Vastrentende instrumenten
Beheer van
obligatieportefeuilles
(zie BKM H16 – Managing Bond Portfolios)
,Portefeuillebeheer van obligaties
• Passief portefeuillebeheer:
beheerders gaan ervan uit dat instrumenten correct geprijsd
zijn en streven een optimale risico/rendement verhouding na
• Actief portefeuillebeheer:
beheerders gaan op zoek naar (volgens hen) foutief geprijsde
instrumenten of speciale strategieën om extra rendement te
halen
• Voor beide benaderingen is een goede inschatting van risico
noodzakelijk
Beleggingsleer
Beheer van obligatieportefeuilles 1
,Interestgevoeligheid
• Interestrisico is per definitie vaak het voornaamste risicotype voor een
vastrentend instrument
• Niet alle obligaties zijn echter even gevoelig aan interestwijzigingen:
interest rate sensitivity
• Stel 4 obligaties met halfjaarlijkse couponbetalingen:
A: 12% coupon, looptijd 5 jaar, YTM = 10%
B: 12% coupon, looptijd 30 jaar, YTM = 10%
C: 3% coupon, looptijd 30 jaar, YTM = 10%
D: 3% coupon, looptijd 30 jaar, YTM = 6%
• Wat gebeurt er met de prijs van deze obligaties als YTM wijzigt (Hoe
beweegt de prijs vd obligatie als de marktrente beweegt)?
Als de yield stijgt, daalt de prijs en omgekeerd
Beleggingsleer
Beheer van obligatieportefeuilles 2
, Interestgevoeligheid
Beleggingsleer
Beheer van obligatieportefeuilles 3
Beheer van
obligatieportefeuilles
(zie BKM H16 – Managing Bond Portfolios)
,Portefeuillebeheer van obligaties
• Passief portefeuillebeheer:
beheerders gaan ervan uit dat instrumenten correct geprijsd
zijn en streven een optimale risico/rendement verhouding na
• Actief portefeuillebeheer:
beheerders gaan op zoek naar (volgens hen) foutief geprijsde
instrumenten of speciale strategieën om extra rendement te
halen
• Voor beide benaderingen is een goede inschatting van risico
noodzakelijk
Beleggingsleer
Beheer van obligatieportefeuilles 1
,Interestgevoeligheid
• Interestrisico is per definitie vaak het voornaamste risicotype voor een
vastrentend instrument
• Niet alle obligaties zijn echter even gevoelig aan interestwijzigingen:
interest rate sensitivity
• Stel 4 obligaties met halfjaarlijkse couponbetalingen:
A: 12% coupon, looptijd 5 jaar, YTM = 10%
B: 12% coupon, looptijd 30 jaar, YTM = 10%
C: 3% coupon, looptijd 30 jaar, YTM = 10%
D: 3% coupon, looptijd 30 jaar, YTM = 6%
• Wat gebeurt er met de prijs van deze obligaties als YTM wijzigt (Hoe
beweegt de prijs vd obligatie als de marktrente beweegt)?
Als de yield stijgt, daalt de prijs en omgekeerd
Beleggingsleer
Beheer van obligatieportefeuilles 2
, Interestgevoeligheid
Beleggingsleer
Beheer van obligatieportefeuilles 3
