Naam:
Klas: VWO 5
Vak: Natuurkunde
Docent:
Datum:
, Inhoudsopgave
§1 Onderzoeksvraag.................................................................2
§2 Theorie.................................................................................2
§2.1 Begrippen......................................................................2
§2.2 Formules.......................................................................3
§3 Benodigdheden....................................................................3
§4 Opstelling.............................................................................4
§5 Werkwijze............................................................................4
§6 Uitwerking............................................................................5
§6.1 Statische methode........................................................5
§6.2 Dynamische methode...................................................6
§6.3 Vergelijking...................................................................7
§7 Conclusie..............................................................................7
§8 Discussie...............................................................................7
§1 Onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag van dit practicum is: “met welke methode (statisch of dynamisch)
bepaal je de veerconstante van een veer het nauwkeurigst?”
§2 Theorie
§2.1 Begrippen
Veerconstante = constante die aangeeft hoeveel newton er nodig is per meter, de
uitrekking (in N/m)
Statische methode = metingsmethode waarbij de zwaartekracht wordt gebruikt om o.a.
de veerconstante te berekenen
Dynamische methode = metingsmethode waarbij de trillingstijd van een massa-
veersysteem gebruikt wordt om o.a. de veerconstante te berekenen
Veerkracht = vermogen om de vorige stand weer in te nemen, nadat iets bijvoorbeeld
ingedrukt of uitgerekt is
Uitrekking = hoe ver de veer is uitgerekt ten opzichte van zijn normale toestand