100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - vermogensrecht

Rating
-
Sold
-
Pages
14
Uploaded on
20-12-2023
Written in
2023/2024

Examenmatrijs van vermogensrecht

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 20, 2023
Number of pages
14
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Toetstermen en antwoorden:

Toetsterm 1.1

De kandidaat onderbouwt voor een situatie of deze behoort tot het goederenrecht of het
verbintenissenrecht.

 Goederenrecht: het goederenrecht gaat over de rechtsverhouding van burgers ten opzichte
van goederen. Anders gezegd: wat zijn nou eigenlijk goederen en hoe kunnen zij worden
ingericht. Dit is een absoluut recht! dit geldt ten opzichte van iedereen.
Goederenrecht boek 5 en 3
 Verbintenissenrecht: rechtsverhouding van personen ten opzichte van andere personen met
betrekking tot hun vermogen. Het gaat over de verplichtingen die de ene burger heeft ten
opzichte van een andere burger. Verplichtingen worden ook wel prestaties genoemd. De een
zijn plicht is de ander zijn recht. Dit is een relatief recht! de rechten en plichten gelden
alleen tussen de personen
Verbintenissenrecht boek 6 en 7

Toetsterm 1.2

De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van een absoluut of relatief recht.

 Absoluut: verhouding persoon – goed
- Absoluut: kun je tegenover iedereen inroepen (goederenrecht).
 Relatief: verhouding persoon – persoon
- Relatief: kun je alleen inroepen tegenover diegene waar dit mee afgesproken is
(verbintenissenrecht).

(RELATIEF RECHT = verbintenissen)
De relatieve vermogensrechten beschrijven het recht dat een persoon heeft op een prestatie van een
ander persoon. Relatieve rechten ontstaan in veel gevallen doordat twee personen een
overeenkomst sluiten. Daardoor ontstaan wederzijds rechten en plichten.

ABSOLUUT RECHT
Absoluut recht: geeft zeggenschap over een goed en werkt daarmee ten opzichte van iedereen, niet
alleen tussen koper en verkoper, maar ook ten opzichte van derde zoals Mehmet. Men noemt dit wel
de derdenwerking van absolute rechten.

8 absolute rechten:

Zaken

 Eigendom Art. 5:1 BW
 Erfdienstbaarheid (is een registergoed) Art. 5:70 BW (notaris bij nodig)
 Erfpacht Art 5:85 BW (notaris bij nodig)
 Opstal Art. 5:101 BW (notaris bij nodig)
 Appartementsrecht Art 5:106 BW (notaris bij nodig)

Zaken en rechten

 Vruchtgebruik Art 3:201 BW
 Hypotheek Art. 3:227 BW (zekerheidsrecht) (notaris bij nodig)

,  Pand Art. 227 BW (zekerheidsrecht

5 kenmerken van absolute rechten zijn:

1. Derdenwerking: werken tegenover iedereen.
2. Hebben Zaaksgevolg: ze blijven aan de goederen kleven, ook als ze van eigenaar veranderen.
3. Prioriteit: het oudere recht gaat voor het jongere recht. (Eerste afspraak gaat eerst)
4. Separatist: je recht uitoefenen alsof er geen faillissement is.
5. Gesloten systeem: alle absolute rechten staan apart in de wet (je mag niet zelf rechten
verzinnen).

Toetsterm 1.3

De kandidaat onderbouwt (stelt vast) voor een situatie van welk soort goed(eren) er sprake is (een
zaak, een vermogensrecht, een registergoed, een niet-registergoed, een roerende zaak, een
onroerende zaak:

 Een zaak (Art. 3:2 BW): zaken zijn voorwerpen die je kunt vasthebben (dus een fles, een mok
maar ook een hotel.)
 Een vermogensrecht (3:6 BW): rechten die op geld waardeerbaar zijn en die de
rechthebbende aan een ander kan overdragen. (bijv. je begint een streamingdienst en noemt
die spotifa, spotify “de rechthebbende” kan dan een proces beginnen en een verbod of
schadevergoeding eisen. Hetzelfde bij auteursrecht.)
 Een registergoed (Art. 3:10 BW):
- alle goederen waarbij inschrijving in het register noodzakelijk is
- alle onroerende zaken
- schepen en vliegtuigen boven de 20.000 kilo
- absolute rechten op registergoederen
 Een niet registergoed: goederen die niet volgens de wet als registergoederen zijn aangeduid
bijv een computer, fiets, auto.
 Een onroerende zaak (Art. 3:3 BW):
- de grond
- de nog niet gewonnen delfstoffen
- de met de grond verenigde beplantingen
- de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd (woningen,
fabrieken)
- vliegtuigen/schepen boven de 20.000 kilo
 Een roerende zaak (Art. 3:4 BW): Alles wat niet onroerend is.

Toesterm 1.4

De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van houderschap, eigendom en/of bezit.

 Houderschap: degene die een zaak in handen heeft maar zich niet gedraagt als eigenaar, als
je iets leent of huurt wordt je houder.
 Eigendom: het recht dat je hebt op een zaak omdat het van jou is en je eigenaar bent
 Bezit: iemand heeft de macht over een zaak en gedraagt zich als eigenaar, maar is niet altijd
een eigenaar bijv bij een dief.
$9.00
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
soussia
4.0
(1)

Get to know the seller

Seller avatar
soussia Da Vinci College
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
1 year
Number of followers
1
Documents
2
Last sold
1 year ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions