100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Essay

Onderzoekspracticum schrijfopdracht 2

Rating
-
Sold
1
Pages
4
Uploaded on
23-12-2023
Written in
2023/2024

Onderzoekspracticum schrijfopdracht 2 huurrecht

Institution
Course








Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 23, 2023
Number of pages
4
Written in
2023/2024
Type
Essay
Professor(s)
Unknown
Grade
Unknown

Subjects

Content preview

1700 woorden


Wie stelt, wie bewijst?

Inleiding
De Hoge Raad heeft op 26 mei 2023 een arrest 1 gewezen over de stelplicht en de bewijslast bij
procedures over art. 7:268 BW. In dit arrest had eiser zich in 2011 ingeschreven op het adres van zijn
ouders. Zijn ouders huurden de woning. Eiser zorgde voor zijn ouders. Zijn moeder overleed in 2012
en zijn vader in 2019. Eiser stelde dat hij na het overlijden van zijn ouders de huur van de woning kon
voortzetten (art. 7:268 lid 2 BW). De verhuurder vorderde ontruiming van de woning, omdat eiser
volgens hem niet in staat was om de huur te kunnen betalen (art. 7:268 lid 3 sub b BW).

De Hoge Raad moest oordelen of er een juiste rechtsopvatting was over de stelplicht en de bewijslast
ten aanzien van het bieden van onvoldoende waarborg conform art. 7:268 lid 3 sub b BW. In dit
artikel zet ik de stelplicht en de bewijslastverdeling in procedures over art. 7:268 BW uiteen.

Wettelijk kader
Een huurovereenkomst eindigt niet door het overlijden van een huurder of verhuurder (art. 7:299 BW
jo art. 7:268 BW).2 Wanneer een huurder overlijdt, kan een medehuurder (lid 1) of een samenwoner
(lid 2) de huur voortzetten. Voor een medehuurder geldt dat hij ten tijde van het overlijden zijn
hoofdverblijf in de woning had. 3 Voor een samenwoner geldt dat aan de voorwaarden uit lid 2 moet
zijn voldaan.4 Deze voorwaarden zijn dat de samenwoner zijn hoofdverblijf in de woning moet
hebben, de samenwoner moet met de overleden huurder een duurzame gemeenschappelijke
huishouding hebben gevoerd en de vordering tot het voortzetten van de huur moet binnen zes
maanden na het overlijden van huurder worden ingesteld. 5

Om vast te stellen of er sprake is van een duurzame gemeenschappelijke huishouding wordt eerst
bepaald of er een gemeenschappelijke huishouding is door alle omstandigheden van het geval in
onderling verband te zien.6 Hierbij gaat het erom dat de huurder en de samenwoner feitelijk gebruik
maken van het gehuurde en gezamenlijk in de huisvestings- en levensonderhoudskosten voorzien. 7
Daarnaast wegen ook andere omstandigheden mee, zoals het gezamenlijk verrichten van
huishoudelijke taken en het gezamenlijk invulling geven aan vrije tijd. 8 De gemeenschappelijke
huishouding dient daarnaast duurzaam te zijn. Dit houdt in dat de gezamenlijke huishouding voor
langere tijd wordt voortgezet in de toekomst.9

Art. 7:268 lid 3 BW bepaalt dat een vordering tot het voortzetten van de huur kan worden afgewezen
indien een samenwoner niet voldoet aan de vereisten in art. 7:268 lid 2 BW (art. 7:268 lid 3 sub a
BW) of wanneer de samenwoner vanuit financieel oogpunt onvoldoende waarborg biedt voor een
behoorlijke nakoming van de huur (art. 7:268 lid 3 sub b BW). 10


1
HR 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:804.
2
J. Kist, Huurrecht begrepen, Den Haag: Boom Juridisch 2018, p. 49.
3
F. van der Hoek & J. Ph. van Lochem, ‘Art. 7:268 [medehuurder en samenwoner na het overlijden van de
hoofdhuurder]’, in: Tekst & Commentaar BW, Deventer: Kluwer (online, laatst bijgewerkt op 4 april 2023).
4
A.M. Kloosterman e.a., Hoofdlijnen in het huurrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2020, par. 5.2.3.
5
M.E.L. Fikkers, ‘Art. 7:268 [Parlementaire geschiedenis art 7A:1623i BW (oud)]’, in: Groene Serie Huurrecht,
Deventer: Kluwer (online, laatst bijgewerkt op 1 augustus 2017), aant. 1.2.
6
HR 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:93, m. nt. J.L.R.A. Huydecoper.
7
HR 22 januari 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0838 (Schellen/Dijkstra).
8
A.M. Kloosterman e.a., Hoofdlijnen in het huurrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2020, par. 8.3.2.
9
A.M. Kloosterman, ‘Duurzame gemeenschappelijke huishouding tussen ouder en volwassen kind?’, WR
2021/53, par. 3.
10
Concl. A-G G.R.B. van Peursem 3 februari 2023, ECLI:NL:PHR:2023:113, par. 2.10.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
kirankiran Erasmus Universiteit Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
175
Member since
7 year
Number of followers
107
Documents
75
Last sold
3 months ago

3.4

31 reviews

5
5
4
11
3
9
2
4
1
2

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions