100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Hoofdstuk 19 Nectar VWO 6 - Biologie

Rating
-
Sold
-
Pages
5
Uploaded on
01-11-2023
Written in
2021/2022

Samenvatting Hoofdstuk 19 Nectar VWO 6 - Biologie

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
Unknown
School year
6

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 19
Uploaded on
November 1, 2023
Number of pages
5
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

H19 DNA

Biologie 19.1: DNA compact verpakt in chromosomen

DNA
DNA bevat informatie voor het produceren van eiwitten → dubbele helix. Bouwstenen DNA:
deoxyribonucleotiden → bestaat uit een fosfaatgroep, suikermolecuul en nucleïnebase.
Deoxyribose heeft 5 C-atomen: 1’, 3’ en 5’ hebben een OH-groep.
Twee deoxyribonucleotiden hebben een binding tussen de nucleïnebase en de fosfaatgroep.

 Nucleïnebase aan 1’: deoxyribonucleoside;
 Fosfaatgroep aan 5’: deoxyribonucleotide.

3’-einde: streng met een vrije OH-groep, 5’-einde: streng met een vrije fosfaatgroep.
De richting van beide strengen is tegengesteld → 3’ en 5’ liggen langs elkaar.

De fosfaatgroepen en suikermoleculen vormen de ‘wenteltrap’ en gekoppelde nucleïnebasen
(ACGT) vormen de ‘traptreden’. Nucleïnebasen zijn verbonden door H-bruggen.
De volgorde van de basenparen vormen een genetische code.

Chromosomen
Nucleosoom = structuur van DNA gewikkeld om een histonbol → bestaat uit 8 histoneiwitten en
146 basenparen DNA. Een extra H1-histon dient als veiligheidsspeld.
Chromatiden bestaan uit nucleosomen. Chromatine = DNA en eiwitten in de celkern.
Tijdens de mitose verdubbeld het chromatide → verdubbeld chromosoom.
Elk chromosoom heeft een vaste lengte, bandenpatroon en plaats van centromeer.

Lichte en donkere gebieden in de celkern
 Donkere gebieden: compact gespiraliseerd DNA → genen worden niet afgelezen.
 Lichte gebieden: open DNA → genen worden afgelezen (genexpressie).

In het kernlichaampje wordt ribosomaal RNA geproduceerd. Het rRNA gaat naar de ribosomen
voor de productie van eiwitten. In het centromeer en aan de telomeren (uiteinden) is het DNA
altijd sterk gespiraliseerd → deze gebieden bevatten geen genen

Mitochondriaal DNA
Mitochondriaal DNA is cirkelvormig en bevat informatie voor de energiebehoefte.
Bij veroudering beschadigd het mtDNA. Bovendien vinden er in mtDNA snel mutaties plaats,
omdat bij oxidatieve fosforylering als bijproduct reactieve zuurstofmoleculen ontstaan.
Hoe ouder, hoe meer gemuteerd mtDNA → vermindering energie.

, H19 DNA

Biologie 19.2: DNA-verdubbeling

DNA-mutaties als gevolg van dissimilatie
Verouderingsproces: toename mutaties. Reactieve zuurstof beschadigd kernDNA.
DNA-herstelsystemen repareren beschadigde nucleïnebasen, maar de efficiëntie neemt af.

 Substitutie = vervanging door een andere base (soort puntmutatie).
 Puntmutatie = verandering van één basenpaar.
 Deletie = één basenpaar uit het DNA-molecuul verdwijnt
 Insertie = één basenpaar wordt aan het DNA-molecuul toegevoegd.
 Duplicatie = verdubbeling van DNA-delen.
 Inversie = omdraaiing van delen van het DNA.
 Translocatie = verplaatsing van DNA-delen.

DNA-mutaties door milieufactoren
Mutageen = stoffen die de kans op een mutatie vergroten.
Radioactieve straling veroorzaakt breuken in de DNA-strengen en chromosoommutaties.

Verdubbeling DNA-moleculen
De strengen liggen in tegenovergestelde richting
 De leidende streng wordt aan één stuk door gemaakt: 5’ → 3’.
 De volgende streng wordt in stukjes (Okazaki-fragmenten) gemaakt: 3’ → 5’.

Enzymen:
 Helicase: haalt de strengen uit elkaar (verbreking H-bruggen) → replicatievorken.
 Primase: plakt een stukje RNA aan één van de strengen.
Deze RNA-primer dient als startpunt voor de synthese → complementair aan DNA.
 DNA-polymerase: maakt de nieuwe streng door nucleotiden te koppelen.
 DNA-ligase: plakt de stukken nieuwe streng (Okazaki-fragmenten) aan elkaar.

Na de replicatie is het DNA verdubbeld; elke helft bestaat uit één oude en één nieuwe streng.
DNA-replicatie is dus semi-conservatief.

De uiteinden van DNA-moleculen verkorten
Als de replicatievork een telomeer bereikt, dan koppelt helicase los. Primase heeft helicase
nodig om de RNA-primer te maken. Zonder helicase kan aan het 5’-einde van de nieuwe streng
dus geen laatste Okazaki-fragment ontstaan → onvolledige replicatie.

Bij iedere celdeling verkorten dus de telomeren. Dat is geen probleem, want telomeren bevatten
repetitief DNA: coderen NIET voor een eiwit. Telomeren beschermen het DNA.
Als de telomeren ‘op’ zijn, dan sterft de cel. Hoe langer de telomeren, hoe ouder je wordt.

DNA-mutaties tijdens DNA-replicatie
DNA-polymerase kan kopieerfouten maken → mutaties. Het corrigeert 99% van de
zelfgemaakte fouten. DNA-hersteleiwitten corrigeren weer een deel van die 1%.
$3.61
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
clairevdh

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
clairevdh Radboud Universiteit Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
2 year
Number of followers
0
Documents
20
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions