100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

VOLLEDIGE SAMENVATTING ZIEKTELEER VAN NEUROLOGISCHE PATIENT 3EBACH 1ESEM

Rating
-
Sold
11
Pages
88
Uploaded on
15-12-2023
Written in
2023/2024

Een volledige samenvatting van de slides + notities uit de les

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 15, 2023
Number of pages
88
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

NEUROLOGISCHE ZIEKTELEER
INLEIDING TOT DE NEUROLOGIE
CENTRAAL EN PERIFEER ZENUWSTELSEL
 Centraal zenuwstelsel:
o Hersenen (cerebrum)
o Hersenstam
o Ruggenmerg (myelum)
 Perifeer zenuwstelsel:
o Lager motor neuron
o Zenuw (nervus)
o Neuromotorische junctie
 Hiërachische opbouw
o hogere centra moduleren lagere meestal remmend ( inhibitorisch )
o Communicatie: d.m.v. neurotransmitters thv synaps
 Inhibitorisch
 Excitatorisch
o Communicatie naar
 Zenuw – zenuw
 Zenuw spier
MOTORISCH SYSTEEM
 Een spier wordt aangestuurd door een perifeer (of lager) motorisch neuron
(PMN): bestaande uit
o een cellichaam in de voorhoorn
o de zenuwvezel.
 Het PMN werkt niet op zichzelf, wel als onderdeel van een reflex of aangestuurd
door een centraal (of hoger) motorisch neuron (CMN) gelegen in de cerebrale
cortex
 CENTRAAL MOTORISCHE NEURON CMN
o Projecties voornamelijk vanuit de centrale motorneuronen in de frontale
cortex; anterieur (rostraal) van de sulcus centralis
o Distale spieren hebben meer aansturende neuronen
o Somatotopische organisatie:
 Been aan de binnenzijde, arm en gezicht voornamelijk aan de buitenzijde
o Het CMN moduleert de functie van het PMN. Dit gebeurt voor een belangrijk deel door de tractus
corticospinalis (CST) en tractus corticobulbaris (CBT)
 CST (pyramidebaan) en CBT (corticobulbaire baan) bevatten axonen van CMN en waarvan
het cellichaam in de motorische cortex ligt
o Deze baan loopt vanuit de cortex, tussen de thalamus en de basale kernen, door de capsula interna
en heeft rechtstreekse projecties naar de motorische voorhoorncellen (CST en CBT) en de
interneuronen (CST)
o TRACTUS CORTICOBULBARIS : Projectie op motorische kernen in de hersenstam
 Ontstaat thv de M1 (delen verantwoordelijk voor motoriek gelaat + pharynx & larynx)
 Takken af thv kernen van de hersenstamzenuwen (craniale zenuwen) met motorische
functies
 Innerveren bilateraal of exclusief contralateraal
 bilateraal: Kauwspieren (n V), bovenste gelaat (n VII), farynx en larynx (n IX en X); maar ook
uitsluitend
 contralateraal :onderste gelaatshelft (n VII) en tongspieren (n XII)
 letsel in de hersenen : plaatselijk letsel, perifeer letsel : heel deel van het gezicht verlamd

, o TRACTUS CORTICOSPINALIS : piramide baan
 VERLOOP
 Vanaf primaire motorische cortex (M1)
 Via de "corona radiata"
 Door de "knie" (genu) van de capsula interna
 Ventraal in de hersenstam
o Kruising thv de medulla oblongata
 ("decussatio pyramidum")
 = tractus corticospinalis lateralis
 Lateraal in het
ruggenmerg
o Deel ongekruist
 = tractus corticospinalis anterior
 Anterieur in het
ruggemerg
o Connectie met PMN:
 direct (monosynaptisch)
 via interneuronen
(polysynaptisch)
 Tractus corticospinalis lateralis
 In de hersenstam kruist de piramidebaan, grotendeels in de medulla oblongata,
zodat het PMN door een contralateraal gelegen CMN bestuurd wordt. De kruisende
laterale piramidebaan zorgt voor de lateraal gelegen voorhoorncellen en dus voor
de meer distale motoriek
 Tractus corticospinalis anterior
 Een klein deel van de tractus corticospinalis verloopt ongekruist: Tractus
corticospinalis anterior (mediale pyramidebaan)
 De niet-kruisende mediale pyramidebaan zorgt voor de mediaal gelegen
voorhoorncellen en proximale motoriek; projectie naar ipsi- en contralateraal
 Directe banen
 Er zijn ook directe banen (rubrospinale, reticulospinale en vestibulospinale) vanuit
de hersenstam: Ze kruisen niet, maar dalen ipsilateraal af. Thv het ruggenmerg
projecteren ze zowel naar ipsilateraal als contralateraal
o Evenwicht balans posturale reflexen
o Fijnmotorische bewegingen
o VERLOOP
 Ongekruiste tractus corticospinalis anterior (1)
 Spieren romp
 Proximale spieren ledematen
 Bilaterale innervatie
 Gekruiste tractus corticospinalis lateralis (2):
 Distale spieren ledematen
 Enkel contralaterale innervatie
o PERIFEER MOTORISCH NEURON : PMN
 Cellichamen liggen in de motorische kernen van de craniale zenuwen en in de voorhoorn van
het ruggenmerg
 Axonen verlopen via zenuwwortel, de plexus eindigend in een perifere zenuw naar de spier
 Myotoom: alle spieren/delen van spier die door één en dezelfde motorische zenuwwortel
worden geïnnerveerd
 Het wordt aangestuurd door
 CMN
 Via reflexboog

, Spieren
o Spier bestaat uit spiervezels
o Motorische eenheid: Een motorisch neuron samen met de geïnnerveerde spiervezels
o Neuromusculaire junctie: Synaps tussen motorische zenuw en
spiervezel
 Vrijzetting van acetylcholine thv axonuiteinde (uit PMN)
 Bindt aan acetylcholinereceptoren thv
spiervezelmembraan (motorische eindplaat)
 Activatie van receptoren leidt tot openen van kationen
(Na en K ) met depolarisatie van de membraan:
Eindplaatpotentiaal
 Indien drempel overschreden: Actiepotentiaal over de
spiervezel
 Contractie spier
o REFLEXEN
 Reflexboog spierspoeltjes
 Oprekken spierspoeltjes (4)  slag op pees
 Afferente impuls via dikke zenuwvezels naar
motorische voorhoorncel (9)
 Monosynaptisch (direct naar motorische zenuwcel) (1)
 contractie agonist
 Of multisynaptisch (via interneuronen) (2)  inhibitie
antagonist
 Spiercontractie
 Bv Kniepeesreflex
o Afferent: Oprekken spierspoeltjes m quadriceps
o Efferent:
 Monosynaptisch naar agonist (quadriceps)
 Multisynaptisch (inhiberend) naar antagonist (hamstrings)
 Exteroceptieve reflexen
 Reflex door stimulatie van de huid of zintuigen en niet door uitrekking van een
spierspoel
 Multisynaptisch
 Vb. voetzoolreflex : bij mensen met pyramidaal probleem gaan ze de tenen spreiden
 Dreigreflex
 Stapdiusreflex : bij een geklap aan het oor gaat er precies iets in het oor zitten, door
dat de m stapedius gaat aanspannen
 Buikhuidreflex : de navel zou normaal bewegen naar waar de prikkel gegeven wordt
 Functieverlies : CMN- versus PMN- versus spier-probleem als oorzaak van de parese
o LETSEL VAN CMN  overactivatie
 Pyramidaal syndroom: Contralateraal of ipsilateraal
 Door wegvallen van de centrale inhibitie  overactivatie
 Distributie afhankelijk van niveau letsel en uitgebreidheid aantasting
 Hyperreflexie van peesreflexen(clonus/Hoffmann- Trömner)
 Huidreflexen:
o Voetzoolreflex in extensie ipv flexie;
o Verdwijnen van de buikhuidreflexen;
o Verschijnen van snoutreflex en palmomentaal reflex (PRIMITIEVE REFLEXEN )
 Clonus : bij het op rek brengen van de achillespees krijgen we een continue
reflexbeweging van de plantair en dorsieflexoren
 Hypertonie:
 Toenemende weerstand bij snel passief bewegen van de spier (snelheidsafhankelijk )
 Kan ineens wegvallen: “Knipmesfenomeen”
 Niet in zelfde mate aanwezig in agonist en antagonist
o Karakteristieke houding met flexie in BL en extensie in OL
 Spasticiteit

, o LETSEL VAN PMN  onderactivatie
 Meestal ipsilateraal aan de zijde van het letsel van het PMN
 Functieverlies in anatomische distributie van perifere zenuw(en) en zenuwwortel(s)
 Hypo- tot areflexie
 Hypotonie
 Spieratrofie: Verdwijnen van spiermassa
 Fasciculaties: Ongeordende, verspringende contracties van spiervezels (van één motorische
eenheid) zonder bewegingseffect( geen beweging van een gewricht )
o LETSEL VAN DE SPIER
 Vaak in kader van globale spieraandoening ( hereditair, auto-immuun, toxisch )
 Krachtsverlies (parese) voornamelijk in proximale spiergroepen
 Spieratrofie
 Normoreflexie tot hyporeflexie ( afhankelijk van mate van aantasting van spierkracht )
 Objectivering adhv MRC schaal
$13.17
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
JuliaDeckers Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1006
Member since
3 year
Number of followers
274
Documents
39
Last sold
3 days ago

4.3

92 reviews

5
42
4
36
3
11
2
2
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions