Werkwijzer
Ondernemingsrecht
Hogeschool Inholland Rotterdam
MFR – Cluster recht
1
,Inhoudsopgave
Week I: een inleiding in het ondernemingsrecht....................................................................................2
Week II: oprichting, werking en ontbinding van kapitaalvennootschappen...........................................6
Week III: de organen van kapitaalvennootschappen..............................................................................8
Week IV: oprichting, werking en ontbinding van personenvennootschappen......................................10
Week V: oprichting, werking en ontbinding van de vereniging, coöperatie en de stichting..................13
Week VI: het concernrecht en de keuze voor een rechtsvorm.............................................................15
Week VII: oefenvragen en responsie....................................................................................................17
Week I: een inleiding in het ondernemingsrecht
A. Begrippen
1. Onderneming: organisatie van arbeid en kapitaal.
2. Rechtssubject: drager van rechten en plichten
3. Rechtsobject: is datgene waar je rechtssubject recht kan hebben.
4. Hoofdelijk aansprakelijk: art. 7 boek 6. Meerdere schuldenaren die ieder voor het geheel is aan te
spreken.
Bv niet prive aansprakelijk. Dat kan niet. Wel hoofdelijk aansrpakelijk.
2
, Eensmanszaak: prive aansprakelijk en gewoon aansprakelijk (niet hoofdelijk want er zijn geen
meerdere).
5. Handelsnaam: naam van een onderneming. Wijze waaruit ze naar buiten treden.
6. Corporate Governance Code: een gedragscode gericht op bestuurders en commissarissen. Aan de
beurs genoteerd. Hier kan je aandelen kopen via de beurs, via de bank (in praktijk).
B. Open vragen
1. Boldo BV, waarvan Pascal dga is, wordt verkocht aan Ruud. Alle relaties van Boldo BV worden
hierover per mail en per post geïnformeerd. Ruud zet de onderneming succesvol voort. Na een paar
maanden, mede door de snelle groei van het bedrijf onder leiding van Ruud, treedt Vincent in dienst
als manager. Vincent koopt op zekere dag een groot aantal kantoorartikelen in bij Viking. Zij zijn al
jaren de vaste leverancier in kantoorartikelen van Boldo BV. De artikelen worden geleverd en de
rekening wordt naar Pascal gestuurd. Deze bleek nog steeds in het handelsregister als enig
bestuurder en aandeelhouder te staan. Dient Pascal de rekening van Viking te betalen?
Dga: directeur groot aandeelhouder. Heeft alle aandelen en heeft zichzelf daarmee aangewezen als
directeur.
Pascal besluit alle de aandelen te verkopen aan Ruud.
Rekening wort naar pascal gestuurd.
Bij register staat niet dat Ruud nu de baas is.
Art. 25 Handelsregisterwet. Inschrijving is leidend.
Viking wist het door brief en mail. Viking had beter moeten weten. Kan niet beroepen op
handelsregister. Klopt niet en dat wisten zij. Niet onkundig. Lid 2.
Pascal hoeft het niet te betalen.
2. a) Antje wil samen met haar man Bas een agrarisch bedrijf starten. Het zal een Nederlandse
rechtsvorm worden, ze twijfelen enkel nog tussen een bv, een vof of een coöperatie. Ze willen graag
wat internationale allure uitstralen en denken er daarom aan hun bedrijf ‘Agriculture Ltd’ te noemen.
a. Mogen Antje en Bas deze handelsnaam voeren?
Nee. In strijd met art. 5b Hnw.
Of art. 4 Hnw. Verkeerde aanduiding vna rechtsvorm. Doet alsof het een bv is maar dat is het niet.
b) Stel, ze mogen deze handelsnaam niet voeren, maar omdat ze hiervan niet op de hoogte zijn, doen
ze dit alsnog. Een nabijgelegen concurrent is niet blij met hun handelsnaam, aangezien hij hoort dat
dorpsgenoten denken dat Antje en Bas een internationaal bedrijf voeren. Hij merkt dat de
dorpsgenoten daarvan onder de indruk zijn en dat hun bedrijf daardoor populairder is dan zijn bedrijf.
Wat kan deze concurrent hiertegen doen?
Verzoekschrift bij de kantonrechter. Art. 6 Hnw.
Onrechtmatige daad kan ook. Maar dit duurt langer.
3. Noem vier deelgebieden van het ondernemingsrecht.
Personenvennootschappen.
Rechtspersonenrecht
Concernrecht
Effectenrecht
C. Meerkeuzevragen
1. Rechtspersoonlijkheid houdt in
a. dat de rechtspersoon is ingeschreven in het Handelsregister. (Elk onderneming wordt
ingeschreven).
b. dat de rechtspersoon een ondernemingsraad conform de WOR heeft. (Nee ligt aan aantal mensen.
Kan ook bijv eenmansraad want 1 persoon is aansprakelijk maar kan wel 100 mensen in dienst
hebben)
3
Ondernemingsrecht
Hogeschool Inholland Rotterdam
MFR – Cluster recht
1
,Inhoudsopgave
Week I: een inleiding in het ondernemingsrecht....................................................................................2
Week II: oprichting, werking en ontbinding van kapitaalvennootschappen...........................................6
Week III: de organen van kapitaalvennootschappen..............................................................................8
Week IV: oprichting, werking en ontbinding van personenvennootschappen......................................10
Week V: oprichting, werking en ontbinding van de vereniging, coöperatie en de stichting..................13
Week VI: het concernrecht en de keuze voor een rechtsvorm.............................................................15
Week VII: oefenvragen en responsie....................................................................................................17
Week I: een inleiding in het ondernemingsrecht
A. Begrippen
1. Onderneming: organisatie van arbeid en kapitaal.
2. Rechtssubject: drager van rechten en plichten
3. Rechtsobject: is datgene waar je rechtssubject recht kan hebben.
4. Hoofdelijk aansprakelijk: art. 7 boek 6. Meerdere schuldenaren die ieder voor het geheel is aan te
spreken.
Bv niet prive aansprakelijk. Dat kan niet. Wel hoofdelijk aansrpakelijk.
2
, Eensmanszaak: prive aansprakelijk en gewoon aansprakelijk (niet hoofdelijk want er zijn geen
meerdere).
5. Handelsnaam: naam van een onderneming. Wijze waaruit ze naar buiten treden.
6. Corporate Governance Code: een gedragscode gericht op bestuurders en commissarissen. Aan de
beurs genoteerd. Hier kan je aandelen kopen via de beurs, via de bank (in praktijk).
B. Open vragen
1. Boldo BV, waarvan Pascal dga is, wordt verkocht aan Ruud. Alle relaties van Boldo BV worden
hierover per mail en per post geïnformeerd. Ruud zet de onderneming succesvol voort. Na een paar
maanden, mede door de snelle groei van het bedrijf onder leiding van Ruud, treedt Vincent in dienst
als manager. Vincent koopt op zekere dag een groot aantal kantoorartikelen in bij Viking. Zij zijn al
jaren de vaste leverancier in kantoorartikelen van Boldo BV. De artikelen worden geleverd en de
rekening wordt naar Pascal gestuurd. Deze bleek nog steeds in het handelsregister als enig
bestuurder en aandeelhouder te staan. Dient Pascal de rekening van Viking te betalen?
Dga: directeur groot aandeelhouder. Heeft alle aandelen en heeft zichzelf daarmee aangewezen als
directeur.
Pascal besluit alle de aandelen te verkopen aan Ruud.
Rekening wort naar pascal gestuurd.
Bij register staat niet dat Ruud nu de baas is.
Art. 25 Handelsregisterwet. Inschrijving is leidend.
Viking wist het door brief en mail. Viking had beter moeten weten. Kan niet beroepen op
handelsregister. Klopt niet en dat wisten zij. Niet onkundig. Lid 2.
Pascal hoeft het niet te betalen.
2. a) Antje wil samen met haar man Bas een agrarisch bedrijf starten. Het zal een Nederlandse
rechtsvorm worden, ze twijfelen enkel nog tussen een bv, een vof of een coöperatie. Ze willen graag
wat internationale allure uitstralen en denken er daarom aan hun bedrijf ‘Agriculture Ltd’ te noemen.
a. Mogen Antje en Bas deze handelsnaam voeren?
Nee. In strijd met art. 5b Hnw.
Of art. 4 Hnw. Verkeerde aanduiding vna rechtsvorm. Doet alsof het een bv is maar dat is het niet.
b) Stel, ze mogen deze handelsnaam niet voeren, maar omdat ze hiervan niet op de hoogte zijn, doen
ze dit alsnog. Een nabijgelegen concurrent is niet blij met hun handelsnaam, aangezien hij hoort dat
dorpsgenoten denken dat Antje en Bas een internationaal bedrijf voeren. Hij merkt dat de
dorpsgenoten daarvan onder de indruk zijn en dat hun bedrijf daardoor populairder is dan zijn bedrijf.
Wat kan deze concurrent hiertegen doen?
Verzoekschrift bij de kantonrechter. Art. 6 Hnw.
Onrechtmatige daad kan ook. Maar dit duurt langer.
3. Noem vier deelgebieden van het ondernemingsrecht.
Personenvennootschappen.
Rechtspersonenrecht
Concernrecht
Effectenrecht
C. Meerkeuzevragen
1. Rechtspersoonlijkheid houdt in
a. dat de rechtspersoon is ingeschreven in het Handelsregister. (Elk onderneming wordt
ingeschreven).
b. dat de rechtspersoon een ondernemingsraad conform de WOR heeft. (Nee ligt aan aantal mensen.
Kan ook bijv eenmansraad want 1 persoon is aansprakelijk maar kan wel 100 mensen in dienst
hebben)
3
