Social Psychology samenvatng
Inhoudsopgave
H1: The Field of Social Psychology......................................................................................................2
H2: Sociale Cognite............................................................................................................................3
H3: Sociale Percepte..........................................................................................................................4
H4: The Self.........................................................................................................................................6
H5: Attitudes.......................................................................................................................................8
H6: Vooroordelen.............................................................................................................................11
H7: Intiterpersonal Atracton.............................................................................................................13
H8: Close Relatonships....................................................................................................................14
H9: Social Infuence..........................................................................................................................15
H10: Prosocial behavior....................................................................................................................17
H11: Agressie....................................................................................................................................19
1
,H1: The Field of Social Psychology
Social psychology is de wetitenschap die probeertit om de aard en oorzaken van individueel gedrag en
gedachtites in sociale sitituates tite begrijpen. Ditit sociaal gedrag en de sociale gedachtiten zijn zo erg aan
elkaar verbonden datit ze nietit apartit van elkaar behandeld dienen tite worden. Omdatit vrijwel alles watit
wij doen of voelen hersenactvititeitit metit zich meebrengtit, is de neurowetitenschap erg belangrijk voor
de sociale psychologie. Vaak hebben we ergens een mening over en denken we tite wetiten waarom datit
is, omdatit we er redenen voor hebben, maar ditit wil nietit zeggen datit ditit goede redenen zijn en datit we
echtit begrijpen waarom we een bepaalde mening hebben.
Verder gaatit hoofdstituk 1 voor een grootit deel over de metithodologie van Sociale Psychologie. Ditit is
vrijwel allemaal stitof die is behandeld in andere vakken. Deze metithodologie is voor hetit grootitstite deel
hetitzelfde als bij andere wetitenschappen. Echtiter is er een verschil op hetit gebied van deception
(misleiding). Onderzoekers van sociale psychologie latiten hun partcipantiten vaak nietit de ware reden
van hetit onderzoek wetiten, omdatit ditit hun gedrag zal beïnvloeden, waardoor hetit onderzoek nietit meer
valide is. Ditit misleiden kan echtiter etithische problemen metit zich meebrengen. Daarom gaan men uitit
van titwee voorwaarden voor hetit gebruiken van misleiding:
Hetit mag nietit worden gebruiktit om mensen over tite halen om mee tite doen aan hetit onderzoek;
Hetit misleiden moetit tjdelijk zijn. Na hetit onderzoek moetit hetit doel van de stitudie dus alsnog
worden uititgelegd.
2
, H2: Sociale Cognitie
Sociale cognitie is de manier waarop we informate over de sociale wereld intiterpretiteren, analyseren,
ontithouden en gebruiken. Hetit is nietit altjd ratoneel en soms wordtit informate autitomatsch verwerktit.
Wanneer je naar de doktiter gaatit, weetit je watit je tite wachtiten stitaatit. Ditit is een schema datit ons helptit om
sociale informate de organiseren en is nietit alleen titoepasbaar op sitituates, maar ook op bijvoorbeeld
personen, rollen en groepen. Deze schema’s beïnvloeden de aandachtit, hetit coderen en hetit ophalen
van informate. Informate die overeenkomtit metit onze schema’s zal sneller worden ontithouden.
Hoewel schema’s erg handig kunnen zijn, zorgen ze ook voor vooroordelen. Vaak is er ook hetit
perseverance efecc watit inhoudtit datit schema’s onveranderd blijven, ook al worden er goede
titegenargumentiten gegeven. Self-fulfilling prophecies houdtit in datit doordatit je een bepaalde
verwachtng hebtit, deze verwachtng uititkomtit.
Bij hetit ontitvangen van tite veel informate kan er een information overload ontitstitaan. Heuristieken zijn
simpele vuistitregels die ervoor zorgen datit je informate sneller kan verwerken. Er worden drie
gebieden van heuristeken onderscheiden:
Representativtevt: een inschatng maken op basis van een vergelijking;
Beschvkbaarhevd: de beslissing wordtit gemaaktit op basis van informate die hetit makkelijk op
tite halen is. Hierbij speeltit priming (makkelijker ophalen van bepaalde informate, omdatit je
daar recentit aan bentit blootitgestiteld) een rol;
Anchorvng: er wordtit een stitartitwaarde vastitgestiteld waaraan aanpassingen kunnen worden
gedaan.
Ook al denken wij datit we heel ratoneel kunnen denken, maken wij veel foutiten:
Negativty bvas: een grotitere gevoeligheid voor negateve informate dan voor positeve
informate. Uitit evolutonair oogpuntit komtit ditit doordatit negateve dingen een bedreiging
kunnen vormen en we daarvoor alertit moetiten zijn;
Optimvstc bvas: verwachtng datit dingen uititeindelijk goed afopen. De overconfidence barrier
houdtit in datit we meer vertitrouwen in onszelf hebben dan datit we verdienen. De planning
fallacy houdtit in datit we denken minder tjd nodig tite hebben voor ietits dan datit we
daadwerkelijk nodig hebben. Echtiter, in sommige gevallen waar we negatef nieuws
verwachtiten, hebben we de neiging om pessimistsch tite denken.
Councerfaccual chinking is de nijging om andere resultitatiten voor tite stitellen dan de werkelijke
resultitatiten, of denken aan watit je betiter had kunnen doen. Ditit kan positef of negatef zijn, afankelijk
van of hetit verwachtite resultitaatit hoger of lager is dan hetit werkelijke resultitaatit. Thoughc suppression
zijn de inspanningen die je doetit om bepaalde gedachtiten buititen je bewustitzijn tite houden. Mensen
doen ook vaak aan magical chinking. Ditit is hetit denken over aannames die nietit ratoneel zijn. Vaak
houden mensen geen rekening metit modererende variabelen. Een voorbeeld is datit mannen meer
verdienen dan vrouwen, watit veel mensen oneerlijk vinden. Echtiter, waar men geen rekening mee
houd is datit mannen ook meer werkervaring hebben dan vrouwen.
Onze gevoelens beïnvloeden onze gedachtiten en andersom. Er zijn titwee begrippen die beschrijven
hoe onze gevoelens onze gedachtiten beïnvloeden:
Mood dependent imeimory: watit we ontithouden in een bepaalde stitemming, wordtit (deels)
beïnvloed door watit we een andere keer geleerd hebben titoen we in dezelfde stitemming
waren;
Mood congruence efects: we zullen meer positeve informate ontithouden, als we in een
positeve stitemming zijn. Daarnaastit zullen we meer negateve informate ontithouden, als we
in een negateve stitemming zijn.
De cwo-faccor cheory van Schachtiter beschrijf hoe onze gedachtiten onze gevoelens beïnvloeden. Ditit
zegtit datit we onze gevoelens nietit directit wetiten, maar ze afeiden uitit onze gedachtiten. Als we
opgewonden raken in iemands aanwezigheid, zullen we wel verliefd zijn op deze persoon.
3
Inhoudsopgave
H1: The Field of Social Psychology......................................................................................................2
H2: Sociale Cognite............................................................................................................................3
H3: Sociale Percepte..........................................................................................................................4
H4: The Self.........................................................................................................................................6
H5: Attitudes.......................................................................................................................................8
H6: Vooroordelen.............................................................................................................................11
H7: Intiterpersonal Atracton.............................................................................................................13
H8: Close Relatonships....................................................................................................................14
H9: Social Infuence..........................................................................................................................15
H10: Prosocial behavior....................................................................................................................17
H11: Agressie....................................................................................................................................19
1
,H1: The Field of Social Psychology
Social psychology is de wetitenschap die probeertit om de aard en oorzaken van individueel gedrag en
gedachtites in sociale sitituates tite begrijpen. Ditit sociaal gedrag en de sociale gedachtiten zijn zo erg aan
elkaar verbonden datit ze nietit apartit van elkaar behandeld dienen tite worden. Omdatit vrijwel alles watit
wij doen of voelen hersenactvititeitit metit zich meebrengtit, is de neurowetitenschap erg belangrijk voor
de sociale psychologie. Vaak hebben we ergens een mening over en denken we tite wetiten waarom datit
is, omdatit we er redenen voor hebben, maar ditit wil nietit zeggen datit ditit goede redenen zijn en datit we
echtit begrijpen waarom we een bepaalde mening hebben.
Verder gaatit hoofdstituk 1 voor een grootit deel over de metithodologie van Sociale Psychologie. Ditit is
vrijwel allemaal stitof die is behandeld in andere vakken. Deze metithodologie is voor hetit grootitstite deel
hetitzelfde als bij andere wetitenschappen. Echtiter is er een verschil op hetit gebied van deception
(misleiding). Onderzoekers van sociale psychologie latiten hun partcipantiten vaak nietit de ware reden
van hetit onderzoek wetiten, omdatit ditit hun gedrag zal beïnvloeden, waardoor hetit onderzoek nietit meer
valide is. Ditit misleiden kan echtiter etithische problemen metit zich meebrengen. Daarom gaan men uitit
van titwee voorwaarden voor hetit gebruiken van misleiding:
Hetit mag nietit worden gebruiktit om mensen over tite halen om mee tite doen aan hetit onderzoek;
Hetit misleiden moetit tjdelijk zijn. Na hetit onderzoek moetit hetit doel van de stitudie dus alsnog
worden uititgelegd.
2
, H2: Sociale Cognitie
Sociale cognitie is de manier waarop we informate over de sociale wereld intiterpretiteren, analyseren,
ontithouden en gebruiken. Hetit is nietit altjd ratoneel en soms wordtit informate autitomatsch verwerktit.
Wanneer je naar de doktiter gaatit, weetit je watit je tite wachtiten stitaatit. Ditit is een schema datit ons helptit om
sociale informate de organiseren en is nietit alleen titoepasbaar op sitituates, maar ook op bijvoorbeeld
personen, rollen en groepen. Deze schema’s beïnvloeden de aandachtit, hetit coderen en hetit ophalen
van informate. Informate die overeenkomtit metit onze schema’s zal sneller worden ontithouden.
Hoewel schema’s erg handig kunnen zijn, zorgen ze ook voor vooroordelen. Vaak is er ook hetit
perseverance efecc watit inhoudtit datit schema’s onveranderd blijven, ook al worden er goede
titegenargumentiten gegeven. Self-fulfilling prophecies houdtit in datit doordatit je een bepaalde
verwachtng hebtit, deze verwachtng uititkomtit.
Bij hetit ontitvangen van tite veel informate kan er een information overload ontitstitaan. Heuristieken zijn
simpele vuistitregels die ervoor zorgen datit je informate sneller kan verwerken. Er worden drie
gebieden van heuristeken onderscheiden:
Representativtevt: een inschatng maken op basis van een vergelijking;
Beschvkbaarhevd: de beslissing wordtit gemaaktit op basis van informate die hetit makkelijk op
tite halen is. Hierbij speeltit priming (makkelijker ophalen van bepaalde informate, omdatit je
daar recentit aan bentit blootitgestiteld) een rol;
Anchorvng: er wordtit een stitartitwaarde vastitgestiteld waaraan aanpassingen kunnen worden
gedaan.
Ook al denken wij datit we heel ratoneel kunnen denken, maken wij veel foutiten:
Negativty bvas: een grotitere gevoeligheid voor negateve informate dan voor positeve
informate. Uitit evolutonair oogpuntit komtit ditit doordatit negateve dingen een bedreiging
kunnen vormen en we daarvoor alertit moetiten zijn;
Optimvstc bvas: verwachtng datit dingen uititeindelijk goed afopen. De overconfidence barrier
houdtit in datit we meer vertitrouwen in onszelf hebben dan datit we verdienen. De planning
fallacy houdtit in datit we denken minder tjd nodig tite hebben voor ietits dan datit we
daadwerkelijk nodig hebben. Echtiter, in sommige gevallen waar we negatef nieuws
verwachtiten, hebben we de neiging om pessimistsch tite denken.
Councerfaccual chinking is de nijging om andere resultitatiten voor tite stitellen dan de werkelijke
resultitatiten, of denken aan watit je betiter had kunnen doen. Ditit kan positef of negatef zijn, afankelijk
van of hetit verwachtite resultitaatit hoger of lager is dan hetit werkelijke resultitaatit. Thoughc suppression
zijn de inspanningen die je doetit om bepaalde gedachtiten buititen je bewustitzijn tite houden. Mensen
doen ook vaak aan magical chinking. Ditit is hetit denken over aannames die nietit ratoneel zijn. Vaak
houden mensen geen rekening metit modererende variabelen. Een voorbeeld is datit mannen meer
verdienen dan vrouwen, watit veel mensen oneerlijk vinden. Echtiter, waar men geen rekening mee
houd is datit mannen ook meer werkervaring hebben dan vrouwen.
Onze gevoelens beïnvloeden onze gedachtiten en andersom. Er zijn titwee begrippen die beschrijven
hoe onze gevoelens onze gedachtiten beïnvloeden:
Mood dependent imeimory: watit we ontithouden in een bepaalde stitemming, wordtit (deels)
beïnvloed door watit we een andere keer geleerd hebben titoen we in dezelfde stitemming
waren;
Mood congruence efects: we zullen meer positeve informate ontithouden, als we in een
positeve stitemming zijn. Daarnaastit zullen we meer negateve informate ontithouden, als we
in een negateve stitemming zijn.
De cwo-faccor cheory van Schachtiter beschrijf hoe onze gedachtiten onze gevoelens beïnvloeden. Ditit
zegtit datit we onze gevoelens nietit directit wetiten, maar ze afeiden uitit onze gedachtiten. Als we
opgewonden raken in iemands aanwezigheid, zullen we wel verliefd zijn op deze persoon.
3
