Wereldwijde luchtstromen
Zonne-energie drijft de mondiale luchtcirculatie/grote windsystemen aan. Van hoge naar
lagedrukgebied. Door de draaiing van de aarde krijgt de wind een afwijking:
Noordelijk halfrond: RECHTS Zuidelijk halfrond: LINKS
In de tropen waait de wind dus op noordelijk halfrond meestal uit het noordoosten en op het
zuidelijk halfrond meestal uit het zuidoosten. = Passaten.
De lucht is minder zwaar en drukt minder hard op het aardoppervlak. = een lagedrukgebied of
minimum.
De lucht is nu zwaar en drukt op het aardoppervlak = hogedrukgebied of maximum.
Wet van Buys Ballot:
- Lucht beweegt zich van H - L
- Op het noordelijk halfrond krijgt de lucht een afwijking naar rechts.
- Op het zuidelijk halfrond krijgt de lucht een afwijking naar links.
Intertropische convergentiezone (ITCZ)
De intertropische convergentiezone (ITCZ) of zone van equatoriale lage luchtdruk, is het
lagedrukgebied rond de evenaar, en verschuift naar het noorden in de zomer en naar het zuiden in
de winter. Het sterkst boven landmassa’s, omdat die het makkelijkst opwarmen. In onze zomer
kruist de zuidoostelijke passaat dus de evenaar, eenmaal op het noordelijk halfrond krijgt hij een
afwijking naar rechts en waait dan als zuidwestelijke wind op de kust van India naar het ITCZ dat
nu in noord India ligt. = moesson (omgebogen passaat).
In de winter, op het zuidelijk halfrond buigt de noordoostelijke passaat af tot een noordwestelijke
moesson. Moessons zorgen vaak voor veel regen.
1