Assurantie A-Varia
Hoofdstuk 1 Sociale zekerheid
Sociale zekerheid:
-sociale verzekeringen:-Volksverzekeringen (AOW/ANW/Wlz/AKW)
-Werknemersverzekeringen (Wwz/WW/WIA/WAO/ZW)
-sociale voorzieningen (WWB/TW/Wajong/IOW/IOAW/IOAZ/Wmo)
Zvw is geen verzekeringswet. Verzekeringsovereenkomst volgens burgerlijk
recht (vergelijk: WAM).
Sociale voorzieningen: aanvulling tot een bepaald minimum. Geen premie
verschuldigd. Wordt betaald uit de belastingopbrengsten.
Uitvoering;
-SVB: AOW/Anw/AKW/WWB 65+
-UWV: WW/ZW/WIA/WAO/TW/Wajong/IOW/Wazo
-Gemeenten: WWB/IOAW/IOAZ/Wsw/Wmo
-Zorgverzekeraars: ZVW (geen sociale verzekering)/Wlz/AWBZ
Toezicht sociale zekerheid: Inspectie SZW (organisatie van het ministerie van
Sociale zaken en werkgelegenheid). Toezicht op: UWV, de SVB, de gemeenten.
Volksverzekeringen: Ingezetenen van een land.
Woonland levert de prestatie aan de eigen ingezetenen (sociale uitkering,
medische zorg). De kosten hiervan kunnen vervolgend worden verrekend met het
Werkland.
Volksverzekeringen: AOW/Anw/AWBZ/AKW. Percentage van het inkomen.
Behalve AKW.
AOW: Opbouw duurt 50 jaar. Vanaf 15e verjaardag tot 65-jarige leeftijd.
Verschuiving van 17 tot 67 jaar. 2% per jaar. Begin: dag dat men 65 jaar wordt
en eindigt op de dag na overlijden.
Hoogte bruto AOW-uitkering:
Alleenstaande: 70% nettominimumloon
Alleenstaande met kind jonger dan 18 jaar: 90% nettominimumloon
Gehuwden (beiden AOW): 2x 50% nettominimumloon
Gehuwden (één van beiden AOW):1x 50% nettominimumloon
1x toeslag van maximaal 50% nettominimumloon
toeslag vervalt miv 2015 voor nieuwe gevallen.
,ANW: Indien nabestaanden zelf niet in inkomen kunnen voorzien.
-nabestaandenuitkering
-halfwezenuitkering
-wezenuitkering
-Nabestaandenuitkering: Maximaal 70% van het nettominimumloon. Er geldt een
inkomenstoets. Tevens nabestaande: de ex-partner die alimentatie ontving op
moment van overlijden: (pseudo-nabestaande)
Indien nog geen aanspraak hebben op een AOW-uitkering en aan de volgende
voorwaarden voldoen:
*geboren vóór 1 januari 1950
*verzorgt 1 of meer ongehuwde kinderen onder de 18 jaar
*is zwanger op datum overlijden partner
*is minimaal 45% arbeidsongeschikt op moment van overlijden van de partner
-Halfwezenuitkering: 20% van het nettominimumloon. Geen inkomenstoets. De
uitkering is voor de persoon die 1 of meerdere thuiswonende ongehuwde kinderen
van de overledene in zijn huishouden verzorgt. Uitkering vervalt zodra het kind
18 jaar wordt.
-Wezenuitkering: Uitkering wordt uitgedrukt in een percentage van de volledige
nabestaandenuitkering, afhankelijk van de leeftijd van de wees.
32% kinderen tot 10 jaar. 48% kinderen 10-16 jaar en 64% kinderen tussen de
16 en 21 jaar. Geen inkomenstoets.
Altijd uitkering voor kinderen jonger dan 16 jaar. Indien ouder dan 16 jaar:
*minimaal 45% arbeidsongeschikt zijn, uiterlijk tot het 18 e jaar
*studeren, uiterlijk tot het 21e jaar
*huishouden verzorgen waartoe ten minste 1 kind behoort dat ook recht heeft
op een wezenuitkering uiterlijk tot het 21e jaar.
Wlz: Vervangt de AWBZ. Dekt de langdurige en zware risico’s. BV: verstandelijk
gehandicapten en psychogeriatrie (zorg demente ouderen). Verzekering van
rechtswege.
Geen dekking voor wonen met verzorging. Ouderen blijven zelfstandig wonen met
behulp van mantelzorg, vrijwilligers en betaalde hulp (eigen middelen).
Onvoldoende te voorzien: beroep op gemeente (wmo, huishoudelijke verzorging)
of de zorgverzekeraar (persoonlijke verzorging)
Zvw: basisverzekering. Geen volksverzekering en gaat niet van rechtswege in.
Kring van verzekerden gelijk aan Wlz.
Valt onder de EU-verdragsregels (woonland biedt dekking, voor rekening van het
verzekeringsland)
,AKW: kinderen van 0 tot 18 jaar.
Eigen kinderen, pleegkinderen, stiefkinderen, geadopteerde kinderen en andere
kinderen die worden opgevoed alsof het eigen kind is.
Werknemersverzekeringen: mensen die in dienstbetrekking werken
Werknemersverzekeringen: WW/Wwz, ZW, WIA, WAO.
WW/Wwz: werknemers die in Nederland werken bij een in Nederland
gevestigde werkgever en jonger zijn van de AOW-ingangsleeftijd.
Niet verzekerd: zelfstandige ondernemers, vrije beroepsbeoefenaren en
directeuren-grootaandeelhouders.
Voorwaarden recht op WW/Wwz-uitkering:
Ten minste 5 uur per week verliest of ten minste de helft bij een werkweek van
minder dan 10 uur.
Belangrijk: gemiddeld aantal uren per week dat de werknemer in de 26
voorafgaande weken heeft gewerkt. Geen loon doorbetaald krijgen en
beschikbaar zijn voor arbeid. Tevens niet verwijtbaar werkloos.
Wekeneis: Voldoet men aan de wekenbeis? Dan basisuitkering van 3 maanden.
Niet? Dan geen uitkering WW/Wwz.
Jareneis: Voldoet men aan de jareneis? Dan verlengde WW-uitkering.
26-36-weken-eis (wekeneis):
36 weken voorafgaande aan de 1e werkloosheidsdag in ten minste 26 weken als
werknemer arbeid heeft verricht. Periode van 36 weken: REFERTEPERIODE
Vier-uit-vijf-eis (jareneis):
In de periode van 5 kalenderjaren onmiddellijk voorafgaande aan het
kalenderjaar waarin hij werkloos is geworden, in ten minste 4 kalenderjaren over
52 of meer dagen per jaar loon heeft ontvangen.
Duur is afhankelijk van het arbeidsverleden.
Arbeidsverleden:
*Feitelijk arbeidsverleden = jaar waarin werknemer werkloos werd - 1998
*Fictief arbeidsverleden = 1998 – geboortejaar werknemer – 18
Uitkering: minimaal 3 maanden en maximaal 38 maanden.
WW uitkering: 3 maanden 75% van het verzekerde loon. Verlengde uitkering
is 70%.
Nieuwe regels ontslagrecht: Via het UWV. Ontslag om disfunctioneren en
verwijtbaar handelen: kantonrechter.
, Nieuwe regels ontslagvergoeding: transitievergoeding.
Transitievergoeding:
-Dienstjaar 1 t/m 10: 1/3 maandsalaris per dienstjaar
-Dienstjaar 11 en verder: ½ maandsalaris per dienstjaar
(Kantonrechter was dit: 1 maand per dienstjaar (jongeren 0,5 en ouderen 1,5 of
2))
Uitkeringsduur WW: 1e 10 jaar : 1 maand per arbeidsjaar
Daarboven : 2 weken per arbeidsjaar
Maximale duur (in 2019) 24 maanden
Ziektewet
Doelgroep: werknemers die geen aanspraak kunnen maken op loondoorbetaling bij
ziekte (104 weken) en werknemers die geen werkgever (meer) hebben.
Bv: zieke werknemers na afloop tijdelijk contract, zieke werknemers waarvan de
werkgever failliet is gegaan en vrouwen die ziek worden tijdens hun
zwangerschap. Ziektewet: vangnet.
Ook voor: WW-gerechtigden die ziek worden (zieke werklozen) (na 13 weken)
Voorwaarden: niet in staat eigen werk te kunnen verrichten.
Uitkeringsduur: Max 104 weken: 70% van het (max) dagloon.
WIA
Doelgroep: arbeidsomngeschikten.
0-35% AO: geen WIA
35-80% AO+ 80-100 AO niet duurzaam: WGA: LGU/LAU/VVU
80-100% AO: IVA
WAO
Kent 2 uitkeringen:
*loondervingsuitkering : leeftijd bepaald of hij in aanmerking komt. Ook de duur
van de uitkering is afhankelijk van de leeftijd. Iedereen inmiddels met pensioen.
*vervolguitkering: tot de AOW-leeftijd
Uitkering: 75% van het vervolgdagloon (=wettelijk minimum+ toeslag)
Toeslag = 2% (loon-minimumloon) x (leeftijd ingang WAO – 15 jaar)
Sociale voorzieningen
WWB: garantie bestaansminimum. Vult aan tot sociaal minimum. Aanvraag bij
UWV. Werk niet beschikbaar/niet mogelijk/geen financiële middelen. Gemeenten
zijn verantwoordelijk. Uitvoerder: gemeentelijke sociale dienst.
Hoofdstuk 1 Sociale zekerheid
Sociale zekerheid:
-sociale verzekeringen:-Volksverzekeringen (AOW/ANW/Wlz/AKW)
-Werknemersverzekeringen (Wwz/WW/WIA/WAO/ZW)
-sociale voorzieningen (WWB/TW/Wajong/IOW/IOAW/IOAZ/Wmo)
Zvw is geen verzekeringswet. Verzekeringsovereenkomst volgens burgerlijk
recht (vergelijk: WAM).
Sociale voorzieningen: aanvulling tot een bepaald minimum. Geen premie
verschuldigd. Wordt betaald uit de belastingopbrengsten.
Uitvoering;
-SVB: AOW/Anw/AKW/WWB 65+
-UWV: WW/ZW/WIA/WAO/TW/Wajong/IOW/Wazo
-Gemeenten: WWB/IOAW/IOAZ/Wsw/Wmo
-Zorgverzekeraars: ZVW (geen sociale verzekering)/Wlz/AWBZ
Toezicht sociale zekerheid: Inspectie SZW (organisatie van het ministerie van
Sociale zaken en werkgelegenheid). Toezicht op: UWV, de SVB, de gemeenten.
Volksverzekeringen: Ingezetenen van een land.
Woonland levert de prestatie aan de eigen ingezetenen (sociale uitkering,
medische zorg). De kosten hiervan kunnen vervolgend worden verrekend met het
Werkland.
Volksverzekeringen: AOW/Anw/AWBZ/AKW. Percentage van het inkomen.
Behalve AKW.
AOW: Opbouw duurt 50 jaar. Vanaf 15e verjaardag tot 65-jarige leeftijd.
Verschuiving van 17 tot 67 jaar. 2% per jaar. Begin: dag dat men 65 jaar wordt
en eindigt op de dag na overlijden.
Hoogte bruto AOW-uitkering:
Alleenstaande: 70% nettominimumloon
Alleenstaande met kind jonger dan 18 jaar: 90% nettominimumloon
Gehuwden (beiden AOW): 2x 50% nettominimumloon
Gehuwden (één van beiden AOW):1x 50% nettominimumloon
1x toeslag van maximaal 50% nettominimumloon
toeslag vervalt miv 2015 voor nieuwe gevallen.
,ANW: Indien nabestaanden zelf niet in inkomen kunnen voorzien.
-nabestaandenuitkering
-halfwezenuitkering
-wezenuitkering
-Nabestaandenuitkering: Maximaal 70% van het nettominimumloon. Er geldt een
inkomenstoets. Tevens nabestaande: de ex-partner die alimentatie ontving op
moment van overlijden: (pseudo-nabestaande)
Indien nog geen aanspraak hebben op een AOW-uitkering en aan de volgende
voorwaarden voldoen:
*geboren vóór 1 januari 1950
*verzorgt 1 of meer ongehuwde kinderen onder de 18 jaar
*is zwanger op datum overlijden partner
*is minimaal 45% arbeidsongeschikt op moment van overlijden van de partner
-Halfwezenuitkering: 20% van het nettominimumloon. Geen inkomenstoets. De
uitkering is voor de persoon die 1 of meerdere thuiswonende ongehuwde kinderen
van de overledene in zijn huishouden verzorgt. Uitkering vervalt zodra het kind
18 jaar wordt.
-Wezenuitkering: Uitkering wordt uitgedrukt in een percentage van de volledige
nabestaandenuitkering, afhankelijk van de leeftijd van de wees.
32% kinderen tot 10 jaar. 48% kinderen 10-16 jaar en 64% kinderen tussen de
16 en 21 jaar. Geen inkomenstoets.
Altijd uitkering voor kinderen jonger dan 16 jaar. Indien ouder dan 16 jaar:
*minimaal 45% arbeidsongeschikt zijn, uiterlijk tot het 18 e jaar
*studeren, uiterlijk tot het 21e jaar
*huishouden verzorgen waartoe ten minste 1 kind behoort dat ook recht heeft
op een wezenuitkering uiterlijk tot het 21e jaar.
Wlz: Vervangt de AWBZ. Dekt de langdurige en zware risico’s. BV: verstandelijk
gehandicapten en psychogeriatrie (zorg demente ouderen). Verzekering van
rechtswege.
Geen dekking voor wonen met verzorging. Ouderen blijven zelfstandig wonen met
behulp van mantelzorg, vrijwilligers en betaalde hulp (eigen middelen).
Onvoldoende te voorzien: beroep op gemeente (wmo, huishoudelijke verzorging)
of de zorgverzekeraar (persoonlijke verzorging)
Zvw: basisverzekering. Geen volksverzekering en gaat niet van rechtswege in.
Kring van verzekerden gelijk aan Wlz.
Valt onder de EU-verdragsregels (woonland biedt dekking, voor rekening van het
verzekeringsland)
,AKW: kinderen van 0 tot 18 jaar.
Eigen kinderen, pleegkinderen, stiefkinderen, geadopteerde kinderen en andere
kinderen die worden opgevoed alsof het eigen kind is.
Werknemersverzekeringen: mensen die in dienstbetrekking werken
Werknemersverzekeringen: WW/Wwz, ZW, WIA, WAO.
WW/Wwz: werknemers die in Nederland werken bij een in Nederland
gevestigde werkgever en jonger zijn van de AOW-ingangsleeftijd.
Niet verzekerd: zelfstandige ondernemers, vrije beroepsbeoefenaren en
directeuren-grootaandeelhouders.
Voorwaarden recht op WW/Wwz-uitkering:
Ten minste 5 uur per week verliest of ten minste de helft bij een werkweek van
minder dan 10 uur.
Belangrijk: gemiddeld aantal uren per week dat de werknemer in de 26
voorafgaande weken heeft gewerkt. Geen loon doorbetaald krijgen en
beschikbaar zijn voor arbeid. Tevens niet verwijtbaar werkloos.
Wekeneis: Voldoet men aan de wekenbeis? Dan basisuitkering van 3 maanden.
Niet? Dan geen uitkering WW/Wwz.
Jareneis: Voldoet men aan de jareneis? Dan verlengde WW-uitkering.
26-36-weken-eis (wekeneis):
36 weken voorafgaande aan de 1e werkloosheidsdag in ten minste 26 weken als
werknemer arbeid heeft verricht. Periode van 36 weken: REFERTEPERIODE
Vier-uit-vijf-eis (jareneis):
In de periode van 5 kalenderjaren onmiddellijk voorafgaande aan het
kalenderjaar waarin hij werkloos is geworden, in ten minste 4 kalenderjaren over
52 of meer dagen per jaar loon heeft ontvangen.
Duur is afhankelijk van het arbeidsverleden.
Arbeidsverleden:
*Feitelijk arbeidsverleden = jaar waarin werknemer werkloos werd - 1998
*Fictief arbeidsverleden = 1998 – geboortejaar werknemer – 18
Uitkering: minimaal 3 maanden en maximaal 38 maanden.
WW uitkering: 3 maanden 75% van het verzekerde loon. Verlengde uitkering
is 70%.
Nieuwe regels ontslagrecht: Via het UWV. Ontslag om disfunctioneren en
verwijtbaar handelen: kantonrechter.
, Nieuwe regels ontslagvergoeding: transitievergoeding.
Transitievergoeding:
-Dienstjaar 1 t/m 10: 1/3 maandsalaris per dienstjaar
-Dienstjaar 11 en verder: ½ maandsalaris per dienstjaar
(Kantonrechter was dit: 1 maand per dienstjaar (jongeren 0,5 en ouderen 1,5 of
2))
Uitkeringsduur WW: 1e 10 jaar : 1 maand per arbeidsjaar
Daarboven : 2 weken per arbeidsjaar
Maximale duur (in 2019) 24 maanden
Ziektewet
Doelgroep: werknemers die geen aanspraak kunnen maken op loondoorbetaling bij
ziekte (104 weken) en werknemers die geen werkgever (meer) hebben.
Bv: zieke werknemers na afloop tijdelijk contract, zieke werknemers waarvan de
werkgever failliet is gegaan en vrouwen die ziek worden tijdens hun
zwangerschap. Ziektewet: vangnet.
Ook voor: WW-gerechtigden die ziek worden (zieke werklozen) (na 13 weken)
Voorwaarden: niet in staat eigen werk te kunnen verrichten.
Uitkeringsduur: Max 104 weken: 70% van het (max) dagloon.
WIA
Doelgroep: arbeidsomngeschikten.
0-35% AO: geen WIA
35-80% AO+ 80-100 AO niet duurzaam: WGA: LGU/LAU/VVU
80-100% AO: IVA
WAO
Kent 2 uitkeringen:
*loondervingsuitkering : leeftijd bepaald of hij in aanmerking komt. Ook de duur
van de uitkering is afhankelijk van de leeftijd. Iedereen inmiddels met pensioen.
*vervolguitkering: tot de AOW-leeftijd
Uitkering: 75% van het vervolgdagloon (=wettelijk minimum+ toeslag)
Toeslag = 2% (loon-minimumloon) x (leeftijd ingang WAO – 15 jaar)
Sociale voorzieningen
WWB: garantie bestaansminimum. Vult aan tot sociaal minimum. Aanvraag bij
UWV. Werk niet beschikbaar/niet mogelijk/geen financiële middelen. Gemeenten
zijn verantwoordelijk. Uitvoerder: gemeentelijke sociale dienst.
