100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Nederlands taalkunde

Rating
1.0
(1)
Sold
2
Pages
26
Uploaded on
18-12-2023
Written in
2023/2024

Samenvatting van Nederlands Taalkunde : 1ste jaar Toegepaste Taalkunde - gegeven door Priscilla Heyndrickx - Bevat Woordsoorten, Zinsontleding van de Enkelvoudige zin (binnenbouw en buitenbouw) & Samengestelde zin.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 18, 2023
Number of pages
26
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Woordsoorten
Het is een mooie dag
Persoonlijk voornaamwoord: 3de persoon, enkelvoud, onderwerpsvorm, doffe vorm, onzijdig
Werkwoord
Lidwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord

1) Lidwoord  het, de (bepaald)
 een (onbepaald)
°Altijd samen optreden met substantief!

2) Werkwoord  Hoofdwerkwoord: betekenisvol, kunnen optreden zonder ander ww
°Zelfstandig ww: volle betekenis ik loop, ik lach, …
°Koppel ww: aanvulling nodig van adjectief, substantief, …
-> zijn (beschrijving toestand – grammatica is leuk)
-> worden (verandering toestand – grammatica wordt leuk)
-> blijven (voortdurende toestand – grammatica blijft leuk)
 Hulpwerkwoord: ander ww nodig
°Hulpww van tijd:
-> voltooide tijd: hebben, zijn
-> toekomende tijd: zullen
OTT: hij lacht
OVT: hij lachte
O Toekomende T: hij zal lachen
VTT: Hij heeft gelachen
VVT: Hij had gelachen
V Toekomende T: hij zou gelachen hebben
-> hulpww van voltooid
°Passief:
-> worden
-> zijn
°Modaliteit: subjectieve kleuring aan zin, hoe je erover denkt
Verplichting: hij moet morgen komen
Mogelijkheid: hij kan morgen komen
Toelating: hij mag morgen komen
°Aspect:
Het regent
Het stopt met
Het begint te regenen
regenen




Het blijft regenen

,3) Bijwoord : zijn onveranderlijk, hebben typische betekenis
hier, daar, overal, …

4) Telwoord  Tellend: drie - vormvariant dertig, …
 Ordenend: iets in orde zetten eerste, …
 Absolute: als het om het volledige aantal gaat: alle, beide

5) Voornaamwoord : verwijst naar entiteit (= iets dat een bestaan heeft) Jan is ziek. Hij blijft thuis.
 Persoonlijk voornaamwoord
°Volgens personen (1 ste, 2de, 3de )
°Via getal (enkelvoud, meervoud)
°Via vorm (onderwerpsvorm: zinsdeel is onderwerp
hij lacht
voorwerpsvorm: zinsdeel is LV
ik lach hem uit )
°Volle vorm, doffe vorm




°Mannelijk, Vrouwelijk, Onzijdig
 Bezittelijk voornaamwoord
°Volgens personen (1 ste, 2de, 3de )
°Via getal (enkelvoud, meervoud)
°Volle vorm, doffe vorm




°Mannelijk, Vrouwelijk, Onzijdig

 Aanwijzend voornaamwoord: die, dat, deze, dit
°Zowel wijzend (deze jongen, die daar, …) als verwijzend (in tekst verwijst Jan is
ziek, die jongen blijft thuis)
 Vragend voornaamwoord : wie (persoon)
°Eindigt op ‘?’ wat (iets)
waar (plaats)
waarom (reden)

,  Wederkerend voornaamwoord / Wederzijds voornaamwoord
hij wast zich / ze bekijken elkaar (2 richtingen)
°Voorkomen in reflexieve werkwoorden: zich wassen, zich vergissen, …

 Betrekkelijk voornaamwoord : lijkt op aanwijzend vnw
het meisje dat daar staat

°verbindt hoofdzin en bijzin met elkaar
 Onbepaald voornaamwoord : duidt iets onbekend aan
iemand / iets --- niemand / niets

6) Zelfstanding naamwoord : entiteit, verwijst naar iets -stofnamen: katoen, ijzer, wol, zijde, …
-persoonsnamen: Jan, Retie, …
-…
°Meervoud – stofnamen hebben geen meervoud
kaas (stofnaam) -> kazen (geen stofnaam)
°De/het – persoonsnamen hebben geen de/het
de Retie, het Nele de stoel, …
°Verkleinwoord – stofnamen niet
wijn (stofnaam) -> wijntje (geen stofnaam)
-- persoonsnamen wel
Jantje, Neleke, …
Blauw = adjectief
Een blauwtje (=zelfstanding naamwoord) gelopen

7) Voegwoord  Nevenschikkende
°En : zowel het ene als het andere
°Maar : tegenstelling
°Of : de ene of de andere
°Want : een reden ik blijf thuis want ik ben ziek
(de meest voorkomende)
 Onderschikkende : specifieke betekenis
nadat (relatie met tijd), als, indien, terwijl, hoewel (toegeving), omdat, …

8) Bijvoeglijk naamwoord : kent kenmerk toe aan substantief
°een mooi huis : ATTRIBUTIEF (tussen lidwoord & substantief)
°het huis is mooi : PREDICATIEF (door koppelww verbonden aan substantief)

°hij loopt snel : ADVBERBIAAL (zegt iets over ww)

-e
 Buigings : sommige wel, sommige niet
ijzer – ijzere
beige – beigee
 Trappen van vergelijking :
mooi (positief) – mooier (comparatief) – mooist (superlatief)
- stofnamen niet
tellende trap - vergrotende trap - overtreffende trap
$7.85
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
stenepaal
1.0
(1)

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
1 week ago

1.0

1 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
1
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
stenepaal Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
3
Member since
1 year
Number of followers
1
Documents
3
Last sold
1 month ago

1.0

1 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions