Ana 01 – college
Leerdoelen
Na het volgen van dit college is de fysiotherapeut in opleiding (FIO) in staat om:
de functie, origo en insertie van de adductoren en buikspieren te benoemen;
M. adductor magnus
Origo: Os pubis, Os ischii, Tuber ischiadicum
Insertie: Mediale zijde van femur, epicondylus
medialis femur
Functie: Adductie, Exorotatie, anteflexie (voorste
vezels), retroflexie (achterste vezels)
M. Adductor longus
Origo: Os pubis
Insertie: Femur mediale zijde
Functie: Adductie, flexie heup, exorotatie.
M. adductor brevis
Origo: Os pubis
Insertie: Fumer mediale zijde, meer aan superior
zijde.
Functie: Adductie, licht flexie, stabilisator
M. Pectineus
Origo: Os sacrum
Insertie: femur
Functie: Flexie, endorotatie
M. Iliacus
Origo: Fossa iliaca
Insertie: Trochantor minor
Functie: Anteversie, exorotatie, bekken vooroverkantelen,
lateroflexie, Ventraalflexie
M. Iliopsoas
Origo: Th-12 en L-1 t/m L-4 Minor: Th-12
Insertie: Trochanor minor Minor: Os pubis
Functie: Anteversie, exorotatie, bekken vooroverkantelen,
lateroflexie, Ventraalflexie
De minor heeft geen functie op het been, alleen op de bekken.
, M. Gracilis
Origo: Os pubis
Insertie: mediale kant tibia
Functie: Adductie
M. Sartorius
Origo: Spina iliaca anterior superior (SIAS)
Insertie: Facies medialid tibiae
Functie: Anteflexie, abductie, exorotatie heup. Flexie en endorotatie
in knie
Buikspieren:
M. rectus abdominus
Functie: fixaties, retroversie van bekken (posterior tilt), anteflexie van thorax
Origo: Costa 5, sternum
Insertie: Os pubis
M. abdominus obliquus externus
Functie: Rotatie, stabiliteit
Origo: Costa 5 t/m 10
Insertie: Crista iliaca, Os pubis, Lig. inguinalis
M. abdominus obliquus internus
Functie: Rotatie, stabiliteit
Origo: Costa 9 t/m 12
Insertie: Crista iliaca, lig. Inguinalis, Os pubis
M. Abdominus transversus
Functie: stabiliteit
Origo: Caudale Sternum t/m costa 12
Insertie: Crista iliaca, lig. Inguinalis, Os pubis
, De structuren van de inguinale region te benoemen;
Grenzen van inguinale driehoek (triangle), Hesselback’s triangle.
Begrensd door:
Mediaal: laterale gedeeltee van de rectus abdominus
Superolateraal: onderste epigastrische vaten
Inferior: Lig. Inguinale
Grenzen van femorale triangle:
- Lig. Inguinale
- Lijn van de sartorius
- Lijn van de adductor longus
1. de klinische relevantie van de anatomische varianties in
de liesregio te benoemen.
Form Closure:
De stabiliteit van het gewricht kijkend naar de opbouw van de pelvis. Het sacrum en het ilium hebben
beide een platte zijde en een zijde is geriggeld, deze passen aan elkaa, dit veroorzaakt de stabiliteit.
Force Closure:
Dit beschrijft de krachten die op het gewricht komen die te maken hebben met de stabiliteit. Hier
versta je onder de spieren, ligamenten en de thoracolumbale facia.
Boven aanzicht van de rug en buikspieren.
Stabiliteit van de bekkenregio:
Stabiliteit posteriore ring: Door vorm, boogachtige morfologie van de bekken en ligamenten.
Krachten worden verzorgd aan de laterale einden van het bekken door: Obliquus internus, transversus
en piriformis.
Anterior: de 2 bekkenbogen worden verenigd door symfyse pubica.
De rectus abdominus en adductor longus zitten vast aan de symfyse pubica en het kapsel.
De rectus schacht in continu met de adductor longus via de capsulaire vezels van de symfyse pubica.
Leerdoelen
Na het volgen van dit college is de fysiotherapeut in opleiding (FIO) in staat om:
de functie, origo en insertie van de adductoren en buikspieren te benoemen;
M. adductor magnus
Origo: Os pubis, Os ischii, Tuber ischiadicum
Insertie: Mediale zijde van femur, epicondylus
medialis femur
Functie: Adductie, Exorotatie, anteflexie (voorste
vezels), retroflexie (achterste vezels)
M. Adductor longus
Origo: Os pubis
Insertie: Femur mediale zijde
Functie: Adductie, flexie heup, exorotatie.
M. adductor brevis
Origo: Os pubis
Insertie: Fumer mediale zijde, meer aan superior
zijde.
Functie: Adductie, licht flexie, stabilisator
M. Pectineus
Origo: Os sacrum
Insertie: femur
Functie: Flexie, endorotatie
M. Iliacus
Origo: Fossa iliaca
Insertie: Trochantor minor
Functie: Anteversie, exorotatie, bekken vooroverkantelen,
lateroflexie, Ventraalflexie
M. Iliopsoas
Origo: Th-12 en L-1 t/m L-4 Minor: Th-12
Insertie: Trochanor minor Minor: Os pubis
Functie: Anteversie, exorotatie, bekken vooroverkantelen,
lateroflexie, Ventraalflexie
De minor heeft geen functie op het been, alleen op de bekken.
, M. Gracilis
Origo: Os pubis
Insertie: mediale kant tibia
Functie: Adductie
M. Sartorius
Origo: Spina iliaca anterior superior (SIAS)
Insertie: Facies medialid tibiae
Functie: Anteflexie, abductie, exorotatie heup. Flexie en endorotatie
in knie
Buikspieren:
M. rectus abdominus
Functie: fixaties, retroversie van bekken (posterior tilt), anteflexie van thorax
Origo: Costa 5, sternum
Insertie: Os pubis
M. abdominus obliquus externus
Functie: Rotatie, stabiliteit
Origo: Costa 5 t/m 10
Insertie: Crista iliaca, Os pubis, Lig. inguinalis
M. abdominus obliquus internus
Functie: Rotatie, stabiliteit
Origo: Costa 9 t/m 12
Insertie: Crista iliaca, lig. Inguinalis, Os pubis
M. Abdominus transversus
Functie: stabiliteit
Origo: Caudale Sternum t/m costa 12
Insertie: Crista iliaca, lig. Inguinalis, Os pubis
, De structuren van de inguinale region te benoemen;
Grenzen van inguinale driehoek (triangle), Hesselback’s triangle.
Begrensd door:
Mediaal: laterale gedeeltee van de rectus abdominus
Superolateraal: onderste epigastrische vaten
Inferior: Lig. Inguinale
Grenzen van femorale triangle:
- Lig. Inguinale
- Lijn van de sartorius
- Lijn van de adductor longus
1. de klinische relevantie van de anatomische varianties in
de liesregio te benoemen.
Form Closure:
De stabiliteit van het gewricht kijkend naar de opbouw van de pelvis. Het sacrum en het ilium hebben
beide een platte zijde en een zijde is geriggeld, deze passen aan elkaa, dit veroorzaakt de stabiliteit.
Force Closure:
Dit beschrijft de krachten die op het gewricht komen die te maken hebben met de stabiliteit. Hier
versta je onder de spieren, ligamenten en de thoracolumbale facia.
Boven aanzicht van de rug en buikspieren.
Stabiliteit van de bekkenregio:
Stabiliteit posteriore ring: Door vorm, boogachtige morfologie van de bekken en ligamenten.
Krachten worden verzorgd aan de laterale einden van het bekken door: Obliquus internus, transversus
en piriformis.
Anterior: de 2 bekkenbogen worden verenigd door symfyse pubica.
De rectus abdominus en adductor longus zitten vast aan de symfyse pubica en het kapsel.
De rectus schacht in continu met de adductor longus via de capsulaire vezels van de symfyse pubica.