100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Exam (elaborations)

Examen basisbegrippen statistiek voor criminologen (2016)

Rating
-
Sold
1
Pages
16
Grade
9-10
Uploaded on
09-01-2024
Written in
2023/2024

Examen van Basisbegrippen statistiek voor Criminologen van januari 2016. Het document bevat 2 examens met uitwerking en oplossing van alle oefeningen.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 9, 2024
Number of pages
16
Written in
2023/2024
Type
Exam (elaborations)
Contains
Questions & answers

Subjects

Content preview

Oplossing Examens Januari 2016
Basisbegrippen Statistiek voor Criminologen



Examen I

(1) (9 pt) De onderstaande databank geeft gegevens weer over noordelijke
en zuidelijke staten in de VS voor wat betreft de violent crime rate (per
100.000 inwoners) (VCR), de incarceration rate (per 100.000 inwoners) (IR),
en het gebruik van de doodstraf in de gegeven staat (1 betekent het bestaan
van de doodstraf, 0 geen doodstraf).
Noord/Zuid VCR IR Doodstraf
Z 871.1 431 1
Z 1119.7 368 0
N 621.2 397 0
N 2832.8 1549 0
Z 733.2 387 1
N 508.5 250 0
Z 984.6 499 0
N 1000.1 383 0
N 1122.1 354 1
Z 622.8 506 0
Z 944.5 489 1
Z 746.2 250 1
N 534.5 196 0
Onderzoek de volgende 3 onderzoeksvragen. Geef telkens aan
• Met welke beschrijvende statistische techniek je de beslissing kan on-
dersteunen

• Hoe je de nulhypothese en alternatief formuleert

• Hoe je de P-waarde berekent en hoe je de beslissing neemt op basis van
de P-waarde (je mag telkens significantieniveau 5% gebruiken)

(i) Is er een significant verschil tussen gemiddelde VCR tussen noordelijke en
zuidelijke staten?

1

,Hier is het de bedoeling om de gemiddelde VCR van de twee groepen staten
te vergelijken. We beschouwen hier een eenzijdige testprocedure.
H0 : µN = µZ versus H1 : µN 6= µZ
Als beschrijvende statistische grafiek kan best een plot gemaakt worden met
twee boxplots (één voor N en één voor Z) naast elkaar op dezelfde schaal.
Hier wordt als teststatistiek gebruikt
X̄N − X̄Z
T = q .
Sp n1N + n1Z

Je zal hier dus verwerpen als T sterk verschillend van 0 is.
Hier is nN = 6, nZ = 7. We vinden x̄Z = 860.3, x̄N = 1103.2, sZ =
171.0, sN = 884.6 en dan s2p = (5s2N +6s2Z )/11 = (609.6)2 . Hier is de uitkomst
van T gelijk aan 0.72.
De P-waarde wordt nu gegeven door het dubbele (tweezijdig alternatief !) van
de kans dat onder de t11 verdeling een waarde gevonden wordt groter dan
0.72:
2P (t11 > 0.72)
wat dicht bij 0.50 ligt, en dus kunnen we de nulhypothese H0 niet verwerpen.
(ii) Is er een significant verband tussen de geografische ligging van de staat
(N of Z) en het gebruik van de doodstraf?
Hier wordt best een kruistabel opgesteld:
Doodstraf = Ja Doodstraf =Nee
N 1 5 6
Z 4 3 7
5 8 13
Er zijn nu twee mogelijke manieren om deze vraag te beantwoorden:
i. Via de χ2 -test. Dan worden de aantallen in de bovenstaande tabel vergeleken
met de verwachte waarden onder de nulhypothese dat er geen verband is
tussen het vragen van een lookbroodje en het soort pizzakorst:
Doodstraf = Ja Doodstraf = Nee
N (6 × 5)/13 = 2.31 (6 × 8)/13 = 3.69 6
Z (7 × 5)/13 = 2.69 (7 × 8)/13 = 4.31 7
5 8 13

2

, De χ2 statistiek is dan

(1 − 2.31)2 /2.31 + (5 − 3.69)2 /3.69 + (4 − 2.69)2 /2.69 + (3 − 4.31)2 /4.31 = 2.25

De P-waarde is hier gelijk aan de kans om een waarde te bekomen groter dan
2.25 onder de χ21 verdeling:

P (χ21 > 2.25) > 0.10,

aangezien P (χ21 > 2.704) = 0.10. Er is dus geen significantie en we kunnen
de nulhypothese niet verwerpen. Merk op: de χ2 test is steeds éénzijdig!

Een tweede methode vinden we door de schattingen van de proporties of het
voorkomen van de doodstraf te vergelijken tussen noord en zuid:
1 4
p̂N = en p̂Z = .
6 7
Merk de aantallen op waarop deze proporties gebaseerd zijn: nN = 6, nZ = 7!
De hypotheses zijn hier dan

H0 : pN = pZ versus pN 6= pZ .

Als teststatistiek wordt gebruikt

P̂N − P̂Z
Z=q ,
Pˆ0 (1 − P̂0 )( n1N + 1
nZ
)

waarbij hier p̂0 = 5/13 = 0.39. We bekomen nu
p
z = (1/6 − 4/7)/ 0.39 × 0.61(1/6 + 1/7) = −1.49.

De P-waarde is nu

2P (Z < −1.49) = 2P (Z > 1.49) = 2(1−P (Z ≤ 1.49)) = 2×(1−0.932) = 0.136

zodat we tot dezelfde conclusie komen als bij de eerste oplossingsmethode.




3
$12.71
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
robbecoremans

Get to know the seller

Seller avatar
robbecoremans Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
8
Member since
5 year
Number of followers
0
Documents
6
Last sold
11 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions