Chloë Laeremans, Caroline Lefevre en Marie-Hélène Vandoorne
Casus les: stappenplan
1 Doktersbriefje: “Graag cognitieve screening op basis van vage persisterende klachten”
A Wat verwacht je dat je gaat moeten onderzoeken?
- aandacht
- executieve functies
- geheugen
B Welke vraag moet je gaan beantwoorden?
- Hoe is het gesteld met het algemeen cognitief functioneren van de cliënt?
- Wat houden de vage persisterende klachten van de cliënt in?
C Hoe zou je deze beter formuleren?
- Hoe is het gesteld met de aandacht van de cliënt?
- Hoe is het gesteld met de executieve functies van de cliënt?
- Hoe is het gesteld met het geheugen van de cliënt?
2 Intakegegevens
A Relevante zaken van elkaar scheiden
- vrouw, 36 jaar
- doorverwezen door de huisarts
- vroeger bediende in een bib, daarna huisvrouw, nu regelmatig werken via uitzendbureau (indien er
een cognitief probleem zou zijn is het moeilijk om telkens in een nieuw bedrijf zich opnieuw op te
leren)
- hoofd op de stoeprand gevallen (1 jaar geleden): zware hersenschudding, sindsdien veel hoofdpijn,
na een paar uur volledig uitgeput, moeilijk inwerken, teveel info tegelijkertijd
- vergeetachtig
- kan niet goed tegen drukte, dag erna veel hoofdpijn
- alleen thuis maar krijgt het huishouden niet rond
- snel moe na activiteiten (klaarmaken, brengen van de kinderen naar school)
- heeft winkellijstje nodig (anders vergeet ze zaken mee te brengen, dit gebeurt vooral als ze
meerdere dingen op 1 dag moet doen
- geen oriëntatieprobleem volgens haar (kent de weg goed)
- met de kinderen spelen is te vermoeiend
- koken mislukt soms
- feitenkennis is volgens haar in orde (geheugen van zaken die ze al kent blijkt goed te zijn)
Heteroanamnese (gesprek met partner):
- veel angstiger na haar val
- sneller boos
- kinderen durven niet meer spelen (hoofdpijn mama)
- nooit meer met vrienden iets doen
- als ze iets verteld is het langdradig en doet ze haar best niet meer om iets leuk te maken (verschil
vroeger, focus op executieve functies, persoonlijkheidsverandering)
- ze is lui, wil niet werken, doet niets thuis (hij is niet echt steunend ten opzichte van haar)
- ruimt niet op na het koken
Casus les: stappenplan
1 Doktersbriefje: “Graag cognitieve screening op basis van vage persisterende klachten”
A Wat verwacht je dat je gaat moeten onderzoeken?
- aandacht
- executieve functies
- geheugen
B Welke vraag moet je gaan beantwoorden?
- Hoe is het gesteld met het algemeen cognitief functioneren van de cliënt?
- Wat houden de vage persisterende klachten van de cliënt in?
C Hoe zou je deze beter formuleren?
- Hoe is het gesteld met de aandacht van de cliënt?
- Hoe is het gesteld met de executieve functies van de cliënt?
- Hoe is het gesteld met het geheugen van de cliënt?
2 Intakegegevens
A Relevante zaken van elkaar scheiden
- vrouw, 36 jaar
- doorverwezen door de huisarts
- vroeger bediende in een bib, daarna huisvrouw, nu regelmatig werken via uitzendbureau (indien er
een cognitief probleem zou zijn is het moeilijk om telkens in een nieuw bedrijf zich opnieuw op te
leren)
- hoofd op de stoeprand gevallen (1 jaar geleden): zware hersenschudding, sindsdien veel hoofdpijn,
na een paar uur volledig uitgeput, moeilijk inwerken, teveel info tegelijkertijd
- vergeetachtig
- kan niet goed tegen drukte, dag erna veel hoofdpijn
- alleen thuis maar krijgt het huishouden niet rond
- snel moe na activiteiten (klaarmaken, brengen van de kinderen naar school)
- heeft winkellijstje nodig (anders vergeet ze zaken mee te brengen, dit gebeurt vooral als ze
meerdere dingen op 1 dag moet doen
- geen oriëntatieprobleem volgens haar (kent de weg goed)
- met de kinderen spelen is te vermoeiend
- koken mislukt soms
- feitenkennis is volgens haar in orde (geheugen van zaken die ze al kent blijkt goed te zijn)
Heteroanamnese (gesprek met partner):
- veel angstiger na haar val
- sneller boos
- kinderen durven niet meer spelen (hoofdpijn mama)
- nooit meer met vrienden iets doen
- als ze iets verteld is het langdradig en doet ze haar best niet meer om iets leuk te maken (verschil
vroeger, focus op executieve functies, persoonlijkheidsverandering)
- ze is lui, wil niet werken, doet niets thuis (hij is niet echt steunend ten opzichte van haar)
- ruimt niet op na het koken