Inleiding
Byzantium, het huidige Istanbul. Het ligt op een kruispunt van handelswegen en de invloed gaat
ten koste van Rome, daarom wordt het ook in 330 uitgeroepen tot de hoofdstad van het Romeinse
rijk en omgedoopt tot Constantinopel.
Na de val van Rome ontwikkelt het zich tot het centrum van de kunst van het Byzantijnse rijk. Het
Grieks-orthodoxe christendom drukt een stempel op de Byzantijnse kunst. Vele kerken zijn
versierd met mozaïeken. Voor hun gebeden gebruiken de Byzantijnen iconen.
Icoon= een klein houten paneeltje, wat is geschilderd met gestileerde afbeeldingen van heiligen.
Bladgoud wordt als achtergrond gebruikt.
Gebruiksvoorwerpen zijn decoratief, dienen ter versiering.
In 1240 wordt het Byzantijnse rijk veroverd, en in 1453 valt het opnieuw dit is dan ook het einde
van de Middeleeuwen.
Architectuur
A. Vormgeving
Hagia Sophia (532-537). Er is gebruik gemaakt van centraalbouw. De kerk is opgezet vanuit een
centraal punt van symmetrie. De plattegronden van centraalbouw kunnen er als volgt uitzien:
vierkant, cirkel, regelmatige veelhoek of een Grieks kruis.
Het middengedeelte is afgesloten met een koepel.
San Vitale, is een West-Europees voorbeeld van centraalbouw.
B. Functie
Hagia Sophia: andere religieuze gebouwen in schoonheid te overtreffen, alleen geestelijken en de
keizer zijn bij de erediensten welkom. De koepel wordt gezien als een symbool voor de kosmos.
San Vitale: religieuze functie. Geldt als een van de grote voorbeelden van de Byzantijnse kunst en
staat ook op de werelderfgoed lijst.
Mozaïekkunst
A. Vormgeving
Heeft een belangrijke rol in de Byzantijnse kunst. Figuren zijn gestileerd weergegeven, hoe
belangrijker het persoon hoe meer geïndividualiseerd het uiterlijk is.
Statische compositie door de nadruk op de horizontale en verticale lijnen.
Gouden achtergrond is een regel, dat is terug te zien in de mozaïeken.
schaduwen door donkere tinten mozaïek.