S A M E N V A T T I N G V P K EN M K 3 . 1
WEEK 1 :
Medische kennis:
Uitleggen hoe het proces van bevruchting plaatsvindt.
De man en de vrouw hebben geslachtsgemeenschap waarbij de man klaarkomt
en ejaculeert. Hierbij komt er sperma in de vagina terecht die dan via de
baarmoedermond, -hals en baarmoeder zelf zich verplaatst naar de eileider
(tuba). In de eierstokken vinden welke vier week een ovulatie plaats, wordt deze
niet bevrucht (sperma door de eicelwand heen) dan sterft deze af en verlaat deze
het lichaam.
Wordt deze eicel wel doorboord door een zaadcel dan is deze bevrucht en gaat
die zich delen. De bevruchting vindt plaats in de eileider.
Benoemen hoe in het eerste trimester de vroegste delingen, innesteling en
placentatie plaatsvinden.
Eerste trimester aanleg organen.
- De zygote gaat zich vaak delen, eerst als klompje cellen zonder
differentiatie, daarna met differentiatie worden organen.
- Naam van het kindje in eerste trimester is embryo.
- Na 5 weken is moeder 1 week overtijd en word vaak de zwangerschap
ontdekt.
- Vanaf week 6 kan je het hart horen kloppen op echo.
- Zwangerschapskwalen: misselijkheid, ochtendmisselijkheid, vaak moe,
gevoelige borsten, vaker plassen, veranderde eetlust en
stemmingswisselingen.
De vroegste delingen: al delend wordt de bevruchte eicel (zygote) naar de
baarmoeder vervoerd. En blijft zich daar delen, eerst als klompje cellen zonder
differentiatie, daarna met differentiatie worden organen.
Op het moment van innesteling zijn al twee soorten cellen te onderscheiden:
1. Cellen die later de placenta en de vliezen zullen gaan vormen
trofoblasten
2. Cellen waaruit
het kind zich gaat
ontwikkelen
embryoblasten
Innesteling:
,Placentatie: de aanleg van de placentaen de vruchtvliezen begint na de
innesteling in het baarmoederslijmvlies, uit de trofoblast. De aanleg van de
placenta is rond de 16 e week voltooid. Functies van de placenta zijn:
- Uitwisseling tussen moeder en kind: transport van zuurstof en
voedingsstoffen van de moeder naar het kind en voor het transport van
afvalstoffen van het kind naar de moeder;
- Het vormen van een barriere, om de foetus zo veel mogelijk te
beschermen tegen schadelijke stoffen en ziekteverwekkers;
- Hormonale functie: het produceren van hormonen (progesteron en
oestrogeen) waardoor de zwangerschap in stand wordt gehouden en het
lichaam van de moeder wordt voorbereid op de tijd na de geboorte;
- Immunologische functie: de acceptatie van de zwangerschap door het
lichaam van de moeder.
Benoemen wat de ontwikkelingskenmerken van de foetus zijn in het tweede en
derde trimesters in de zwangerschap.
Tweede trimester ontwikkeling.
- Naam van het kindje is een foetus.
- Rond 12 weken kan termijnecho worden gedaan uitgerekende datum.
- Vanaf 14 weken kan het geslacht op de echo gezien worden.
- Rond 18e week kan de moeder de eerste bewegingen voelen.
- Vanaf de 20ste week echo kunnen eventuele afwijkingen opgespoord
worden.
- Vanaf 22 weken is er een kans dat kind het kan overleven bij
vroeggeboorte.
- Tot einde tweede trimester mag abortus uitgevoerd worden, daarna wordt
het kind volgens de wet als mens gezien.
- Hormonen oestrogeen en progesteron blijven stijgen en het Beta- HCG
daalt.
- Moeder krijgt last van: obstipatie, verhoogde hartslag en meer
huidpigmentatie, anemie.
Derde trimester groei.
- Foetus groeit in lengte en gewicht.
- Ook draait deze, zodat het hoofdje naar beneden komt te liggen.
, - In week 35 zal dit worden gecontroleerd door te voelen of eventueel een
echo te doen.
- Mocht het kindje nog niet zijn gedraaid, kan de verloskundige dit van
buitenaf kunnen proberen met de hand.
- In week 40 is de uitgerekende datum voor de bevalling.
- Na de geboorte is de foetus een baby.
- Het beta- HCG daalt tot 0.
- Oestrogeen en progesteron blijven stijgen totdat de bevalling eraan komt,
dan dalen ze abrupt en begint de bevalling.
- Foetus is dan groot en volgroeid en ingedaald met het hoofdje naar
beneden.
- Moeder heeft last van bekkeninstabiliteit, spataderen (door de grootte van
de baarmoeder deze drukt op de onderste holle ader), sneller last van
ademtekort (baarmoeder drukt tegen de longen), rugpijn.
Beschrijven welke prenatale zorg wordt geboden door verloskundigen aan
zwangere vrouwen in Nederland. Inclusief de verschillende vormen van
prenatale screening.
Prenatale screening:
1. Bloedonderzoek. Al in het begin van de zwangerschap kan
bloedonderzoek worden gedaan naar antistoffen, resusfactor en
infectieziekten waaronder syfilis, hepatitis B of hiv. Deze ziekten zijn
overdraagbaar op het kind. Wanneer hiernaar tijdig onderzoek is gedaan,
kan dit worden behandeld. Het bloedonderzoek kost de ouders geen geld,
dit wordt door de overheid betaald.
2. Niet- invasieve prenatale test (NIPT). Na bloedafname wordt het DNA in het
labaratorium onderzocht. Iedere zwangere vrouw mag een NIPT of een
combinatietest laten doen. De combinatietest, die uit bloedonderzoek en
nekplooimeting bestaat, was aanvankelijk alleen gericht op het
downsyndroom. De test is echter ook voorspellend voor andere
aangeboren afwijkingen zoals het edwards- en patausyndroom. Bij het
vervolgonderzoek kan men kiezen voor een snel en gericht onderzoek,
maar ook voor volledig chromosoomonderzoek. De uitslag van de NIPT is
nauwkeuriger dan die van de combinatietest.
3. De twintigwekenecho. Dit is het structureel echoscopisch onderzoek
waarmee aangeboren afwijkingen kunnen worden opgemerkt, zoals open
rug of open schedel, een waterhoofd, hartafwijkingen, een breuk of gat in
het middenrif, een breuk of gat in de buikwand, afwezigheid of afwijking
van de nieren en botten, afwijkingen van armen of benen. Verder wordt
gekeken of het kind goed groeit en of er voldoende vruchtwater is.
MEDISCHE ZORG:
Controles: anamnese, gewicht, lengte, bloeddruk, hartje luisteren/ echo, groei
voelen, enkeloedeem, bloedafname
ALARMSYMPTOMEN:
Hoge bloeddruk
Heftige hoofdpijn
, Visusproblemen
Dehydratatie
Vaginaal bloedverlies
Hevige buikpijn
Minder leven voelen
Per orgaanstelsel herkennen welke veranderingen en kwaaltjes er bij de
zwangere optreden gedurende de zwangerschap.
https://www.oudersvannu.nl/zwanger/zwangerschap/
zwangerschapstrimesters/?jwsource=cl
Aan het eind van het eerste trimester zitten alle belangrijke organen en
lichaamssystemen op hun plaats.
Je kunt last hebben van:
Vaak plassen
Extreme vermoeidheid
Ochtendmisselijkheid
Pijnlijke of gezwollen borsten
Vreemde eetlusten
Stemmingswisselingen
Gewichtstoename
Blaasontsteking
Verstopping
In het tweede trimester groeit je baby hard. In week 26 is hij waarschijnlijk zo’n 34
centimeter lang en weegt hij 800 gram. Hij ontwikkelt zich snel. Je baby oefent
tijdens dit trimester met bewegen, ademen, zuigen en slikken. Ook de zintuigen
beginnen te werken, je kunt contact maken met de baby in je buik.
Je kunt last hebben van:
Rugpijn
Bandenpijn
Pijn in de liesof pijn in het stuitje
Brandend maagzuur
Zwangerschapsmasker
Zwangerschapsstreep
Striae
Aambeien
Je baby groeit tijdens het derde trimester van 35 cm en 900 gram tot (gemiddeld)
50 cm en 3400 gram. In de lengte groeit hij minder snel, maar zijn gewicht wordt
bijna vier keer zo groot. Dat komt door het babyvet dat hij nodig heeft om straks
ook buiten de baarmoeder warm te blijven. Aan het begin van het derde trimester
gaan de ogen van je baby open en hij begint zich als een echte baby te gedragen.
Na 37 weken is je baby helemaal ‘af’ en in principe klaar om geboren te worden.
Je kunt last hebben van:
WEEK 1 :
Medische kennis:
Uitleggen hoe het proces van bevruchting plaatsvindt.
De man en de vrouw hebben geslachtsgemeenschap waarbij de man klaarkomt
en ejaculeert. Hierbij komt er sperma in de vagina terecht die dan via de
baarmoedermond, -hals en baarmoeder zelf zich verplaatst naar de eileider
(tuba). In de eierstokken vinden welke vier week een ovulatie plaats, wordt deze
niet bevrucht (sperma door de eicelwand heen) dan sterft deze af en verlaat deze
het lichaam.
Wordt deze eicel wel doorboord door een zaadcel dan is deze bevrucht en gaat
die zich delen. De bevruchting vindt plaats in de eileider.
Benoemen hoe in het eerste trimester de vroegste delingen, innesteling en
placentatie plaatsvinden.
Eerste trimester aanleg organen.
- De zygote gaat zich vaak delen, eerst als klompje cellen zonder
differentiatie, daarna met differentiatie worden organen.
- Naam van het kindje in eerste trimester is embryo.
- Na 5 weken is moeder 1 week overtijd en word vaak de zwangerschap
ontdekt.
- Vanaf week 6 kan je het hart horen kloppen op echo.
- Zwangerschapskwalen: misselijkheid, ochtendmisselijkheid, vaak moe,
gevoelige borsten, vaker plassen, veranderde eetlust en
stemmingswisselingen.
De vroegste delingen: al delend wordt de bevruchte eicel (zygote) naar de
baarmoeder vervoerd. En blijft zich daar delen, eerst als klompje cellen zonder
differentiatie, daarna met differentiatie worden organen.
Op het moment van innesteling zijn al twee soorten cellen te onderscheiden:
1. Cellen die later de placenta en de vliezen zullen gaan vormen
trofoblasten
2. Cellen waaruit
het kind zich gaat
ontwikkelen
embryoblasten
Innesteling:
,Placentatie: de aanleg van de placentaen de vruchtvliezen begint na de
innesteling in het baarmoederslijmvlies, uit de trofoblast. De aanleg van de
placenta is rond de 16 e week voltooid. Functies van de placenta zijn:
- Uitwisseling tussen moeder en kind: transport van zuurstof en
voedingsstoffen van de moeder naar het kind en voor het transport van
afvalstoffen van het kind naar de moeder;
- Het vormen van een barriere, om de foetus zo veel mogelijk te
beschermen tegen schadelijke stoffen en ziekteverwekkers;
- Hormonale functie: het produceren van hormonen (progesteron en
oestrogeen) waardoor de zwangerschap in stand wordt gehouden en het
lichaam van de moeder wordt voorbereid op de tijd na de geboorte;
- Immunologische functie: de acceptatie van de zwangerschap door het
lichaam van de moeder.
Benoemen wat de ontwikkelingskenmerken van de foetus zijn in het tweede en
derde trimesters in de zwangerschap.
Tweede trimester ontwikkeling.
- Naam van het kindje is een foetus.
- Rond 12 weken kan termijnecho worden gedaan uitgerekende datum.
- Vanaf 14 weken kan het geslacht op de echo gezien worden.
- Rond 18e week kan de moeder de eerste bewegingen voelen.
- Vanaf de 20ste week echo kunnen eventuele afwijkingen opgespoord
worden.
- Vanaf 22 weken is er een kans dat kind het kan overleven bij
vroeggeboorte.
- Tot einde tweede trimester mag abortus uitgevoerd worden, daarna wordt
het kind volgens de wet als mens gezien.
- Hormonen oestrogeen en progesteron blijven stijgen en het Beta- HCG
daalt.
- Moeder krijgt last van: obstipatie, verhoogde hartslag en meer
huidpigmentatie, anemie.
Derde trimester groei.
- Foetus groeit in lengte en gewicht.
- Ook draait deze, zodat het hoofdje naar beneden komt te liggen.
, - In week 35 zal dit worden gecontroleerd door te voelen of eventueel een
echo te doen.
- Mocht het kindje nog niet zijn gedraaid, kan de verloskundige dit van
buitenaf kunnen proberen met de hand.
- In week 40 is de uitgerekende datum voor de bevalling.
- Na de geboorte is de foetus een baby.
- Het beta- HCG daalt tot 0.
- Oestrogeen en progesteron blijven stijgen totdat de bevalling eraan komt,
dan dalen ze abrupt en begint de bevalling.
- Foetus is dan groot en volgroeid en ingedaald met het hoofdje naar
beneden.
- Moeder heeft last van bekkeninstabiliteit, spataderen (door de grootte van
de baarmoeder deze drukt op de onderste holle ader), sneller last van
ademtekort (baarmoeder drukt tegen de longen), rugpijn.
Beschrijven welke prenatale zorg wordt geboden door verloskundigen aan
zwangere vrouwen in Nederland. Inclusief de verschillende vormen van
prenatale screening.
Prenatale screening:
1. Bloedonderzoek. Al in het begin van de zwangerschap kan
bloedonderzoek worden gedaan naar antistoffen, resusfactor en
infectieziekten waaronder syfilis, hepatitis B of hiv. Deze ziekten zijn
overdraagbaar op het kind. Wanneer hiernaar tijdig onderzoek is gedaan,
kan dit worden behandeld. Het bloedonderzoek kost de ouders geen geld,
dit wordt door de overheid betaald.
2. Niet- invasieve prenatale test (NIPT). Na bloedafname wordt het DNA in het
labaratorium onderzocht. Iedere zwangere vrouw mag een NIPT of een
combinatietest laten doen. De combinatietest, die uit bloedonderzoek en
nekplooimeting bestaat, was aanvankelijk alleen gericht op het
downsyndroom. De test is echter ook voorspellend voor andere
aangeboren afwijkingen zoals het edwards- en patausyndroom. Bij het
vervolgonderzoek kan men kiezen voor een snel en gericht onderzoek,
maar ook voor volledig chromosoomonderzoek. De uitslag van de NIPT is
nauwkeuriger dan die van de combinatietest.
3. De twintigwekenecho. Dit is het structureel echoscopisch onderzoek
waarmee aangeboren afwijkingen kunnen worden opgemerkt, zoals open
rug of open schedel, een waterhoofd, hartafwijkingen, een breuk of gat in
het middenrif, een breuk of gat in de buikwand, afwezigheid of afwijking
van de nieren en botten, afwijkingen van armen of benen. Verder wordt
gekeken of het kind goed groeit en of er voldoende vruchtwater is.
MEDISCHE ZORG:
Controles: anamnese, gewicht, lengte, bloeddruk, hartje luisteren/ echo, groei
voelen, enkeloedeem, bloedafname
ALARMSYMPTOMEN:
Hoge bloeddruk
Heftige hoofdpijn
, Visusproblemen
Dehydratatie
Vaginaal bloedverlies
Hevige buikpijn
Minder leven voelen
Per orgaanstelsel herkennen welke veranderingen en kwaaltjes er bij de
zwangere optreden gedurende de zwangerschap.
https://www.oudersvannu.nl/zwanger/zwangerschap/
zwangerschapstrimesters/?jwsource=cl
Aan het eind van het eerste trimester zitten alle belangrijke organen en
lichaamssystemen op hun plaats.
Je kunt last hebben van:
Vaak plassen
Extreme vermoeidheid
Ochtendmisselijkheid
Pijnlijke of gezwollen borsten
Vreemde eetlusten
Stemmingswisselingen
Gewichtstoename
Blaasontsteking
Verstopping
In het tweede trimester groeit je baby hard. In week 26 is hij waarschijnlijk zo’n 34
centimeter lang en weegt hij 800 gram. Hij ontwikkelt zich snel. Je baby oefent
tijdens dit trimester met bewegen, ademen, zuigen en slikken. Ook de zintuigen
beginnen te werken, je kunt contact maken met de baby in je buik.
Je kunt last hebben van:
Rugpijn
Bandenpijn
Pijn in de liesof pijn in het stuitje
Brandend maagzuur
Zwangerschapsmasker
Zwangerschapsstreep
Striae
Aambeien
Je baby groeit tijdens het derde trimester van 35 cm en 900 gram tot (gemiddeld)
50 cm en 3400 gram. In de lengte groeit hij minder snel, maar zijn gewicht wordt
bijna vier keer zo groot. Dat komt door het babyvet dat hij nodig heeft om straks
ook buiten de baarmoeder warm te blijven. Aan het begin van het derde trimester
gaan de ogen van je baby open en hij begint zich als een echte baby te gedragen.
Na 37 weken is je baby helemaal ‘af’ en in principe klaar om geboren te worden.
Je kunt last hebben van:
