Vloeiendheid jaar 3
Hoorcolleges
HC1: Behandeling gevestigd stotteren 1
Inhoud
• Kenmerken gevestigd stotteren: onderdeel van iemands persoonlijkheid cognities en attitudes: hoe
kijk ik naar de wereld → ik ben een stotteraar, en er is secundair gedrag (vermijdingsgedrag, persen,
duwen, spanning in het gelaat)
• Erasmus viercomponentenmodel
• Gestandaardiseerde Logoepdie-Stottertherapie (GLS)
• Behandeling van cognitieve, emotionele en sociale component
Gevestigd stotteren
• Kernstottergedrag: ogen knijpen, hoofd naar beneden, vermijdingsgedrag
• Secundair stottergedrag
• Gevoelens – Attitudes: sterke gevoelens die zich hebben gevormd: veel moeite en tijd om daar
beweging in te krijgen.
• Epidemiologie: 1 op de 100 stottert. Vooral mannen ¾, ¼ is vrouw. Alle lagen van intelligentie. Alle
landen.
Multifactoriële stoornis
• Afwijkingen in hersenstructuren en functies. Stotteren is een neurologisch probleem. Het gedeelte
wat de spraak aanstuurt werkt anders.
• Verschil in sensomotoriek: ander patroon als de motoriek uitgelezen wordt, ook als we vloeiende
zinnen horen, zie je een ander patroon.
• Persoonlijkheid
• Leerfactoren
• Prognose: we gaan het niet genezen. Je moet ermee leren leven en het doel van therapie is
vloeiender worden.
Implicaties voor therapie
• Prognose
• Doelen in termen van vloeiendheid
• Doelen in termen van participatie, beperking en handicap
Doelen: gericht op acceptatie van stotteren (nodig om het doel te behalen):
frequentie omlaag, meer ontspanning zonder secundair gedrag, gecontroleerde vloeiendheid.
Doelen volgens Guitar (H.10)
• Reduce the Frequency of Stuttering
• Reduce the Abnormality of Stuttering: verminderen van secundair gedrag
• Redcuce the Negative Feelings about Stuttering and about Speaking
• Reduce the negative Thoughts and Attitudes about Stuttering and about Speaking
• Reduce Avoidance
• Increase Overall Communication Abilities: iemand andere vaardigheden leren.
• Create an Environment that Facilitates Fluency
De therapeut doet ertoe!
Je schakelt de omgeving in zodat ze inzien wat zij kunnen doen, en wat de stotteraar doet in de therapie.
Relatie therapeut – cliënt: meer dan 75% van het succes. Wat heb je nodig daarvoor:
• Empathy
• Warmth
• Genuineness
• a Preference for Evidence Based Practice (Richtlijn!)
• a Commitment to Continuing Educatinon (LifeLong Learning): je blijft je ontwikkelen als therapeut
• Critical Thinking and Creativity: je blijft creatief denken
, Erasmus viercomponentenmodel
Richtlijn therapie volwassenen: je moet altijd in alle vier de componenten integreren.
Fases van klinisch handelen
Op basis van MIDVAS van Charles van Riper:
• Motiveren
• Identificeren: eigen gedrag kijken en eigen stotter
• Desensitiseren: cognitief en emotionele component samen
• Modificeren: verbaal-motorisch, spreken veranderen
• Stabiliseren: zorgen dat iemand het kan vasthouden.
Deze fases komen terug in iedere component van je therapie!
Behandeling cognitieve component
Doel:
• Controle krijgen over gedachten die betrekking hebben op het stotteren
• Vicieuze cirkel doorbreken
• Spanning verlagen
• Voorwaarde scheppen voor verbaal-motorische training
Fasen cognitieve component
• Motiveren – inzicht geven
• Modificeren – cognitieve training: veranderen
• Transfer – toepassen, hiërarchielijst: oefening / vaardigheden binnen de therapiekamer meenemen
naar het dagelijks leven.
• Stabiliseren – zelfcontrole, zelfwerkzaamheid: vaardigheden om vast te houden wat je hebt gedaan.
Hulpmiddel voor therapeut:
Heb ik naar alle componenten gekeken en komen de stappen terug in de therapie?
Hoorcolleges
HC1: Behandeling gevestigd stotteren 1
Inhoud
• Kenmerken gevestigd stotteren: onderdeel van iemands persoonlijkheid cognities en attitudes: hoe
kijk ik naar de wereld → ik ben een stotteraar, en er is secundair gedrag (vermijdingsgedrag, persen,
duwen, spanning in het gelaat)
• Erasmus viercomponentenmodel
• Gestandaardiseerde Logoepdie-Stottertherapie (GLS)
• Behandeling van cognitieve, emotionele en sociale component
Gevestigd stotteren
• Kernstottergedrag: ogen knijpen, hoofd naar beneden, vermijdingsgedrag
• Secundair stottergedrag
• Gevoelens – Attitudes: sterke gevoelens die zich hebben gevormd: veel moeite en tijd om daar
beweging in te krijgen.
• Epidemiologie: 1 op de 100 stottert. Vooral mannen ¾, ¼ is vrouw. Alle lagen van intelligentie. Alle
landen.
Multifactoriële stoornis
• Afwijkingen in hersenstructuren en functies. Stotteren is een neurologisch probleem. Het gedeelte
wat de spraak aanstuurt werkt anders.
• Verschil in sensomotoriek: ander patroon als de motoriek uitgelezen wordt, ook als we vloeiende
zinnen horen, zie je een ander patroon.
• Persoonlijkheid
• Leerfactoren
• Prognose: we gaan het niet genezen. Je moet ermee leren leven en het doel van therapie is
vloeiender worden.
Implicaties voor therapie
• Prognose
• Doelen in termen van vloeiendheid
• Doelen in termen van participatie, beperking en handicap
Doelen: gericht op acceptatie van stotteren (nodig om het doel te behalen):
frequentie omlaag, meer ontspanning zonder secundair gedrag, gecontroleerde vloeiendheid.
Doelen volgens Guitar (H.10)
• Reduce the Frequency of Stuttering
• Reduce the Abnormality of Stuttering: verminderen van secundair gedrag
• Redcuce the Negative Feelings about Stuttering and about Speaking
• Reduce the negative Thoughts and Attitudes about Stuttering and about Speaking
• Reduce Avoidance
• Increase Overall Communication Abilities: iemand andere vaardigheden leren.
• Create an Environment that Facilitates Fluency
De therapeut doet ertoe!
Je schakelt de omgeving in zodat ze inzien wat zij kunnen doen, en wat de stotteraar doet in de therapie.
Relatie therapeut – cliënt: meer dan 75% van het succes. Wat heb je nodig daarvoor:
• Empathy
• Warmth
• Genuineness
• a Preference for Evidence Based Practice (Richtlijn!)
• a Commitment to Continuing Educatinon (LifeLong Learning): je blijft je ontwikkelen als therapeut
• Critical Thinking and Creativity: je blijft creatief denken
, Erasmus viercomponentenmodel
Richtlijn therapie volwassenen: je moet altijd in alle vier de componenten integreren.
Fases van klinisch handelen
Op basis van MIDVAS van Charles van Riper:
• Motiveren
• Identificeren: eigen gedrag kijken en eigen stotter
• Desensitiseren: cognitief en emotionele component samen
• Modificeren: verbaal-motorisch, spreken veranderen
• Stabiliseren: zorgen dat iemand het kan vasthouden.
Deze fases komen terug in iedere component van je therapie!
Behandeling cognitieve component
Doel:
• Controle krijgen over gedachten die betrekking hebben op het stotteren
• Vicieuze cirkel doorbreken
• Spanning verlagen
• Voorwaarde scheppen voor verbaal-motorische training
Fasen cognitieve component
• Motiveren – inzicht geven
• Modificeren – cognitieve training: veranderen
• Transfer – toepassen, hiërarchielijst: oefening / vaardigheden binnen de therapiekamer meenemen
naar het dagelijks leven.
• Stabiliseren – zelfcontrole, zelfwerkzaamheid: vaardigheden om vast te houden wat je hebt gedaan.
Hulpmiddel voor therapeut:
Heb ik naar alle componenten gekeken en komen de stappen terug in de therapie?