Eindsamenvatting – OOCG
Leerdoelen – OOCG
• Ontwikkelingstheorieën & Levenslooptheorieën toepassen
• Voorspelling doen o.b.v. de theorieën
o + op welke wijze voorspelling kunnen worden getoetst
• Aangeven belang van longitudinaal onderzoek voor ontwikkelingstheorieën en
levensloopcriminologie
Week 1 – Bio-psychosociaal model
Belang van verschillende perspectieven
• Missende aspecten – RKT
o Focus = Enkel moment van het gedrag
o Géén focus op individuele factoren
o Géén focus op omgevingsfactoren
• Waarom steekt de kip de straat over?
o Neiging = Categorisch denken
▪ Complexe fenomenen uitleggen vanuit aparte facetten
• Bioloog: De kip is aangeboren met het mechanisme om naar een
lokroep toe te gaan.
• Socioloog: De omgeving heeft de kip aangeleerd dat de kip de straat
moet oversteken bij een lokroep.
o Verschillende perspectieven = Essentieel
▪ → Begrijpen waarom mensen zich gedragen zoals ze doen
Bio-psychosociaal model
, • Interactionele factoren – Model
o Biologische factoren Week 2
▪ Genetica
▪ Prenataal
▪ Invloed van ervaren stress
o Sociale factoren (= interpersoonlijk) Week 3
▪ Hechting
▪ Vrienden
▪ Relaties
o Psychologische factoren
▪ Jeugd Week 4
• Cognitieve factoren
• Emotionele factoren
▪ Volwassenheid Week 5
• Identiteit
• Persoonlijkheid
Positieve invloeden = Heel belangrijk
• Positieve invloeden kunnen rem vormen op de negatieve effecten
Levensloopcriminologie
• Factoren
o Statische factoren
▪ Onveranderbaar
• VB. Biologische factoren (IQ)
o Dynamische factoren
▪ Veranderbaar
• VB. Persoonlijke kenmerken (Agressie)
• Focus – Onderzoek & OOCG
o → Commune criminaliteit
Voorbeeld – Bio-psychosociaal model – Onderzoek
• Overzichtsstudies – Van Hazebroek et al. (2019)
o → Systematische literatuur review
▪ Interacties:
• Peri / prenatale factoren
• Psychofysiologische factoren
• Omgevingsfactoren
o Onderzoeksdoel
▪ Interactie van biologische kwetsbaarheid op agressie en kwaliteit
thuisomgeving (context) bij antisociaal gedrag
, • Resultaat
o Bewijs → Diatheses Stress (Dual Risk)
▪ Combinatie hoog biologisch risico in een hoog risico omgeving gerelateerd
aan antisociaal gedrag
Kern – OOCG
• Puzzel van de levensloop op basis van:
o Biologische factoren
o Psychologische factoren
o Sociale factoren
• → + Interactie tussen deze 3 factoren + Interactie met de omgeving!
Stappenplan – Sapolsky
• 1) Gedrag heeft plaatsgevonden
• 2) Wat gebeurde er in de seconden/minuten voorafgaand aan het gedrag?
o → Waardoor het gedrag uiteindelijk ontstond
• 3) Wat gebeurde er voorafgaand waardoor het systeem gevoelig was voor dit gedrag?
Week 2 – Prenatale en voorschoolse leeftijd (0-4 jaar)
Doel – Hoorcollege
• Uitleggen hoe biologische processen in de vroege (prenatale) periode (crimineel) gedrag
beïnvloeden
Onderzoeksbenaderingen
• 1) Algemeen effect – Genetische variatie
o Erfelijkheidsstudies
o Adoptiestudies
• 2) Specifieke genen
o Kandidaat genen
o Genome Wide Association Studies (GWAS)
, Erfelijkheidsstudies
• Overdragen van eigenschappen binnen families
o Tweelingstudies
▪ Kern
• 1) Genetische informatie
• 2) Gedeelde omgeving
• 3) Unieke omgeving
o Gedeeld DNA
▪ Ouders = 50%
▪ Broers / Zussen = 50%
▪ Eeneiige tweeling = 100%
▪ Twee-eiige tweeling = 50%
▪ Type – Broer/Zus
• Eeneiige tweeling (Monozygoot = MZ)
o DNA = 100%
o Omgeving = 100%
• Twee-eiige tweeling (Dizygoot = DZ)
o DNA = 50%
o Omgeving = 100%
• Broers / Zussen
o DNA = 50%
o Omgeving = Veel meer verschillend
▪ Voorbeeld – Tweelingen & Agressie
• Stel MZ-tweelingen – Vaker beiden agressief dan DZ-tweelingen
o → Verwachting = Grotere genetische invloed
▪ Alléén op groepsniveau
o Adoptiestudies
▪ DNA = 100%
▪ Omgeving = 0%
• Kritiek – Sapolsky – Tweelingstudies & Adoptiestudies
o 1) Assumptie – Identieke omgeving MZ/DZ klopt niet
▪ MZ krijgen gelijkere behandeling dan DZ
o 2) Ongelijkheid in gedeelde placenta
▪ MZ delen een placenta → Meer gelijke hormoonverdeling & voedingsstoffen
• → Meer gelijk levensbeleving dan MZ
o 3) Adoptiestudies – Prenatale omgeving
▪ Apart geadopteerde tweelingen hebben wel dezelfde omgevingsinvloed van
de prenatale omgeving → Niet 0% gedeelde omgeving
o 4) Adoptiestudies – Genetische overlap
▪ Geadopteerde kinderen → Gelijksoortige kenmerken bij adoptieouders
o 5) Adoptiestudies – Adoptieouders beter af
▪ Adoptieouders vaak beter af dan biologische ouders
• Psychologisch / Rijker / Hoger opgeleid
• Kritiek = Onvermijdelijk → Vergroten invloed van genen (effect = klein)
Leerdoelen – OOCG
• Ontwikkelingstheorieën & Levenslooptheorieën toepassen
• Voorspelling doen o.b.v. de theorieën
o + op welke wijze voorspelling kunnen worden getoetst
• Aangeven belang van longitudinaal onderzoek voor ontwikkelingstheorieën en
levensloopcriminologie
Week 1 – Bio-psychosociaal model
Belang van verschillende perspectieven
• Missende aspecten – RKT
o Focus = Enkel moment van het gedrag
o Géén focus op individuele factoren
o Géén focus op omgevingsfactoren
• Waarom steekt de kip de straat over?
o Neiging = Categorisch denken
▪ Complexe fenomenen uitleggen vanuit aparte facetten
• Bioloog: De kip is aangeboren met het mechanisme om naar een
lokroep toe te gaan.
• Socioloog: De omgeving heeft de kip aangeleerd dat de kip de straat
moet oversteken bij een lokroep.
o Verschillende perspectieven = Essentieel
▪ → Begrijpen waarom mensen zich gedragen zoals ze doen
Bio-psychosociaal model
, • Interactionele factoren – Model
o Biologische factoren Week 2
▪ Genetica
▪ Prenataal
▪ Invloed van ervaren stress
o Sociale factoren (= interpersoonlijk) Week 3
▪ Hechting
▪ Vrienden
▪ Relaties
o Psychologische factoren
▪ Jeugd Week 4
• Cognitieve factoren
• Emotionele factoren
▪ Volwassenheid Week 5
• Identiteit
• Persoonlijkheid
Positieve invloeden = Heel belangrijk
• Positieve invloeden kunnen rem vormen op de negatieve effecten
Levensloopcriminologie
• Factoren
o Statische factoren
▪ Onveranderbaar
• VB. Biologische factoren (IQ)
o Dynamische factoren
▪ Veranderbaar
• VB. Persoonlijke kenmerken (Agressie)
• Focus – Onderzoek & OOCG
o → Commune criminaliteit
Voorbeeld – Bio-psychosociaal model – Onderzoek
• Overzichtsstudies – Van Hazebroek et al. (2019)
o → Systematische literatuur review
▪ Interacties:
• Peri / prenatale factoren
• Psychofysiologische factoren
• Omgevingsfactoren
o Onderzoeksdoel
▪ Interactie van biologische kwetsbaarheid op agressie en kwaliteit
thuisomgeving (context) bij antisociaal gedrag
, • Resultaat
o Bewijs → Diatheses Stress (Dual Risk)
▪ Combinatie hoog biologisch risico in een hoog risico omgeving gerelateerd
aan antisociaal gedrag
Kern – OOCG
• Puzzel van de levensloop op basis van:
o Biologische factoren
o Psychologische factoren
o Sociale factoren
• → + Interactie tussen deze 3 factoren + Interactie met de omgeving!
Stappenplan – Sapolsky
• 1) Gedrag heeft plaatsgevonden
• 2) Wat gebeurde er in de seconden/minuten voorafgaand aan het gedrag?
o → Waardoor het gedrag uiteindelijk ontstond
• 3) Wat gebeurde er voorafgaand waardoor het systeem gevoelig was voor dit gedrag?
Week 2 – Prenatale en voorschoolse leeftijd (0-4 jaar)
Doel – Hoorcollege
• Uitleggen hoe biologische processen in de vroege (prenatale) periode (crimineel) gedrag
beïnvloeden
Onderzoeksbenaderingen
• 1) Algemeen effect – Genetische variatie
o Erfelijkheidsstudies
o Adoptiestudies
• 2) Specifieke genen
o Kandidaat genen
o Genome Wide Association Studies (GWAS)
, Erfelijkheidsstudies
• Overdragen van eigenschappen binnen families
o Tweelingstudies
▪ Kern
• 1) Genetische informatie
• 2) Gedeelde omgeving
• 3) Unieke omgeving
o Gedeeld DNA
▪ Ouders = 50%
▪ Broers / Zussen = 50%
▪ Eeneiige tweeling = 100%
▪ Twee-eiige tweeling = 50%
▪ Type – Broer/Zus
• Eeneiige tweeling (Monozygoot = MZ)
o DNA = 100%
o Omgeving = 100%
• Twee-eiige tweeling (Dizygoot = DZ)
o DNA = 50%
o Omgeving = 100%
• Broers / Zussen
o DNA = 50%
o Omgeving = Veel meer verschillend
▪ Voorbeeld – Tweelingen & Agressie
• Stel MZ-tweelingen – Vaker beiden agressief dan DZ-tweelingen
o → Verwachting = Grotere genetische invloed
▪ Alléén op groepsniveau
o Adoptiestudies
▪ DNA = 100%
▪ Omgeving = 0%
• Kritiek – Sapolsky – Tweelingstudies & Adoptiestudies
o 1) Assumptie – Identieke omgeving MZ/DZ klopt niet
▪ MZ krijgen gelijkere behandeling dan DZ
o 2) Ongelijkheid in gedeelde placenta
▪ MZ delen een placenta → Meer gelijke hormoonverdeling & voedingsstoffen
• → Meer gelijk levensbeleving dan MZ
o 3) Adoptiestudies – Prenatale omgeving
▪ Apart geadopteerde tweelingen hebben wel dezelfde omgevingsinvloed van
de prenatale omgeving → Niet 0% gedeelde omgeving
o 4) Adoptiestudies – Genetische overlap
▪ Geadopteerde kinderen → Gelijksoortige kenmerken bij adoptieouders
o 5) Adoptiestudies – Adoptieouders beter af
▪ Adoptieouders vaak beter af dan biologische ouders
• Psychologisch / Rijker / Hoger opgeleid
• Kritiek = Onvermijdelijk → Vergroten invloed van genen (effect = klein)