Hoofdstuk 3 steden en kathedralen
GOTIEK IN DE DERTIENDE EN VEERTIENDE EEUW
In de late middeleeuwen is er door landbouwoverschoten handel mogelijk. Hierdoor breiden
handelsplaatsen zich uit en werden het grote steden. De kerk vormt in de stad het centrum. In de kerk
wordt recht gesproken, er worden feesten gehouden en missen gegeven. In grote steden werd er
daarvoor een kathedraal gebouwd. De cultuur in de middeleeuwen wordt grotendeels bepaald door
steden en kerken.
MUZIEK
Musici trekken langs hoven in Frankrijk, deze musici worden ook wel troubadours of trouvères genoemd
in Frankrijk. In Duitsland worden deze mensen bekend als Minnesänger. Ze zijn vaak van adellijke komaf
en zijn in het klooster opgeleid. Hun zang bevat een beetje van alle culturen, die ze hebben verkend op
hun pelgrimstochten. Een geliefd onderdeel van hun repertoire is de minneliederen. Er wordt hier
hoofse liefde bezongen. Er wordt gezongen over onbereikbare liefde. De minnaar onderneemt geen
stappen, maar kiest ervoor om te lijden onder deze liefde. De muziek aan het hof beïnvloedt de
straatmuziek en de kerkmuziek.
Straatartesten zijn een bekend verschijnsel in de middeleeuwen. Artesten trekken door het land heen
en staan laag in aanzien. Deze straatartesten worden ook wel vagebonden en vaganten genoemd, een
soort zwervers dus. Er wordt door hun een mengvorm van muziek, theater en acrobatek beoefend. De
kerk veroordeelt deze mensen als ‘vaganten van satan’ en is in tegenspraak met de kerkelijke muziek.
Later verzet de kerk zich minder tegen dit volksvermaak en huren ook zij de vaganten in tjdens
optochten en processen in de kerk. Zo wordt het geloof op een hedendaagse manier verkondigd. De kerk
was tegen de grote uitbundige feesten. Die op de achtergrond wel verschenen. In het mirakelspel wordt
een leven van een zondaar ten goede gekeerd door de verschijning van een heilige. Het passiespel
vertolkt het lijden van Christus. Er werd veel werk gestoken in het vormgeven van deze spelen. Bij
wagenspelen werd dit in een processie door de stad op wagens gedaan. Elke wagen heef een
verschillend thema.
KLOOSTERS
De franciscanen en dominicanen stchten kloosterorden in de steden. Ze volgen de soberheid van
Bernardus van Clairvaux. De franciscanen volgen het voorbeeld van Franciscus van Assisi. Hij weet
afvalligen, die tegen de rijkdom van de kerk zijn, weer voor de kerk te winnen. Franciscus werkt
voornamelijk op de straat. Hij vertelt de verhalen van de bijbel niet in het Latjn, maar in de taal van het
volk. Bovenal benadrukt hij de menselijke kant van Christus. Door te lijden was het voorbeeld van
Christus te volgen. De nieuwe orden, zoals de franciscanen, noemen we bedelorden. Ze leven van gifen
van de burgerij. Uit deze orden kwamen universiteiten voort. Alleen geloven was niet genoeg, er werden
verklaringen gezocht voor verklaringen naast God. Een nieuwe manier om op zoek te gaan naar Gods
ware betekenis.
Veel mensen konden in de middeleeuwen niet lezen, dus waren fresco’s een betere manier om het
verhaal te vertellen van heiligen. Door middel van lijnperspectef lijkt het alsof je door een raam naar de
scène kijkt.
GOTIEK IN DE DERTIENDE EN VEERTIENDE EEUW
In de late middeleeuwen is er door landbouwoverschoten handel mogelijk. Hierdoor breiden
handelsplaatsen zich uit en werden het grote steden. De kerk vormt in de stad het centrum. In de kerk
wordt recht gesproken, er worden feesten gehouden en missen gegeven. In grote steden werd er
daarvoor een kathedraal gebouwd. De cultuur in de middeleeuwen wordt grotendeels bepaald door
steden en kerken.
MUZIEK
Musici trekken langs hoven in Frankrijk, deze musici worden ook wel troubadours of trouvères genoemd
in Frankrijk. In Duitsland worden deze mensen bekend als Minnesänger. Ze zijn vaak van adellijke komaf
en zijn in het klooster opgeleid. Hun zang bevat een beetje van alle culturen, die ze hebben verkend op
hun pelgrimstochten. Een geliefd onderdeel van hun repertoire is de minneliederen. Er wordt hier
hoofse liefde bezongen. Er wordt gezongen over onbereikbare liefde. De minnaar onderneemt geen
stappen, maar kiest ervoor om te lijden onder deze liefde. De muziek aan het hof beïnvloedt de
straatmuziek en de kerkmuziek.
Straatartesten zijn een bekend verschijnsel in de middeleeuwen. Artesten trekken door het land heen
en staan laag in aanzien. Deze straatartesten worden ook wel vagebonden en vaganten genoemd, een
soort zwervers dus. Er wordt door hun een mengvorm van muziek, theater en acrobatek beoefend. De
kerk veroordeelt deze mensen als ‘vaganten van satan’ en is in tegenspraak met de kerkelijke muziek.
Later verzet de kerk zich minder tegen dit volksvermaak en huren ook zij de vaganten in tjdens
optochten en processen in de kerk. Zo wordt het geloof op een hedendaagse manier verkondigd. De kerk
was tegen de grote uitbundige feesten. Die op de achtergrond wel verschenen. In het mirakelspel wordt
een leven van een zondaar ten goede gekeerd door de verschijning van een heilige. Het passiespel
vertolkt het lijden van Christus. Er werd veel werk gestoken in het vormgeven van deze spelen. Bij
wagenspelen werd dit in een processie door de stad op wagens gedaan. Elke wagen heef een
verschillend thema.
KLOOSTERS
De franciscanen en dominicanen stchten kloosterorden in de steden. Ze volgen de soberheid van
Bernardus van Clairvaux. De franciscanen volgen het voorbeeld van Franciscus van Assisi. Hij weet
afvalligen, die tegen de rijkdom van de kerk zijn, weer voor de kerk te winnen. Franciscus werkt
voornamelijk op de straat. Hij vertelt de verhalen van de bijbel niet in het Latjn, maar in de taal van het
volk. Bovenal benadrukt hij de menselijke kant van Christus. Door te lijden was het voorbeeld van
Christus te volgen. De nieuwe orden, zoals de franciscanen, noemen we bedelorden. Ze leven van gifen
van de burgerij. Uit deze orden kwamen universiteiten voort. Alleen geloven was niet genoeg, er werden
verklaringen gezocht voor verklaringen naast God. Een nieuwe manier om op zoek te gaan naar Gods
ware betekenis.
Veel mensen konden in de middeleeuwen niet lezen, dus waren fresco’s een betere manier om het
verhaal te vertellen van heiligen. Door middel van lijnperspectef lijkt het alsof je door een raam naar de
scène kijkt.