100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Exam (elaborations)

Stationstoets MSAe OE Jaar 3 Blok A/C (Blok 3A/3C)

Rating
4.0
(3)
Sold
1
Pages
79
Uploaded on
21-03-2018
Written in
2017/2018

Dit document is een uitgebreide (!!!) uitwerking van pathologieën omtrent MSAe OE voor de Stationstoets van blok 3A/3C (afhankelijk in welk blok de minor plaatsvindt). In dit document is bij iedere pathologie het volgende beschreven: 1) Uitleg omtrent pathologie (ondersteund door plaatjes), 2) de symptomen, 3) het onderzoek (zeer uitgebreid(!!)) en 4) het behandelplan (zeer uitgebreid (!!), ondersteund door recente evidentie, plaatjes uit diverse boeken). Overigens verschilt dit document t.o.v. het document uit Blok 1D/2A voor de IVT dankzij nieuwe inzichten door de docenten en een nog kritische uitwerking van iedere pathologieën m.b.v. diverse boeken. Dit document is dus evenals mijn andere geüploade documenten iedere cent waard en verzekert je van een hoog resultaat! Ik stel het zeer op prijs als je een beoordeling achterlaat indien je deze hebt gekocht ;-)! Tip: check de voordelige bundel eens, zodat je helemaal ready bent voor de stationstoets!

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
March 21, 2018
Number of pages
79
Written in
2017/2018
Type
Exam (elaborations)
Contains
Other

Subjects

Content preview

Inhoudsopgave
Heup (anterieur).................................................................................................................... 2
Heupdysplasie.................................................................................................................... 2
Labrumletsel....................................................................................................................... 2
Femorale Acetabulum Impingement (FAI)...........................................................................2
Heupartrose/degeneratieve veranderingen heup................................................................4
Heup (lateraal)..................................................................................................................... 12
Snapping hip..................................................................................................................... 12
Trochanter Major pijnsyndroom.........................................................................................12
Illiotibiale band syndroom..................................................................................................13
Heup (mediaal).................................................................................................................... 16
(Adductor gerelateerde) liesklachten.................................................................................16
Bovenbeen (anterieur)........................................................................................................ 19
Quadricepsruptuur/spierruptuur in voorzijde bovenbeen...................................................20
Bovenbeen (posterieur)......................................................................................................20
Hamstringruptuur/spierruptuur in achterzijde bovenbeen..................................................21
Knie...................................................................................................................................... 24
MCL- en LCL-letsel........................................................................................................... 24
Meniscusletsel.................................................................................................................. 25
VKB- en AKB-letsel........................................................................................................... 32
Knie (anterieur)....................................................................................................................43
Patella (sub)luxatie/instabiliteit..........................................................................................43
Plicasyndroom.................................................................................................................. 44
Surmenage knie/PFPS......................................................................................................44
Knie (lateraal)...................................................................................................................... 49
Surmenage knie/ITBS (Runner’s knee).............................................................................49
Knieartrose/degeneratieve veranderingen knie.................................................................53
Onderbeen (anterieur).........................................................................................................57
Stressfractuur.................................................................................................................... 57
Mediaal Tibiaal Stress Sydroom (MTSS)..........................................................................57
Compartiment(en)syndroom (CCS)/(Spier)logesyndroom.................................................58
Onderbeen (posterieur)......................................................................................................59
Zweepslag/acute veneuze trombose/pijnklachten kuitregio...............................................59
Achillespees........................................................................................................................ 61
(Partiële) achillespeesruptuur............................................................................................61
Enkel.................................................................................................................................... 66
Acuut enkeltrauma/lateraal enkelletsel..............................................................................66
Functionele enkelinstabiliteit.............................................................................................72
Voet (posterieur).................................................................................................................75
Fasciitis plantaris/Hielspoor..............................................................................................75




1

,Heup (anterieur)
Heupdysplasie
Direct na de geboorte kunnen er al heupproblemen ontstaan als de kom van de pasgeborene onvoldoende diep
is aangelegd. Een te ondiepe heupkom verhindert een goede pasvorm van het heupgewricht, met als gevolg het
gemakkelijk optreden van luxaties of subluxaties. De bovenrand van de heupkom wordt in geval van een
heupdysplasie abnormaal zwaar belast en er treden hier dan ook gemakkelijk beschadigingen van het kraakbeen
op. Een dergelijke onbehandelde heupdysplasie leidt in veel gevallen op relatief jonge leeftijd tot artrose van het
heupgewricht. Veel gevallen van heupartrose die optreden op middelbare leeftijd zijn het gevolg van een oude
heupdysplasie.



Labrumletsel
Het labrum van de heup heeft als functie verdeling van inwerkende krachten over het gewrichtskraakbeen, geeft
proprioceptieve feedback en bied stabiliteit aan het gewricht. Stabiliteit wordt niet alleen gegeven door het
vergroten van het acetabulum, en dus de articulerende vlakken, maar ook door in stand houden van intra
articulaire druk door het “afsluiten” van het gewricht. Uit onderzoek blijkt dat bij traumatische heupklachten 93%
van de patienten een labrum letsel hebben. Naast trauma lijken toegenomen laxiteit van het kapsel, impingement,
kraakbeen degeneratie en dysplasie oorzaak te zijn van labrum letsel.
De belangrijkste functiestoornissen die patienten aangeven zijn: pijn, klikken, blokkeren, instabiliteit,
giving way en/of bewegingsstijfheid. De pijn wordt in de meeste gevallen aangegeven in de liesregio, maar ook
pijn in de bilstreek, trochanter regio, bovenbeen en/of knie kan worden veroorzaakt door intra articulair letsel.
Belangrijk is wel dat de aanwezigheid van een deformiteit niet per se tot klachten hoeft te leiden als deze in het
ADL niet worden geprovoceerd.


Femorale Acetabulum Impingement (FAI)
Labrumletsel kan het gevolg zijn van FAI. Hierbij vindt inklemming van o.a. weke delen tussen femurkop en
acetabulum plaats tijdens eindstandige flexie-adductie. Een FAI ontstaat sneller bij een bekken met een
verminderde anteversiehoek van het acetabulum. Aangezien het labrum acetabulare een geheel vormt met het
gewrichtskraakbeen, kan een dergelijk letsel zich uiteindelijk uitbreiden tot in het gewrichtskraakbeen.

In het onderzoek van Philippon et al. (2007) zijn bij 24% van de patienten met FAI de klachten ontstaan na een
trauma, bij 50% van de patienten zijn de klachten geleidelijk ontstaan zonder duidelijk oorzakelijk moment, en bij
26% van de patienten zijn de symptomen acuut ontstaan zonder trauma.
- De meest gehoorde klacht bij FAI is pijn. De lies is de meest voorkomende pijnlocatie bij FAI (81%); De
pijn werd soms ook in andere regio’s gevoeld, namelijk ter hoogte van de trochanter major (61%), diep in
de bil (52%) en ter hoogte van het SI-gewricht (23%).
- Van de patienten werd 33% in grote mate in zijn/haar activiteiten beperkt door stijfheid.
- Van de patienten werd 34% in grote mate in zijn/haar activiteiten beperkt door krachtsverlies.
- Van de patienten werd 25% flink beperkt door clicking- of snapping-sensaties en 26% van de patienten
klaagde over gevoelens van instabiliteit of giving- way.
- Veel patienten worden matig tot ernstig beperkt in hun dagelijkse activiteiten.
- Sporten waarbij veel sprint- en kapbewegingen worden gemaakt, zoals voetbal, basketbal, tennis en
aerobics, gaven problemen bij 91% van de patienten, terwijl 84% van de patienten beperkt werd in het
hardlopen en 86% van de patienten beperkt werd in het joggen. Om hun sport voort te kunnen zetten,
heeft 71% van de patienten hun techniek moeten aanpassen.

Atleten die sporten beoefenen waarbij sterk geflecteerd of veel geendoroteerd wordt vanuit een geflecteerde
heup, zoals voetbal, tennis, hockey, ijshockey, vechtsporten (karate), rugby, paardrijden, gewichtheffen, atletiek
en aerobics vormen een risicogroep voor het ontstaan van cam impingement. De vele kap-, draai- en pivoterende
bewegingen die bij deze sporten vanuit een gebogen heup worden gemaakt, kunnen de aandoening in de hand
werken doordat hierbij frequent een conflict optreedt tussen de kop- halsovergang van het femur en het
acetabulum. Dit kan op den duur leiden tot reactieve overmatige botvorming (osteofytvorming) en lokale
verdikking op de plaats waar repetitief contact plaatsvindt.




2

, Onderzoeksdoelstellingen Onderzoeksmiddelen Evidentie
(diagnostisch)


Heupdysplasie » Passieve heupabductie test
Het bepalen of er sprake is van
heupdysplasie. » Passieve heupflexie adductie test


Labrumletsel » Scour test
Het bepalen of er sprake is van een
labrumletsel. » Faber test

» Posterior Hip Labrum Test


FAI » Hip Quadrant Test
Het bepalen of er sprake is van een Is hetzelfde als de Scour test.
FAI.




Algemeen behandelplan anterieure heupregio (excl. heupartrose)
Tijdlijn
Doelen Meetinstrument (korte en Interventie behandelmiddelen Evidentie
(SMART) lange (inclusief uitvoeringsparameters)
termijn)

Teach-back KT OT: informeren + adviseren:
Labrumletsel - Informeren over de achtergrond van de
Het verbeteren van mentaal en klacht in de heupregio.
fysiek functioneren zodat de pt. met
de pijn om kan gaan - Adviseren de pijnprovocerende
(sport)activiteiten aan te passen/
verminderen/te staken. (Knieheffen, diep
squatten, deadliften, hurken, hordelopen,
fietsen met een laag zadel waarbij men
met het bovenlichaam ver naar voren
zit).

- Adviseren eindstandige flexie en
endorotatie van de heup te vermijden.

- Veelvuldig bewegen in het pijnvrije
traject wordt juist aangeraden. Fietsen
(maar niet op een racefiets!) en
wandelen zijn meestal pijnloos mogelijk.

- Het verbeteren van de rompstabiliteit.


FAI Teach-back KT OT: informeren + adviseren:
Het verbeteren van mentaal en - Informeren over de achtergrond van
fysiek functioneren zodat de pt. met de klacht in de heupregio.
de pijn om kan gaan
- Adviseren de pijnprovocerende
(sport)activiteiten aan te passen/
verminderen/te staken. (Knieheffen,
diep squatten, deadliften, hurken,
hordelopen, fietsen met een laag
zadel waarbij men met het
bovenlichaam ver naar voren zit).

- Adviseren eindstandige flexie en



3

, endorotatie van de heup te
vermijden.

- NSAID’s.

- Intra-articulaire
corticosteroïdinjecties.
Echter men moet erop bedacht zijn dat in
al deze gevallen de oorzaak van het
probleem niet wordt weggenomen.

- Eventueel sport tijdelijk even stil
leggen en/of het aanpassen van de
techniek (bijv. racefiets, Z.O.Z.)




- Operatieve ingreep
Als het voorgaande niet leidt tot de
gewenste klachtenreductie, kan gekozen
worden voor een operatieve ingreep
waarbij de abnormaliteiten ter hoogte van
de kop-halsovergang van het femur
(cam-type) en/of ter hoogte van het
acetabulum (pincer-type) worden
opgeheven. Chirurgische behandeling
leidt in 65 tot 94% van de gevallen tot
goede en uitste- kende resultaten bij
patienten met femoroacetabulair
impingement als er tenminste nog geen
artrose is opgetreden.




Heupartrose/degeneratieve veranderingen heup
Bij heupartrose zit de pijn meestal in de lies en aan de voor-laterale zijde van de heup, soms in het bovenbeen of
uitstralend naar het bovenbeen en de knie. Naast leeftijd (≥ 60 jaar) is bij mensen met pijn in de heup een aantal
klinische factoren voorspellend voor de ernst en aanwezigheid van radiologische artrose, en de mate waarin deze
klinische factoren optreden. Deze factoren zijn: meer dan drie maanden pijnklachten, geen verergering van de



4
$5.42
Get access to the full document:
Purchased by 1 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Reviews from verified buyers

Showing all 3 reviews
6 year ago

6 year ago

5 year ago

4.0

3 reviews

5
1
4
1
3
1
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
SHAR0N Hogeschool Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
521
Member since
10 year
Number of followers
279
Documents
25
Last sold
1 year ago

3.9

197 reviews

5
50
4
103
3
35
2
1
1
8

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions