Werkcollege 1 – Beslisschema HvJ EU
Stap 1 – Werkingssfeer Verdrag betreffende de werking van Europese Unie
(toegang tot de vrijheden)
I. Personele werkingssfeer EU-verdragsvrijheden – inbound investering niet-
onderdanen Distribution Corp
Het in de Verenigde Staten van Amerika gevestigde Distribution Corp is onderdeel van
een Amerikaanse multinational, Apparel Group, die actief is in de internationale
sportkledingbranche. Binnen Apparel Group is men voornemens om vanuit
Distribution Corp een distributiecentrum op te zetten in België van waaruit de
producten van Apparel Group binnen de EU worden verspreid. Laten we voor het
voorbeeld even aannemen dat Distribution Corp vanwege zijn Amerikaanse
vestigingsplaats in België niet in aanmerking komt voor een bepaalde aftrekpost, en
dat binnenlands vennootschapsbelastingplichtigen in België deze aftrekpost wel
krijgen.
Gevraagd:
a. Kan Distribution Corp een beroep doen op de bescherming van de EU-
verdragsvrijheden in een poging op basis van non-discriminatieargumenten
alsnog de aftrekpost te krijgen? Of kan België de vennootschap toegang tot
de vrijheden weigeren?
• Er moet gekeken worden of deze casus onder de werkingssfeer van de
vrijheden vallen. Deze casus valt buiten de personele werkingssfeer, omdat
het niet om een Europees lichaam gaat. Bij de personele werkingssfeer heb
je namelijk een dubbele eis: de oprichting moet naar Europees recht
gebeuren en het lichaam moet ook in de EU gevestigd zijn. Bij de tweede eis
gaat het om dat de statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging in een
lidstaat is. Het gaat in deze casus om een Amerikaanse vennootschap, dus
is er niet aan de eerste eis voldaan. Het lichaam is gevestigd in de VS,
waardoor ook niet aan de tweede eis is voldaan.
• Het voldoet wel aan de geografische werkingssfeer, want er is een
grensoverschrijdende activiteit, namelijk het opzetten van een
distributiecentrum in België.
• De materiele werkingssfeer is het hier vrij verkeer van vestiging, want het
lichaam wil zich vestigen in België.
Conclusie: Er is geen sprake van schending van het vrij verkeer van vestiging.
Er is namelijk geen toegang tot de vrijheden, want het valt buiten de
geografische werkingssfeer.
II. Geografische werkingssfeer EU-verdragsvrijheden - interne situatie De heer
Wilkinson
De heer Wilkinson heeft de Britse nationaliteit en is woonachtig in Londen, het
Verenigd Koninkrijk. Hij werkt in Londen als universitair docent aan de universiteit.
Op enig moment merkt Wilkinson dat zijn buitenlandse collega-docenten uit onder
andere Frankrijk en Duitsland in het Verenigd Koninkrijk op basis van de Britse
belastingwetgeving recht hebben op bepaalde vrijstellingen voor de
inkomstenbelasting. Deze vrijstellingen zijn bedoeld om uit het buitenland afkomstige
personen met een deskundigheid die in het Verenigd Koninkrijk schaars is (‘expats’)
1
Stap 1 – Werkingssfeer Verdrag betreffende de werking van Europese Unie
(toegang tot de vrijheden)
I. Personele werkingssfeer EU-verdragsvrijheden – inbound investering niet-
onderdanen Distribution Corp
Het in de Verenigde Staten van Amerika gevestigde Distribution Corp is onderdeel van
een Amerikaanse multinational, Apparel Group, die actief is in de internationale
sportkledingbranche. Binnen Apparel Group is men voornemens om vanuit
Distribution Corp een distributiecentrum op te zetten in België van waaruit de
producten van Apparel Group binnen de EU worden verspreid. Laten we voor het
voorbeeld even aannemen dat Distribution Corp vanwege zijn Amerikaanse
vestigingsplaats in België niet in aanmerking komt voor een bepaalde aftrekpost, en
dat binnenlands vennootschapsbelastingplichtigen in België deze aftrekpost wel
krijgen.
Gevraagd:
a. Kan Distribution Corp een beroep doen op de bescherming van de EU-
verdragsvrijheden in een poging op basis van non-discriminatieargumenten
alsnog de aftrekpost te krijgen? Of kan België de vennootschap toegang tot
de vrijheden weigeren?
• Er moet gekeken worden of deze casus onder de werkingssfeer van de
vrijheden vallen. Deze casus valt buiten de personele werkingssfeer, omdat
het niet om een Europees lichaam gaat. Bij de personele werkingssfeer heb
je namelijk een dubbele eis: de oprichting moet naar Europees recht
gebeuren en het lichaam moet ook in de EU gevestigd zijn. Bij de tweede eis
gaat het om dat de statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging in een
lidstaat is. Het gaat in deze casus om een Amerikaanse vennootschap, dus
is er niet aan de eerste eis voldaan. Het lichaam is gevestigd in de VS,
waardoor ook niet aan de tweede eis is voldaan.
• Het voldoet wel aan de geografische werkingssfeer, want er is een
grensoverschrijdende activiteit, namelijk het opzetten van een
distributiecentrum in België.
• De materiele werkingssfeer is het hier vrij verkeer van vestiging, want het
lichaam wil zich vestigen in België.
Conclusie: Er is geen sprake van schending van het vrij verkeer van vestiging.
Er is namelijk geen toegang tot de vrijheden, want het valt buiten de
geografische werkingssfeer.
II. Geografische werkingssfeer EU-verdragsvrijheden - interne situatie De heer
Wilkinson
De heer Wilkinson heeft de Britse nationaliteit en is woonachtig in Londen, het
Verenigd Koninkrijk. Hij werkt in Londen als universitair docent aan de universiteit.
Op enig moment merkt Wilkinson dat zijn buitenlandse collega-docenten uit onder
andere Frankrijk en Duitsland in het Verenigd Koninkrijk op basis van de Britse
belastingwetgeving recht hebben op bepaalde vrijstellingen voor de
inkomstenbelasting. Deze vrijstellingen zijn bedoeld om uit het buitenland afkomstige
personen met een deskundigheid die in het Verenigd Koninkrijk schaars is (‘expats’)
1
