§4.1: Criminaliteit
Criminaliteit is het gedrag dat door de overheid strafbaar is gestald. Ook is
criminaliteit relatief: het verschilt per tijd en per samenleving. Overal gelden andere
normen en daardoor is criminaliteit plaats- en tijdgebonden.
Voor sociale wetenschappers is criminaliteit een interessant onderzoeksgebied. Deze
onderzoekers worden criminologen genoemd en ze zijn opgeleid in criminologie. In
de criminologie bestaan verschillende visies over oorzaken van criminaliteit.
Ook zijn er verschillende criminologische theorieën:
1. Gelegenheidstheorie/rationele-keuzetheorie: crimineel gedraag is een
weloverwogen keuze, waarbij de voordelen hoger zijn dan de nadelen.
2. Etiketteringstheorie: mensen plakken snel bij elkaar etiketten op, waaronder
het etiket ‘crimineel’. Hierdoor kan er selffulfilling prophecy plaatsvinden. Dit is
dat sommige mensen zich door de etiketten ook crimineel gaan gedragen,
omdat je het verwacht komt het uit.
3. Bindingstheorie: bindingen die mensen hebben in de maatschappij kunnen
ertoe leiden dat crimineel gedrag voorkomen wordt. Hoe meer mensen zich
verbonden voelen met de samenleving des te meer zullen zij de waarden en
normen van de samenleving naleven.
4. Structurele-deviantietheorie: structuren in de samenleving zijn zo dat de
machtigen, de rijken, in het voordeel zijn. Ze hebben niet allen de financiële
middelen, maar ook de wetten in hun voordeel.
§4.2: concepten en vraagstukken
Hoofdconcept vorming: het vormingsvraagtstuk
De manier waarop mensen een identiteit ontwikkelen
Het proces van vorming begint bij baby’s en gaat het hele leven door.
Kernconcepten: identiteit, cultuur, socialisatie, acculturatie, politieke
socialisatie en ideologie helpen ons om verschijnselen of problemen van het
vormingsvraagstuk te analyseren.
Hoofdconcept binding: het bindingsvraagstuk/cohesievraagstuk
Hoe mensen met elkaar verbonden zijn in een samenleving
Affectief, cognitief, economisch en politiek
Kernconcepten: sociale cohesie, groepsvorming, sociale en politieke institutie,
cultuur, representatie en representativiteit.
Hoofdconcept verhouding: het verhoudingsvraagstuk
De manier waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en de wijze waarop
de samenleving daarmee omgaat
Objectieve verschillen en maatschappelijke waardering
Kernconcepten: sociale ongelijkheid, macht, gezag, conflict en samenwerking