Samenvatting thema 4
4.1 Inleiding
In de wet staat welke handelingen een vroedkundige mag en moet stellen, wat er moet gebeuren als
het fout loopt en wat we wel en niet mogen doen met patiënteninformatie.
Al ons handelen moet overeenkomstig zijn met en in respect voor de rechten van de patiënt.
4.1.1 Ontstaan
Een wet ontstaat door een proces van verschillende jaren.
De wet van de patiëntenrechten is ontstaat in de Franse revolutie toen de verklaring voor de rechten
van de mens geformuleerd is. Jaren later kwam er de universele verklaring van de rechten van de
mens. In 22 augustus 2002 keurt het Federale parlement de wet op de patiëntenrechten goed.
4.1.2 Belang
Het schept duidelijkheid over de rechten en de plichten die patiënten en zorgverleners hebben
tegenover elkaar. Je moet de patiëntenrechten duidelijk formuleren om de kwaliteit tussen de relatie
van de zorgverlener en zorgvrager te verbeteren.
4.1.3 Toepassingsgebied
De wet is van toepassing op patiënten.
Patiënt: een natuurlijk persoon aan wie gezondheidszorg wordt verstrekt.
Gezondheidszorg: diensten die verstrekt worden door een beroepsoefenaar met oog voor het
bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheidstoestand van een
patiënt.
4.2 Artikel 5: Het recht op kwalitatieve dienstverlening
Je hebt als patiënt recht op kwaliteitsvolle dienstverlening. De patiënt heeft recht op zorgverleners
die zich informeren en bijscholen. De beroepsbeoefenaar moet zorgvuldig handelen en geen
beroepsfouten maken.
4.3 Artikel 6: Het recht op de vrije keuze van de beroepsbeoefenaar
Patiënten mogen vrij contact opnemen met verschillende beroepsbeoefenaars en mogen hier een
keuze maken.
Ten tweede heeft men het recht om een tweede mening te vragen.
4.4 Artikel 7: Het recht op informatie
Elke patiënt heeft recht op informatie aangaande zijn of haar gezondheidstoestand. Men heeft ook
het recht om niet geïnformeerd te worden.
4.4.1 Welke informatie?
Alle informatie die de patiënt nodig heeft om inzicht te krijgen in de gezondheidstoestand.
4.4.2 aan wie?
ten eerste aan de patiënt zelf in duidelijk taal; aangepast aan de leeftijd, het beroep,…
ten tweede aan vertrouwenspersoon
4.4.3 Het recht om niet te weten
Patiënten hebben het recht om niets te willen weten, maar wanneer dit gevaren geeft voor derden is
het de plicht van de arts om toch de informatie te verstrekken.
4.1 Inleiding
In de wet staat welke handelingen een vroedkundige mag en moet stellen, wat er moet gebeuren als
het fout loopt en wat we wel en niet mogen doen met patiënteninformatie.
Al ons handelen moet overeenkomstig zijn met en in respect voor de rechten van de patiënt.
4.1.1 Ontstaan
Een wet ontstaat door een proces van verschillende jaren.
De wet van de patiëntenrechten is ontstaat in de Franse revolutie toen de verklaring voor de rechten
van de mens geformuleerd is. Jaren later kwam er de universele verklaring van de rechten van de
mens. In 22 augustus 2002 keurt het Federale parlement de wet op de patiëntenrechten goed.
4.1.2 Belang
Het schept duidelijkheid over de rechten en de plichten die patiënten en zorgverleners hebben
tegenover elkaar. Je moet de patiëntenrechten duidelijk formuleren om de kwaliteit tussen de relatie
van de zorgverlener en zorgvrager te verbeteren.
4.1.3 Toepassingsgebied
De wet is van toepassing op patiënten.
Patiënt: een natuurlijk persoon aan wie gezondheidszorg wordt verstrekt.
Gezondheidszorg: diensten die verstrekt worden door een beroepsoefenaar met oog voor het
bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheidstoestand van een
patiënt.
4.2 Artikel 5: Het recht op kwalitatieve dienstverlening
Je hebt als patiënt recht op kwaliteitsvolle dienstverlening. De patiënt heeft recht op zorgverleners
die zich informeren en bijscholen. De beroepsbeoefenaar moet zorgvuldig handelen en geen
beroepsfouten maken.
4.3 Artikel 6: Het recht op de vrije keuze van de beroepsbeoefenaar
Patiënten mogen vrij contact opnemen met verschillende beroepsbeoefenaars en mogen hier een
keuze maken.
Ten tweede heeft men het recht om een tweede mening te vragen.
4.4 Artikel 7: Het recht op informatie
Elke patiënt heeft recht op informatie aangaande zijn of haar gezondheidstoestand. Men heeft ook
het recht om niet geïnformeerd te worden.
4.4.1 Welke informatie?
Alle informatie die de patiënt nodig heeft om inzicht te krijgen in de gezondheidstoestand.
4.4.2 aan wie?
ten eerste aan de patiënt zelf in duidelijk taal; aangepast aan de leeftijd, het beroep,…
ten tweede aan vertrouwenspersoon
4.4.3 Het recht om niet te weten
Patiënten hebben het recht om niets te willen weten, maar wanneer dit gevaren geeft voor derden is
het de plicht van de arts om toch de informatie te verstrekken.