijn.
Voordelen:
Het gedrag van mensen is voorspelbaar, ook al kennen we diegene niet. Ook houdt je meer
vrijheid over als we veel handelingen van onszelf of andere niet steeds opnieuw hoeven uit
te vinden. Mensen weten hoe ze zich in bepaalde situaties moeten gedragen en wat er
verwacht wordt van hen.
7.2
Democratisering: het proces van verandering van de machts- en gezagsverhoudingen door
een grotere inspraak en medezeggenschap van degene met minder macht.
, De klassieke vrijheidsrechten, zoals vrijheid van meningsuiting, beschermen burgers
tegen onderdrukking door de overheid.
Politieke grondrechten zijn bijvoorbeeld kiesrecht en het recht om een politieke partij op te
richten.
Sociale grondrechten houden in dat de overheid moet zorgen voor de bestaanszekerheid
van de bevolking door ervoor te zorgen dat iedereen een woning, werk, zorg en onderwijs
heeft.
Onderhandelingshuishouding is wanneer kinderen steeds meer te zeggen krijgen, de
machtsafstand wordt kleiner. Er wordt onderling meer overlegd.
Na de oorlog hadden jongeren meer geld te besteden en meer vrije tijd. De peergroup
(vrienden) werd een sterke socialisator. Je kreeg groepen als de hippies van de
flowerpowercultuur en de provo’s. De laatste groep was een groep die vooral politie
uitdaagde zodat ze hard zouden optreden.
Media begon ook een grotere rol te spelen, hierdoor werden meerdere zuilen op hetzelfde
kanaal uitgezonden waardoor mensen informatie kregen over andere zuilen. Hierdoor kwam
de ontzuiling.
7.3
Individualisering: het proces waarbij individuen in toenemende mate hun zelfstandigheid
op verschillende gebieden kunnen vergroten.
De toename van economische en cognitieve machtsbronnen van het individu zijn te
verklaren door het ontstaan van de verzorgingsstaat in Nederland.
Er is nu een breder aanbod in opleidingen waardoor je meer keuzevrijheid krijgt. Zo ontstond
de meerkeuzemaatschappij. Ook kwam er buiten meer keuze in je schoolcarrière ook meer
keuze in je vrijetijdsbesteding.
Tegenwoordig kan je makkelijk bindingen maken met andere mensen, door digitale
netwerken bijvoorbeeld. Vroeger was dat niet zo en ging je eigenlijk alleen met je familie en
geloofsgenoten om. Dit soort relaties noem je toebedeelde relaties.
Nu heb je relaties waar je zelf bewust gezocht naar hebt of vanwege interesse of
overtuigingen die je deelt. Dit noem je verworven relaties.
De voor- en nadelen van individualisering
Nadelen:
Als mensen heel erg het idee hebben dat ze hun leven zelfstandig moeten inrichten, kunnen
ze bedenken waarom ze belasting zouden moeten betalen voor mensen waar ze geen
zelfgekozen binding mee hebben. Individualisering bedreigt de solidariteit in een
samenleving en solidariteit is de basis van een verzorgingsstaat.
