Samenvatting Begrippenlijst Bewegen Sport en Maatschappij (bsm)

Synoviaal vocht smeermiddel voor je gewrichten, zorgt
ervoor dat het kraakbeen glad is en zo de
botten gemakkelijk om elkaar heen kunnen
draaien

spieren Zorgen voor aandrijving van het lichaam

glasspierweefsel werkt autonoom, trekt uit zichzelf samen
zonder dat je er bij na hoeft te denken

Hartweefsel werkt autonoom, is een lange spier met
vertakkingen en werkt continu

Dwarsgestreept spierweefsel horen bij het bewegingsapparaat, ze
worden bestuurd vanuit het centrale
zenuwstelsel. Deze spier heb je het meest

Agonist Een spier die bij het aanspannen ervoor
zorgt dat je de beweging kan maken die je
wilt maken

antagonist een andere spier die een beweging maakt
die tegengesteld is

motorunit de zenuw samen met zijn groep spiervezels

Zenuwstelsel zorgt ervoor dat alle functies in ons lichaam
op de juiste manier werken

Centraal zenuwstelsel Hier worden beslissingen genomen, bewust
of onbewust (bal gooien of het kloppen van
je hart)

Perifere zenuwstelsel Geeft met behulp van je zintuigen informatie
door over wat er met je gebeurd

Autonome zenuwstelsel Alles wat in je lichaam wordt geregeld
zonder dat jij erover na hoeft te denken

Somatische zenuwstelsel Het in beweging zetten van de spieren die
ons voortbewegen

Cognitieve fase beweging is onbekend en er moet nog
kennis gemaakt worden met de beweging

Associatieve fase de beweging blijven oefenen en herhalen

Autonome fase De beweging gaat automatisch zonder dat
je er bij na hoeft te denken

Cardiovasculaire systeem Zorgt ervoor dat het bloed op een snelle
manier door het lichaam wordt gepompt


Onverzadigde vetten Plantaardige vetten die vloeibaar zijn bij