1. Verschillen ten opzichte van een volwassene
Bij een ongeval reageren kinderen zowel fysisch, psychologisch als fysiologisch anders dan volwassenen.
- Slecht inschattingsvermogen voor gevaar
- Kinderen kunnen pijn moeilijk beschrijven en lokaliseren (en alle symptomen ontkennen)
- Kinderen hebben een kleiner lichaamsoppervlakte
o Inwerkende krachten komen samen op een kleiner oppervlak
o Elastischere weefsels ® uitwendig is plaats van impact minder duidelijk
o Hogere kans trias van klachten = traide van Waddell
§ Hoofdletsel (weg katapulteren eerst hoofd de grond raken ® zwaartepunt is anders)
§ Femurletsel (bumper)
§ Intrathoracale of intra-abdominale letsels (spatbord en kap)
2. Opvang van een zwaargewond kind
- Focus op de basics ® ABCDE
- Goede afspraken en communicatie
- Teammanagement
2.1. De initiële voorbereiding
- 112 bellen
- Idee van gewicht om medicatie te berekenen en leeftijdsadequaat materiaal klaar te leggen
o 0 – 12 maanden ® gewicht (kg) = (0.5 × leeftijd in maanden) + 4
o 1 – 5 jaar ® gewicht (kg) = (2 × leeftijd in jaren) + 8
o 6 – 12 jaar ® gewicht(kg) = (3 × leeftijd in jaren) + 7
2.2. De primary survey of eerste aanpak
= behandelen van levensbedreigende letsels.
2.2.1. Stap 1: Stop catastrofale uitwendige bloedingen
- Directe druk op de bloeding
- Soms tourniquet noodzakelijk
- Snel toedienen van tranexaminezuur
2.2.2. Stap 2: Airway
- Jaw thrust met chin lift (geen head tilt ® letsel cervicale wervelkolom)
- Vreemd materiaal? ® maak vrij (suctie)
- Zwelling?
- Bewusteloos? ® mayocanule
,2.2.3. Stap 3: Cervicale stabilisatie
- Cervicale stabilisatie ® manual inline stabilisatie (MILS)/headblocks
- Stabilisatie overige wervelkolom ® spinal board of vacuümmatras
Letsels van de cervicale wervelkolom zijn zeldzaam bij kinderen (0-2%) ® miskenning ® paraplegie of quadriplegie.
Bij kinderen jonger dan 5 jaar eerder ligamenten-letsels dan botletsels. Toch een cervicaal trauma ® C1 – C3
aangetast.
Nagaan of een nek vrijgegeven mag worden:
- Normaal onderzoek ® geen pijn bij palpatie of spontaan, geen zwelling, geen hematoom zichtbaar
- Normaal neurologisch onderzoek
- RX
o SCIWORA = spinal cord injury without radiological abnormality ® normale RX sluit geen schade aan
het ruggenmerg uit ® CT-scan
- CT-scan
2.2.4. Stap 4: Breathing
- Arbeid ® tachypnoe, intrekkingen, …
- Doeltreffendheid arbeid ® thoraxexpansies?
- Effecten respiratoire insufficiëntie op andere organen
Kijk en luister:
- Asymmetrie
- Abnormale bewegingen
- Subcutaan emfyseem (kraakt zoals sneeuw)
- Trachea in het midden?
Geen levensbedreigende letsels? ® Non-rebreathing masker met 10 – 15 l/min zuurstof.
5 levensbedreigende aandoeningen van de thorax:
- Tensiepneumothorax
o Kliniek (druk verdringt veneuze retour en vulling hart)
§ Hypoxie
§ Hypotensie
§ Unilateraal minder ademgeruis ® auscultatie is tympaan (hol)
o Behandeling
§ Decompressie met naald in 2e intercostale ruimte midclaviculair of vinger-thoracostomie
(axillair)
§ Definitieve behandeling ® thoraxdrain
- Open pneumothorax
o Kliniek
§ Hypoxie
§ Hypotensie
§ Unilateraal minder ademgeruis ® auscultatie is tympaan (hol)
o Behandeling
§ 3-zijdig occlusie verband ® verband is luchtdicht bij inademing, bij uitademing kan de lucht
weg via de losse kant
§ Definitieve behandeling ® thoraxdrain
, - Massale hemothorax
o Kliniek
§ Hypoxie
§ Hypotensie
§ Unilateraal minder ademgeruis ® auscultatie is dof
o Behandeling
§ Volume hersteld door vochttoediening
§ Onmiddellijke evacuatie bloed met thoraxdrain
- Fladderthorax
o Ribben op minstens 2 plaatsen gebroken ® stuk komt los te zitten
§ Ademen is pijnlijk ® paradoxale bewegingen
§ Bij palpatie ® kraken/crepiteren van de breuken
o Behandeling
§ Pijnstilling
§ Drukverband of taping
- Harttamponnade
o Kliniek (penetrerend of stomp trauma)
§ ECG-complexen worden kleiner
§ Harttonen zijn dof
§ Uitgezette halsvenen
o Behandeling
§ Pericardiocentese
Indicatie intubatie:
- Dreigende obstructie door rookinhalatie (zwelling op korte termijn)
- Faciaal trauma waarbij masker- en ballonbeademing onmogelijk is
- Ernstig hoofdtrauma met nood aan langdurige, gecontroleerde beademing
- Verstoord ademmechanisme zoals bij fladderthorax
- Persisterende luchtwegobstructie
Korte aanrijtijd = balloneren.
2.2.5. Stap 5: Circulatie
Circulatoire tekenen ® hartfrequentie, pols, capillaire refill, perifere pulsaties
Effecten circulatoire insufficiëntie op andere organen ® huidskleur, huidtemperatuur, ademhaling, bewustzijn
® 2 toegangswegen (IV of botnaald)
Vochtbolus bij dreigende shock ® liefst bloed, in trauma niet mogelijk dus kristalloïd bolus ® 10 ml/kg vocht.
Ziekenhuis verwittigen ® chirurg/radioloog verwittigen en eventueel massaal transfusie protocol opstarten.
2.2.6. Stap 6: Disability
APVU score ® alert, responsive to pain, responsive to voice, unresponsive
U? ® bewusteloos (GCS onder 8 = intubatie)
2.2.7. Stap 7: Exposure
Uitwendige kenmerken bekijken + bepalen temperatuur ® kind ontkleden