(klapper) samenvatting
Chapter 1: introduction
Professionals zijn mensen die de gezondheid en ontwikkeling van de cliënt willen verbeteren.
Gezondheid is een erg breed begrip maar over het algemeen spreek je over de complete fysieke,
mentale en sociale welbevinden van de mens. Wanneer je kijkt naar de gezondheid van mensen heb je
vaak te maken met standaarden en normen. Hoe meer je als mens afwijkt van deze norm of standaard
hoe ongezonder je bent. Deze standaarden en normen zijn heel erg cultuur en samenleving afhankelijk.
In dit hoofdstuk hebben we het over de prof-ed. het werk als prof-ed is erg uitdagend en brengt risico’s
met zich mee. Behandelingen kunnen soms leiden tot iatrogene effecten. Dit zijn negatieve effecten
door een behandeling. Om deze iatrogene effecten te minimaliseren moet je als prof-ed werken a.d.h.v.
protocollen. Dit is een systeem met regels die zeggen hoe je in bepaalde situaties moet handelen. Het
werken met protocollen heeft niet alleen voordelen, het heeft ook zo zijn nadelen.
This book
De klapper bereid ons voor hoe je een goede prof-ed wordt. Hierin is het belangrijk dat je als prof-ed erg
kritisch bent. Als prof-ed moet je een balans vinden in je behandeling. Je moet een balans vinden tussen
je eigen belangen en de belangen van de cliënt. Een prof-ed is een getrainde, universitaire geschoolde
professional die zowel direct als indirect werkt met mensen.
You; the students who want to be trained to become prof-eds
wat uit onderzoek blijkt is dat studenten een verkeerd beeld hebben over hun toekomstige baan als prof-
ed. er is namelijk een behoorlijke common sense gedachte in de pedagogiek. Studenten verwachten dat
ze ‘lekker met kinderen gaan werken’ terwijl je als universitaire pedagoog niet tot nauwelijks gaat
behandelen. Als pedagoog ben je juist meer aan het aansturen, plannen en coördineren van andere
professionals. Als prof-ed moet je aan een professionele code houden. voor orthopedagogen en
psychologen is dat de De Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO) en het
Nederlandse instituut van psychologen (NIP)
Prof-eds’ sensitivity to social values
prof-eds willen zo goed mogelijk de gezondheid van een cliënt verbeteren. wanneer je dit wilt doen
moet je wel rekening houden met verschillende culturen en samenlevingen. Hier moet je als prof-ed op
in kunnen spelen
The power of traditions
Normen en het naleven van de normen kan gebeuren m.b.v. de kracht van de tradities en sociale regels
over wie bepaalde tradities mogen versterken. Dit kunnen spirituele leiders, vader, stamhoofden etc zijn.
Vroeger werd vooral door tradities bepaald wat normaal is, nu wordt er door opinion makers bepaald
wat normaal, goed of fout is. prof-eds nemen tradities wel mee in hun oordeel over wat normaal is.
Communities of consensus
Prof-eds maken gebruik van gemeenschappen van consensus in hun oordeel over wat gezond is. er is
een verschil tussen tradities en consensus. Een traditie refereert naar regels die in het verleden ontstaan
zijn. Een consensus refereert naar regels die ontstaan zijn door overeenstemmingen. Er zijn drie
verschillende consensus strategieën namelijk:
, 1. Een gemeenschap wordt direct betrokken bij het definiëren wat een juiste interventie is of wat
gewenst gedrag is.
2. Prof-eds maken gebruik van de wetgeving in combinatie met het idee over wat
gemeenschappelijke maatregelen zijn voor gezondheidsoptimalisatie in hun gemeenschap. Met
andere woorden gebruik maken van wat als legitiem wordt ervaren
3. Consensus gebruiken de wetenschappelijke gemeenschap als referent een voorbeeld hiervan is
DSM-4/5.
A cultural-historical approach to educational challenges
We weten nu wat prof-eds zijn maar we weten nog niet wat zij precies voor werk doen. In dit stuk wordt
er gekeken naar de educatieve uitdagingen. Deze zijn gebaseerd op een culturele historische benadering.
Vygotsky suggereert dat de gemeenschap niet in staat is of niet wilt investeren in manieren vinden om
mensen met een beperking te helpen met het goed kunnen functioneren. Als prof-ed moet je kijken
welke hulp je cliënt nodig heeft en of deze hulp beschikbaar is. daarnaast moet na gegaan worden hoe
deze hulp ingezet moet worden, je moeten nieuwe instrumenten ontwikkelen en overleggen met
collega’s over hun verantwoordelijkheden.
Interpersonal relationships and tools used by prof-eds
Om de ontwikkeling en ontwikkelingsveranderingen te gebruiken wordt er gekeken naar
interpersoonlijke relaties. Deze interpersoonlijke relaties worden ook gebruikt om uitdagingen te
voorkomen en op te lossen. Prof-eds maken vooral gebruik van interpersoonlijke relaties en niet-
invasieve middelen om het welbevinden en ontwikkeling van de cliënt te optimaliseren. Het is belangrijk
om goede kennis te hebben over de fysieke en biologische karakteristieken die betrokken zijn in het
functioneren en ontwikkelen van een persoon. Wanneer je dit hebt zal het begrip doen vergroten.
Iatrogenic effects
Wanneer een prof-ed een cliënt behandeld hoeft dit niet altijd tot positieve gevolgen te leiden. Het kan
ook zo zijn dat het negatieve effecten met zich mee brengt, dan spreek je van iatrogene effecten.
Iatrogene effecten ontstaan vaak wanneer de prof-ed niet zijn verantwoordelijkheid neemt om negatieve
effecten tegen te gaan. Hoe ontstaan deze situaties? Wat kunnen we doen om ze tegen te gaan?
Reactive pathogenic effects
Wanneer een cliënt naar een prof-ed gaan hebben ze vaak een hulpvraag wat leidt tot een diagnostisch
proces. Wanneer een cliënt in een proces gaat kan het leiden tot een label. Het label stuurt het
diagnostisch proces, zorgt ervoor dat de communicatie makkelijker verloopt en het kan zelfs tot
vrijstelling leiden. Het lijkt erop dat het labelen van cliënten alleen maar voordelen biedt, dit is helaas
niet zo. Het labelen van cliënten kan ook leiden tot negatieve gevolgen. Je spreekt dan van reactive
pathogenetic effects, door een bepaalde diagnose of behandeling roept dit reacties op bij anderen
(denk aan peers, ouders en leraren). Het is daarom belangrijk dat we niet gelijk labelen, we moeten juist
kijken wat het probleem is en wat het probleem veroorzaakt.
Facilitative pathogenic effects
Naast reactieve pathogene effecten kan het werk van prof-eds tot facilitative pathogenic effects leiden.
Deze zijn direct gerelateerd aan diagnostisch en behandelingen die ineffectief, niet valide of gebrekkig
zijn. Wanneer dit gebeurd heeft die vaak tot gevolg dat de cliënt een onjuiste interventie krijgt waardoor
er vertraging op treedt van het krijgen van de juiste interventies.
Contagion effects
, Als je kijkt naar klinische interventies zijn er twee mogelijke negatieve effecten namelijk: contagion
effects en restriciton of learning opportunities. Contagion effects refereert naar de interpersoonlijke
verandering. Deze veranderingen kunnen zowel positief als negatief zijn. Wanneer je spreekt over
contagion effects heb je het vaak over de negatieve veranderingen. Het kan leiden tot externaliserend of
internaliserend gedrag. wanneer kinderen samen behandeld worden (als ze opgenomen worden) heeft
het over het algemeen op korte termijn positieve effecten maar op lange termijn heeft het geen
positieve effecten. Dit komt doordat kinderen gedrag van elkaar over gaan nemen.
Restriction of learning opportunities
Naast contagion effecten heb je ook te maken met restriciton of learning opportunities (beperkingen
van leermogelijkheden). Dit treedt op wanneer kinderen niet mee hoeven te doen aan bepaalde
activiteiten van prof-eds maar deze activiteiten zijn juist belangrijk voor de ontwikkeling van de kinderen.
Prof-eds at work; opportunities, restraints and responsibilities
Educational and clinical protocols and liability
Protocollen zijn systemen met regels die zeggen hoe je moet handelen in specifieke situaties. Het is
eigenlijk een soort gids dat bepaalde beslissingen maakt in bepaalde situaties. Maar het meeste zeggen
ze hoe prof-eds moeten handelen.
Delegated authority and anticipation of approval
In dit stuk gaan we het hebben over cliënten die beperkingen hebben op cognitief, sociaal, emotioneel
en sensomotorisch functioneren. Deze cliënten hebben de aandacht van prof-eds nodig. Deze cliënten
zijn niet in staat om de professionele acties en macht te sturen die invloed hebben op de zelfbeschikking
van hen zelf. Dit maakt deze cliënt kwetsbaar voor misbruik, het opleggen van ongevraagde hulp,
schending van hun privacy, verwaarlozing van hun autonomie en ontwikkeling behoeftes. Net zoals
andere cliënten hebben deze cliënten recht op zelfbeschikking. Wanneer je moet praten over de
behandeling of evaluatie met deze cliënten wordt dit als lastig ervaren. Als prof-ed moet je er dan achter
komen wie er voor je cliënt zorgt, zodat je het met deze persoon kunt bespreken.
Chapter 2: classical theories
Er zijn drie brede klassieke theorieën namelijk: psychodynamische, behaviorisme en cognitieve gedrags
therapie. De psychodynamische theorie gaat ervan uit dat al het menselijke gedrag, emoties en alle
andere aspecten van mentaal functioneren veroorzaakt worden door biologische behoeften en driften.
De meest bekenden binnen deze theorie zijn Freud, Erikson en Roger. Zij gaan uit van innerlijke behoeftes
en driften die je kunt observeren in het gedrag. In het behaviorisme gaan ze ervan uit dat het gedrag
verklaard kan worden door reacties op veranderingen in de omgeving. Alleen deze veranderingen in de
omgevingen en wat deze doen met het gedrag van een persoon kunnen leren en ontwikkeling uitleggen.
De cognitieve gedrags therapie gaat ervan uit dat gedrag observeerbaar is maar dat de reacties in het
gedag niet erg simpel zijn.
What are psychodynamic theories?
In psychodynamische theorieën staat centraal dat gedrag wordt veroorzaakt door biologische driften en
behoeftes. Freud is een van de bekendste binnen deze theorie. Hij gebruikte seksuele driften als een
referentie punt in de menselijke ontwikkeling. Centraal staan de erogene zones: mond, anus, penis en
clitoris/vagina. In de kinder ontwikkeling zijn deze zones een belangrijke bron van plezier. Deze zones