Samenvatting Theorie
Spelling werkwoordsvormen
Weet je niet of je d of t schijft in de verleden tijd?
Hele werkwoord -en,
't kofschip x
Laatste letter wel in het kofschip = t
Laatste letter niet in het kofschip = d
Weet je niet of je d, t of dt schrijft in de tegenwoordige tijd?
Vervang het werkwoord door "smurfen" of "lopen". Als er een 't' is bij smurfen (bv.: smurft),
dan schrijf je ook een 't' bij het andere werkwoord.
Bijv. "Word(t) eens volwassen?"
---> "Smurf eens volwassen!"
Dus schrijf je "Word" zonder t
Zinsbouw/stijl
Het-woorden zijn onzijdig, daar verwijs je naar met zijn.
Bij het-woorden die naar een vrouwelijk persoon of dier verwijzen gebruiken we
meestal haar.
De-woorden kunnen zowel mannelijk als vrouwelijk zijn
Mannelijk is bijv: raad, naald
Vrouwelijk is bijv: vereniging, bakkerij (uitgangen zoals: -heid, -nis, -schap, -de, -te, -ij, -ie, -
ing, -iek, -st, -theek, -teit, -uur)
-Onzijdige of mannelijke verzamelnamen
-Firmanamen (die geen betekenisvol kernwoord hebben)
-Namen van steden, landen en werelddelen
Zijn Mannelijk of onzijdig en daarvoor gebruiken we zijn
Zinsontleding
Persoonsvorm = zin vragend maken, het woord vooraan is de pv
Onderwerp = wie/wat + pv?
Lijdend voorwerp = wie/wat + gezegde + onderwerp?
Meewerkend voorwerp = (aan/voor) wie/wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?