100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

4VMBO economie samenvatting H1t/mH8

Rating
4.0
(1)
Sold
1
Pages
20
Uploaded on
04-01-2024
Written in
2022/2023

In dit document een samenvatting van H1 tot en met H8. Voornamelijk de hoofdzaken eruit gehaald. Dus veel begrippen en de uitleg daarvan. Deze samenvatting is voor 4vmbo maar kan in principe ook gebruikt worden voor havo studenten, want het is bijna hetzelfde. Veel succes met leren!

Show more Read less
Level
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
4

Document information

Uploaded on
January 4, 2024
Number of pages
20
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Economie samenvatting - H1
1.1
Het vak economie gaat over de behoefte die mensen hebben en de keuzes die zij maken om in hun
behoeften te voorzien. Met behoeften bedoel je alles wat je nodig hebt of graag wilt hebben. De
noodzakelijke behoeften zoals voeding, kleding en woonruimte zijn primaire behoeften. Alles andere
behoeften om je leven aangenamer te maken noem je secundaire behoeften. Voor het vervullen van
die behoeften heb je middelen nodig, zoals tijd, geld en bezittingen. Vaak heb je meer behoeften dan
middelen. Daarom moet je prioriteiten stellen: kiezen welke behoeften belangrijker zijn dan andere.
Bij economie betekent schaars dat er (productie) middelen zijn opgeofferd om het product te maken.
Voor schaarse goederen betaal je een prijs. Daar staan vrije goederen, zoals zon, zeewater, wind of
de vrije natuur tegenover. Je kunt er gebruik van maken zonder ervoor te betalen. Commerciële
bedrijven richten zich vaak op een doelgroep. Voor veel bedrijven zijn jongeren een interessante
doelgroep want:

 Ze hebben over het algemeen veel geld vrij te besteden.
 Ze hebben invloed op de koopbeslissingen bij hen thuis.
 Ze blijven vaak trouw aan een bepaald merk of bedrijf.

In de loop van der tijd verandert je koopgedrag. Dat kan te maken hebben met:

 Commerciële beïnvloeding
 Sociale beïnvloeding
 Je leeftijd
 De ontwikkeling van je inkomen
 De tijd waarin je leeft
 Technologische ontwikkelingen
 Je kennis van producten

Een bedrijf kan verschillende marketinginstrumenten gebruiken. Je noemt ze ook wel de P’s. De
manier waarop een bedrijf meerdere P’s tegelijk gebruikt, noem je de marketingmix. Winkels
gebruiken van de volgende zes P’s.

 Productbeleid (Verpakking? A of B merken? verschillende soorten?)
 Prijsbeleid (Prijs? Kortingsacties?)
 Plaatsbeleid (Waar kopen? Online? Winkel? Dure of goedkope locatie?)
 Promotiebeleid (Reclame? Sponsoring?)
 Personeelsbeleid (Goed en vriendelijk? Wat voor personeel?)
 Presentatiebeleid (Uitstraling van de winkel? Hoe wordt het gepresenteerd?)


1.2
Welvaart is de mate waarin je met je beschikbare middelen in je behoeften kunt voorzien zoals, een
veilige omgeving, schone lucht, vrije tijd, enzovoort. Je welvaart kan toenemen door:

 Het kopen van goederen en diensten
 Zelfvoorziening
 Collectieve goederen (die de overheid produceert)

Bij welzijn kijk je meer hoe gelukkig en tevreden je met je leven bent.

,Het bbp (bruto binnenlands product) is de totale waarde van alle geproduceerde goederen en
diensten in een land. Als het bbp toeneemt, neemt ook de welvaart van het land toe. je kunt op
verschillende manieren een inkomen verdienen. De belangrijkste inkomensvormen zijn:

 Inkomen uit arbeid, zoals salaris, vakantiegeld, loon in natura en de winst uit een eigen zaak.
 Inkomen uit bezit, zoals rente over spaargeld en aandelen.
 Inkomen uit overdrachten, zoals zak- en kleedgeld, uitkeringen (je ontvangt geld zonder een prestatie te leveren).

Voor inkomensverschillen zijn verschillende oorzaken, de hoogte wordt beïnvloed door:

 Leeftijd
 Je opleiding
 Ervaring
 Je prestaties
 De mate van verantwoordelijkheid
 De zwaarte van het beroep
 De vraag naar bepaald werk

De verdeling van het totale inkomen in een land over de inwoners, noem je de personele
inkomensverdeling. De optelsom van alle inkomens uit arbeid en bezit, zoals loon, rente, winst, huur
en pacht, vormen het nationaal inkomen. Omdat per land het aantal inwoners flink kan verschillen,
zegt het nationaal inkomen niet zoveel. Daarom kun je beter kijken naar het inkomen per hoofd van
de bevolking. Dat is het gemiddelde inkomen per inwoner van een land en zegt iets over de welvaart
in dat land.

1.3
Je koopkracht is de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen. Je
koopkracht wordt bepaalt door:

 De hoogte van je inkomen
 De hoogte van de prijzen

Een algemene prijsstijging van goederen en diensten noem je inflatie. Het tegenovergestelde van
inflatie is deflatie. Dat betekent dat de prijzen van goederen en diensten dalen waardoor je
koopkracht toeneemt. Het inkomen dat je in euro’s verdient, is je nominaal inkomen. Als je rekening
houdt met de gevolgen van inflatie voor je inkomen, spreek je van reëel inkomen. Als de lonen net
zoveel stijgen als de prijzen, noem je dat prijzencompensatie. Als de prijzen stijgen, willen
werknemers weer loonsverhoging, enzovoort. Dit verschijnsel noem je de loon-prijsspiraal en die
zorgt voor voortdurende inflatie. Loonstijgingen kunnen dus een oorzaak van inflatie zijn. Er zijn ook
andere oorzaken van inflatie, zoals:

 Hogere grondstofprijzen, zoals van olie, graan of katoen.
 Meer vraag naar goederen en diensten, of juist minder aanbod ervan. Als de vraag naar producten meer
toeneemt dan het aanbod ervan, zal de prijs stijgen.
 Hogere belastingen of andere heffingen door de overheid. Een hoger btw-tarief bijvoorbeeld maakt producten
duurder.

De inflatie mag echter niet te hoog zijn. Het is dan ook de belangrijkste taak van de Europese
centrale bank (ECB) om de inflatie beperkt te houden, zodat de euro zijn waarde behoudt.

, 1.4
Het CBS (centraal bureau voor de statistiek) houdt in Nederland de ontwikkeling bij van alle prijzen
vaan goederen en diensten. Het CBS gebruikt daarbij indexcijfers. Een indexcijfer laat een
procentuele verandering zien ten opzichte van een afgesproken periode. Die periode noem je het
basisjaar. De gegevens in het basisjaar hebben het indexcijfer 100. Het cpi
(consumentenprijsindexcijfer) is een indexcijfer dat de ontwikkeling van consumentenprijzen
weergeeft. Een samengesteld ongewogen prijsindexcijfer noem je zo omdat:

 Samengesteld omdat het gemiddelde prijsindexcijfer is samengesteld uit verschillende artikelgroepen
 Ongewogen omdat iedere artikelgroep even zwaar meetelt

Omdat een huishouden niet aan iedere artikelgroep evenveel geld uitgeeft, werkt het CBS met een
wegingsfactor. Omdat het CBS aan iedere artikelgroep een ander gewicht geeft, is het cpi een
samengesteld gewogen indexcijfer omdat:

 Samengesteld omdat het cpi is samengesteld uit verschillende artikelgroepen.
 Gewogen omdat iedere artikelgroep een andere weging heeft en daarom verschillend meetelt in de berekening
van het cpi.
$8.21
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
taraverboom
3.0
(3)

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
9 months ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
taraverboom
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
6
Member since
3 year
Number of followers
5
Documents
11
Last sold
1 year ago

3.0

3 reviews

5
0
4
2
3
0
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions