HOOFDSTUK 1: DE BEROEPSVORMING VAN DE ERGOTHERAPIE
1. Het begrip ‘ergotherapie’
WFOT = world federation of occupational therapists: overkoepelende orgaan
van alle nationale ergotherapie verenigingen -> 1970: term ergotherapie
uitgeroepen tot officiële vertaling in niet-Engelstalige landen van het begrip
occupational therapy.
De toepassing van arbeid & aciviteiten als therapeutisch middel heeft
gedurende de geschiedenis vele verschijningsvormen en benamingen gekend
(activerende -, bezigheids-, arbeidstherapie,...)
Oprichting van de COTEC (1986) = Council of occupational therapists for the
European countries: de standpunten van de nationale verenigingen voor
ergotherapie in Europa te coördineren.
Doel = nationale verenigingen van ergotherapeuten in staat te stellen samen te
werken om de normen van de proffesionele praktijk te ontwikkelen, te
harmoniseren en te verbeteren van de theorie van ergotherapie in heel Europa.
Oprichting van ENOTHE (1995) = European network of occupational therapy in
higher education: non-profit netwerkvereniging doe wordt gefinancierd door een
jaarlijks lidmaatschapsabonnement. De algemene zorg van de leden gaat uit
naar de normen en kwaliteit van de professionele opleiding in ergotherapie in
heel Europa.
Ergotherapie Vlaanderen = nationale vereniging van Belgische
ergotherapeuten. het bestaat uit 2 regionale verenigingen: UPE en EV.
1. Safe place = verhouding tussen
cliënt en therapeut = intramurale
setting/situatie: intramuraal oefenen;
revalidatie.
Bv; revalidatiecentrum, NIET thuis,
school of woonzorgcentra.
2. participeren = thuissituatie: comnmunity based practice = binnen de
gemeenschap oefenen.
community development = met de gemeenschap oefenen.
Bv; naar de markt gaan -> hoe zich op de markt gedragen, ...
! niet altijd makkelijk om te swichen van 1 naar 2.
3. Samenleving
Ambulante situatie = vaak terugkerend naar het zioekenhuis.
! Geld is vaak het probleen dat mensen iets niet doen.
1. Het begrip ‘ergotherapie’
WFOT = world federation of occupational therapists: overkoepelende orgaan
van alle nationale ergotherapie verenigingen -> 1970: term ergotherapie
uitgeroepen tot officiële vertaling in niet-Engelstalige landen van het begrip
occupational therapy.
De toepassing van arbeid & aciviteiten als therapeutisch middel heeft
gedurende de geschiedenis vele verschijningsvormen en benamingen gekend
(activerende -, bezigheids-, arbeidstherapie,...)
Oprichting van de COTEC (1986) = Council of occupational therapists for the
European countries: de standpunten van de nationale verenigingen voor
ergotherapie in Europa te coördineren.
Doel = nationale verenigingen van ergotherapeuten in staat te stellen samen te
werken om de normen van de proffesionele praktijk te ontwikkelen, te
harmoniseren en te verbeteren van de theorie van ergotherapie in heel Europa.
Oprichting van ENOTHE (1995) = European network of occupational therapy in
higher education: non-profit netwerkvereniging doe wordt gefinancierd door een
jaarlijks lidmaatschapsabonnement. De algemene zorg van de leden gaat uit
naar de normen en kwaliteit van de professionele opleiding in ergotherapie in
heel Europa.
Ergotherapie Vlaanderen = nationale vereniging van Belgische
ergotherapeuten. het bestaat uit 2 regionale verenigingen: UPE en EV.
1. Safe place = verhouding tussen
cliënt en therapeut = intramurale
setting/situatie: intramuraal oefenen;
revalidatie.
Bv; revalidatiecentrum, NIET thuis,
school of woonzorgcentra.
2. participeren = thuissituatie: comnmunity based practice = binnen de
gemeenschap oefenen.
community development = met de gemeenschap oefenen.
Bv; naar de markt gaan -> hoe zich op de markt gedragen, ...
! niet altijd makkelijk om te swichen van 1 naar 2.
3. Samenleving
Ambulante situatie = vaak terugkerend naar het zioekenhuis.
! Geld is vaak het probleen dat mensen iets niet doen.