Natuurkunde
Hoofdstuk 13: Aarde en klimaat
Paragraaf 1: Eigenschappen van de atmosfeer
Hoe hoger in de atmosfeer, hoe lager de luchtdruk. De afnemende luchtdruk heeft te
maken met de hoeveelheid lucht die zich boven je bevindt. Druk is de kracht die op
een oppervlak van één vierkante meter wordt uitgeoefend, met als eenheid N m -2.
Deze eenheid heeft een eigen naam: pascal (Pa). 1 Pa = 1 N m -2
De luchtdruk wordt meestal opgegeven in hectopascal (hPa). De luchtdruk kun je
meten met een barometer meten. Op een barometer staat vaak een schaal in
millibar.
p x V = constant
Hierin is:
- p = de druk die deze hoeveelheid gas heeft bij volume V in newton per
vierkante meter (N m-2).
- V = het volume dat een bepaalde hoeveelheid gas inneemt in kubieke meter
(m3).
Onthoudt!
- Veelgebruikte eenheden voor luchtdruk zijn pascal en millibar: 1 Pa = 1 N m -2,
1 hPa = 1 mbar.
- Voor een hoeveelheid gas die wordt samengeperst of uitzet geldt: P 1 x V1 = P2
- De dichtheid van de lucht en de luchtdruk nemen af naarmate de afstond tot
het zeeniveau (naar boven) toeneemt.
Hoofdstuk 13: Aarde en klimaat
Paragraaf 1: Eigenschappen van de atmosfeer
Hoe hoger in de atmosfeer, hoe lager de luchtdruk. De afnemende luchtdruk heeft te
maken met de hoeveelheid lucht die zich boven je bevindt. Druk is de kracht die op
een oppervlak van één vierkante meter wordt uitgeoefend, met als eenheid N m -2.
Deze eenheid heeft een eigen naam: pascal (Pa). 1 Pa = 1 N m -2
De luchtdruk wordt meestal opgegeven in hectopascal (hPa). De luchtdruk kun je
meten met een barometer meten. Op een barometer staat vaak een schaal in
millibar.
p x V = constant
Hierin is:
- p = de druk die deze hoeveelheid gas heeft bij volume V in newton per
vierkante meter (N m-2).
- V = het volume dat een bepaalde hoeveelheid gas inneemt in kubieke meter
(m3).
Onthoudt!
- Veelgebruikte eenheden voor luchtdruk zijn pascal en millibar: 1 Pa = 1 N m -2,
1 hPa = 1 mbar.
- Voor een hoeveelheid gas die wordt samengeperst of uitzet geldt: P 1 x V1 = P2
- De dichtheid van de lucht en de luchtdruk nemen af naarmate de afstond tot
het zeeniveau (naar boven) toeneemt.