Stoffen en reacties
Elektrisch geleidingsvermogen
Welke stoffen geleiden elektrische stroom
Als een stof elektrische stroom wil laten geleiden, moet het aan twee voorwaarden voldoen:
1. de stof moet bestaan uit geladen deeltjes
2. de geladen deeltjes moeten vrij kunnen bewegen
Moleculaire stoffen
Geleiden NOOIT stroom - bestaan uit ongeladen deeltjes, moleculen. Suiker water en kaarsvet.
Zouten
Geleiden alleen stroom in VLOEIBARE fase. Hier kunnen de geladen deeltjes vrij bewegen. De
geladen deeltjes zijn positieve en negatieve ionen -> zouten = metaal + niet metaal.
Metalen
Geleiden stroom in VASTE en VLOEIBARE fase. In elke fase kunnen de geladen deeltjes vrij
bewegen -> de vrije elektronen. De vrije elektronen zijn afkomstig van de metaalatomen, die
daardoor zijn veranderd in positieve ionen.
Vaste fase: alleen de vrije elektronen bewegen - positieve ionen blijven op hun plaats.
Vloeibare fase: elektronen als positieve ionen bewegen.
Roosters
In de vaste fase zijn de bouwstenen van stoffen gerangschikt in een vast patroon:
• moleculaire stof -> molecuul rooster
• zouten -> ionrooster
• metalen -> metaalrooster
Waarom is metaal buigzaam en een zout niet?
Een metaal kun je buigen zonder dat het breekt. Bij een zout lukt dat niet. Dat wordt veroorzaakt
door de verschillen tussen een metaalrooster en een ionrooster. Bij zoutrooster verschuiven de
ionen ten opzichte van elkaar. Doorboor komen er positieve ionen naast positieve ionen en
negatieve naarst negatieve. Deeltjes met gelijke lading stoten elkaar af en het zout breekt dus op
die plek.
Bij het metaalrooster verschuiven de positieve ionen ook ten opzichte van elkaar. Maar veranderd
er niets.
1