100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting HRM, Jaar 2, OP2 - Sociaal Recht

Rating
-
Sold
7
Pages
27
Uploaded on
15-01-2018
Written in
2017/2018

Samenvatting Recht OP2, jaar 2. Bevat alle stof voor de toets.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 15, 2018
Number of pages
27
Written in
2017/2018
Type
Summary

Subjects

Content preview

Sociaal Recht OP2


Les 1.
Hoofdstuk 9. Arbeidsverhoudingen op nationaal niveau (boek)
9.1. Vakbonden
 Vakbonden: de ‘acteurs’ aan werknemerskant in het proces van collectieve
arbeidsvoorwaardenvorming > een individuele werknemer of OR kan geen cao afsluiten.
 De belangrijkste bonden hebben zich in drie vakcentrales aaneengesloten: FNV, CNV en VCP (FNV
is zowel ‘centrale’ als vakbond).
 Er bestaat geen plicht voor vakbonden om iedereen die dat wenst, toe te laten als lid.

9.2. Vakverenigingsvrijheid
 Organisatiegraad: aantal vakbondsleden afgezet tegenover de totale bedrijfspopulatie.
 In Nederland is er geen plicht voor werknemers om zich te organiseren.
 Het recht tot vakbondslidmaatschap wordt algemeen beschouwd als een grondrecht.
 Als een organisatie mee wil doen aan cao-onderhandelingen of in publiekrechtelijke organen
zitting wil nemen, dan moet die volledig rechtsbevoegd zijn in de zin van Boek 2 BW, en de
statuten moeten uitdrukkelijk de bevoegdheid een cao te sluiten vermelden.

9.3. Werkgevers
 Een werkgever heeft geen organisatie nodig om een cao te kunnen afsluiten > is daartoe
zelfstandig bevoegd (zoals de ondernemings-cao van de Hema).
 Grote bedrijven (in industrie en groothandel): VNO-NCW.
 Midden- en kleinbedrijven (m.u.v. agrarisch bedrijf): MKB-Nederland.
 Overkoepelende werkgeversorganisaties, samen: RCO (Raad van de Centrale
Ondernemingsorganisaties).
 Alle werkgeversorganisaties zijn volledig rechtsbevoegd in de zin van Boek 2 BW en hebben een
democratische interne structuur.

9.4. Cao-overleg
 Er is geen onderhandelingsplicht: het is niet verplicht de arbeidsvoorwaarden in collectief overleg
tussen werkgevers en werknemers vast te leggen > de werkgever kan de vakbonden passeren en
met de werknemers afzonderlijk arbeidsvoorwaarden overeenkomen > bonden kunnen
werkgevers hooguit tot actie dwingen.
 Werkgevers en vakbonden ontmoeten elkaar in het cao-overleg (over vernieuwing van de cao).
 Art. 18 WCAO: een cao kan (behoudens verlenging) voor max. 5 jaar worden aangegaan.
 Als er geen overeenstemming over een nieuwe cao wordt bereikt:
o Kan leiden tot staking, of;
o Een ‘cao-loos’ tijdperk > een jaar later weer proberen.

9.5. Inhoud van de cao
 Art. 1 WCAO: ‘voornamelijk of uitsluitend… arbeidsvoorwaarden, bij arbeidsovereenkomsten in
acht te nemen’.
 Normatieve bepalingen: regels die de individuele arbeidsovereenkomsten van degenen die onder
de cao vallen, normeren.
 Obligatoire bepalingen: regels die puur de relatie tussen de cao-partijen betreffen.




1

, Sociaal Recht OP2



 Verschillen normatieve en obligatoire bepalingen:
1. Van normatieve bepalingen kan de nakoming in rechte worden gevorderd én door de cao-
partijen én door de partijen bij de iao. Van obligatoire bepalingen kunnen alleen de cao-
partijen zelf nakoming vorderen.
2. Normatieve bepalingen kunnen nawerking hebben (cao-bepalingen werken nog door nadat
de geldingsduur van de cao is verstreken), obligatoire niet.
3. Normatieve bepalingen kunnen algemeen verbindend worden verklaard en obligatoire niet.
 Diagonale bepalingen: richten zich meer in het bijzonder tot een van beide partijen in de iao
(meestal de werkgever) en schrijven juist die partij een bepaald gedrag voor tegenover een van
de andere partijen van het cao-overleg.

Werkgeversorganisaties Obligatoire bepaling Vakbonden

Diagonale bepaling

Werkgevers Normatieve bepaling Werknemers


 Het vorderingsrecht bij de diagonale bepalingen kan gelijkgesteld worden met die van de
normatieve bepalingen (vorderingsrecht voor werknemer en vakbond).
 Art. 6:248 BW: cao-partijen zijn verplicht de cao naar redelijkheid en billijkheid na te leven, en ze
zijn verplicht druk uit te oefenen op hun leden de cao ook na te leven.

9.6. Algemeenverbindendverklaring
 Wet AVV: Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van
cao’s.
 Algemeenverbindendverklaring: voorkomen dat de cao wordt uitgehold doordat niet-aangesloten
werkgevers de cao-gebonden werkgevers kunnen beconcurreren met een lager niveau van
arbeidsvoorwaarden.
 Een cao moet voor de meerderheid van de in een bedrijf(stak) werkzame personen gelden, wil de
minister bepalingen van de cao algemeen verbindend verklaren.
 Van de AVV is een aantal soorten cao-bepalingen uitgezonderd.
 Dispensatie: de minister kan cao’s uitzonderen van de AVV (alleen bij zwaarwegende
argumenten).
 Art. 2 Wet AVV: de AVV geschiedt voor max. 2 jaar, behoudens verlenging (van max. 1 jaar).

9.7. Centraal overleg
 Bipartiet overleg: als de centrale organisaties (vakbonden en werkgeversverenigingen) elkaar
zonder de overheid ontmoeten.
 Tripartiete overleg: als ook de vertegenwoordigers van de regering erbij zijn betrokken.
 Voor het centrale overleg zijn 2 instellingen geschapen:
1. De StAR (Stichting van de Arbeid) > privaatrechtelijke organisatie.
2. De SER (Sociaal-Economische Raad) > publiekrechtelijk orgaan.
 Verschil: in de StAR zijn de sociale partners onder elkaar, in de SER en zijn commissies zitten er
ook ‘derden’ bij (Kroonleden en ambtenaren).

9.9. Representativiteit
 Wanneer heeft een organisatie recht op deelname aan overleg- en onderhandelingsstructuren?
o Publiekrechtelijk: regels te vinden in Besluit beleidsregels representativiteit.


2

, Sociaal Recht OP2


o Privaatrechtelijk: toelating tot de onderhandelingstafel kan niet via de rechter worden
afgedwongen.
9.10. Loon- en inkomenspolitiek
 Art. 10 Wet op de loonvorming: het nemen van loonmaatregelen is slechts mogelijk indien een
zich plotseling voordoende noodsituatie van de nationale economie zulke maatregelen vereist.

9.11. Arbeidsvoorwaardenvorming bij de overheid
 De overheid stelt de arbeidsvoorwaarden van haar personeel eenzijdig vast, na overleg met de
ambtenarenorganisaties (het georganiseerd overleg).
 Eerste stap nieuw stelsel van arbeidsvoorwaardenvorming bij de overheid: instelling van een
advies- en arbitragecommissie. Voor het vragen van een arbitrale uitspraak (is bindend) is
eenstemmigheid tussen alle deelnemers aan het overleg nodig.
 Tweede stap: Protocol voor een proefneming arbeidsvoorwaardenoverleg 1989 > de minister kan
niet meer eenzijdig wijziging brengen in de geldende arbeidsvoorwaarden van ambtenaren.
 Derde stap: decentralisatie van het arbeidsvoorwaardenoverleg > lagere overheden en nationale
sectoren mogen zelfstandig onderhandelen.

9.12. Arbeidsvoorwaardenvorming bij de semioverheid
 G&G- sector: de gepremieerde en gesubsidieerde sector > personeel in dienst van semioverheid.
 Werknemers in deze sector worden ook wel ‘trendvolgers’ genoemd: ze volgden de
ambtenarensalarissen, die gekoppeld waren aan de ‘trend’ van het particuliere bedrijfsleven.

Hoofdstuk 10. Staken is… geen werk (boek)
10.1. Collectieve arbeidsconflicten van allerlei aard
 Wilde staking: spontaan door de werknemers ondernomen.
 Georganiseerde staking: onder leiding van vakbonden.

10.2. Strafrechtelijke kant van de staking
 Worgwetten van Kuijper werden in 1980 ingetrokken > stakingen zijn niet meer strafbaar.
 Er kunnen zich wel feiten voordoen die strafbaar zijn.

10.3. Civielrechtelijke kant van de staking
 Panhonlibco-arrest (1960): staken leverde in beginsel wanprestatie tegen de werkgever op.
 NS-arrest (1986): de bepaling van het ESH (Europees Sociaal Handvest, art. 6 lid 4), waarin het
stakingsrecht erkend wordt, geldt in Nederland als een ieder verbindend recht.
 De fundamentele vrijheden van de EU spelen een rol in het collectieve actierecht.

10.4. Rechtmatig, tenzij…
 Twee uitzonderingen op rechtmatig staken:
1. Indien zwaarwegende procedureregels zijn veronachtzaamd (spelregeltoetsing);
2. Indien op grond van afweging van alle omstandigheden van het gegeven geval, in onderling
verband en samenhangend moet worden geoordeeld dat de bonden in redelijkheid niet tot
deze acties hadden kunnen komen (misbruiktoetsing).
 Dit stelsel gold in de ogen van de Hoge Raad alleen in het geval van:
o Normale stakingen (‘algehele, zich tegen de werkgever richtende werkstakingen’);
o Andere stakingen, waarvan de ‘betreffende bijzonderheden’ niet zo ‘decisief’ (beslissend) zijn
dat zij om ‘andere en strengere’ normen vragen.

10.5. Stakingsrecht in Nederland na het Amsta-recht
 Hoofdregels van het stakingsrecht nu:

3
$6.04
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
juliabrugman Universiteit van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
261
Member since
9 year
Number of followers
190
Documents
2
Last sold
3 months ago

4.0

49 reviews

5
12
4
29
3
6
2
2
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions